home        Recensie uit de Leusder Krant van 4 april 1974.



recensie

De Tarzan in de Science Fiction:

Spannende avonturen van John Carter

De Uitgeversmaatschappij Westfriesland te Hoorn is enige tijd geleden begonnen met het uitgeven van de John Carter-serie van de bekende Tarzanschrijver Edgar Rice Burroughs. Deze serie heeft behoorlijk wat succes, en dat is geen wonder, als men bedenkt, dat alle Tarzan-ingrediënten in de Carter-verhalen zijn verwerkt met bovendien nog een behoorlijk portie fantasie in de pure sciene fiction-sfeer.
De avonturen van John Carter op de rode planeet Mars - volgens de fantasieën van Burroughs een werkelijke oorlogsplaneet vol met oorlogszuchtige stammen - zijn in zekere zin te vergelijken met de boeken van Jack Vance over de woeste, waanzinnige planeet Tschai. Vreemde volkeren, mensachtige en beestachtige wezens, woeste monsters en een vreemd, fascinerend landschap. Natuurlijk zijn verschillende van de gegevens, zoals Burroughs ze verstrekt reeds door tal van Amerikaanse en Russische Mars-sonde achterhaald, maar dit maakt weinig of geen verschil uit voor de lezer, die onwillekeurig - ondanks het sceptisme waarmee hij misschien begint te lezen - verstrikt raakt in de spanning, die Burroughs op zijn zo eigen wijze weet op te roepen.
Het zijn stuk voor stuk heldhaftige verhalen, waarin de romantiek en de liefde van John Carter voor zijn prinses van Mars een grote rol speelt. In de eerste drie delen van dit science fiction-epos (Prinses van Mars, Goden van Mars, Opperste Krijgsheer van Mars) weet de avonturier uit de Amerikaanse staat Virginia de meeste volkeren van Mars aaneen te smeden tot één vredig volk. Dat gaat uiteraard met veel avonturen vol strijd en geweld gepaard, waarbij John Carter als een soort supermens (vergelijk dit met Tarzan..) de volkeren van Mars veruit de baas is.
Hij verovert het hart van de rode prinses Dejah Thoris, roeit en passant de "goden van Mars" uit, wist hun valse godsdienst van de Marsbodem, jaagt achter de wegvluchtende heersers van het dodenrijk aan en belandt tenslotte in het hoge noorden, waar hij het oude volk van Mars, een geel ras, ook tot de orde roept en de tiran de dood in drijft, zodat een nieuw tijdperk voor de verdrukten kan beginnen.
John Carter doet zo nu en dan aan een aardse god denken, die het karwei van vuilnisman op zich heeft genomen en dat met veel verve en enthousiasme beoefent. Hij brengt vrede op Mars - zij het beperkte vrede - en verwekt een zoon (hoe kan het anders .. ). Op zich gaat dat al heel anders als bij de mensen in Virginia thuis. Op Mars worden namelijk eieren gelegd, die vijf jaar lang uitgebroed dienen te worden in een soort broeikas. Zowel de mensen op Mars als de mensachtige groene mannen van Mars met hun enorme slagtanden hebben ditzelfde systeem van voortplanting. Omslachtig en gevaarlijk, want meer dan eens wordt een heel nest met eieren door andere, vijandige stammen vernietigd.
John Carter is een sympathiek mens, ondanks de bloeddorstige strijdtaferelen, waarin hij een belangrijke - zo niet hoofdrol- speelt. Hij zal het - evenals zijn aardse tegenhanger Tarzan - nog ver brengen in deze tijd, waarin de science fiction steeds meer wordt gelezen en gewaardeerd.
Uiteraard beleeft zijn zoon Carthoris, eveneens boeiende en fascinerende avonturen op de planeet Mars. Dat gebeurt in het vierde deel, "Thuvia van Mars", waarin de zoon van John Carter verliefd wordt op de Jeddaksdochter, Thuvia. Thuvia wordt ontvoerd en dat heeft allerlei nieuwe avonturen op het woeste Mars-landschap tot gevolg. Uiteraard loopt alles goed af.
De John Carter-serie van Edgar Rice Burroughs is een uitstekend geschreven odyssee van een aardse sterveling op de stervende planeet Mars met hun onsterfelijke bewoners. Voor de liefhebbers van avontuurlijke science fiction (met het accent op avontuur) een aantrekkelijke serie om direkt aan te schaffen.
Uitgegeven door de uitgeversmaatschappij Westfriesland te Hoorn. Prijs per deel f 5,90 (eerste deel f 4,90).



De inhoud op deze pagina staat onder:
copyright 2000/2016 by Marten Jonker.