home

Tarzan van de Apen
door Edgar Rice Burroughs

Aankondiging



Hoewel de tekst in de verschillende dagbladen soms minieme afwijkingen vertoonde (bijvoorbeeld "der" tegenover "van de"), week de tekst in "Het Volksdagblad" bij de eerste zes strips wel heel erg af.

(1)


1. In het jaar 1888 vertrokken Lord Greystoke en zijn vrouw Alice met een zeilschip van Dover naar Afrika, waar Lord Greystoke benoemd was tot gouverneur van de Britse koloniën, gelegen aan de Westkust van Afrika. Hij heeft deze post echter nooit bekleed, omdat hij nimmer de plaats van bestemming bereikte. In Afrika aangekomen, gingen Lord en Lady Greystoke op een ander zeilschip, de "Fuwalda" over, dat hen naar de Westkust moest brengen. Op geheimzinnige wijze verdwenen beide mensen echter voor altijd van de aardbodem. Na enkele dagen gezeild te hebben, toen de kust uit het gezicht verdwenen was, sloeg de bemanning aan het muiten. De woedende kapitein trok zijn revolver en wilde Zwarte Michael, de aanvoerder van de muiters, neerschieten. Lord Greystoke, die dit zag, sloeg de arm van de kapitein naar beneden en redde daardoor het leven van Zwarte Michael. Dit was echter het begin van een reeks van gebeurtenissen, die later een rol zouden spelen in het leven van de zoon van Lord Greystoke, een leven, dat zijns gelijke op aarde nog niet heeft gevonden. De muiters vernielden alle voorwerpen op het schip. Lord Greystoke haalde zijn vrouw uit de salon en samen gingen zij naar hun hut. Daar lagen al hun bezittingen door elkaar, zelfs de matrassen van de bedden waren stukgesneden; alle geweren en munitie van Lord Greystoke waren weggehaald. Deze kwamen de muiters te pas bij de strijd, die zich ontketende op het dek.




2. Plotseling werd er een stuk papier onder de deur van de hut geschoven. Lord Greystoke vouwde het open en las de boodschap, die door een ongeschoolde hand was geschreven. Hij werd gewaarschuwd, geen rapport op te maken van het verdwijnen van de wapens. Zijn vrouw, die het briefje meegelezen had, verbleekte, beducht als zij was voor het lot, dat hen wachtte. Een paar uur later was het gevecht nog steeds aan de gang en wat Lord Greystoke toen op het dek zag, deed hem het ergste vrezen. Onophoudelijk werd er geschoten; vijf officieren waren reeds gesneuveld. Aan het hoofd van de muiters vocht Zwarte Michael. De woede van de muiters was niet meer te temmen en de officieren konden, hoewel zij dapper vochten, tegen deze overmacht tenslotte niets uitrichten. Aan beide zijden streden de mannen met de moed der wanhoop om hun leven, zodat het dek al spoedig met gewonden overdekt was. Ofschoon Lord Greystoke uiterlijk kalm leek, was hij innerlijk hevig opgewonden, want hij vreesde voor de veiligheid van het leven van zijn vrouw.
"Hier zijn er nog twee voor de haaien," brulde een van de muiters en rende naar voren, op Lord en Lady Greystoke af.




3. Zwarte Michael was juist iets vlugger dan de bandiet, die de Greystokes wilde neerslaan. "Ik ben nu kapitein op dit schip en alleen wat ik zeg, gebeurt," brulde hij, als leider van de muiters, terwijl hij naar zijn kameraden keek. "Dit zijn mijn vrienden, waag het niet, hen kwaad te doen." De muiterkapitein wees Lord en Lady Greystoke, dat er land in zicht was en zij hoorden, dat het in de bedoeling lag hen met al hun hebben en houden daar heen te brengen. Protesteren tegen de onmenselijkheid om hen op een onbekende kust achter te laten, ten prooi aan wilde dieren, was absoluut tevergeefs. Vóór het donker was lag de boot voor anker in een natuurlijke haven. De omringende kust was prachtig begroeid met tropisch gewas, terwijl in de nabijheid het bergachtige landschap overal met dicht oerwoud bedekt was. Geen enkel teken van leven was er te bekennen. Geen smeekbeden of beloften kon de Zwarte Michael van besluit doen veranderen. "Ik ben de enige aan boord, die het niet op uw leven begrepen heeft: u hebt het mijne gered, in ruil daarvoor spaar ik uw leven en dat van uw vrouw. Wij zullen u morgenochtend dadelijk na zonsopgang aan land zeilen." Het vreselijke gebrul van een leeuw steeg op uit de zwarte schaduw van de nabije wildernis. Nadat de duisternis over de aarde was gedaald, kroop de vrouw dichter bij haar man, in ontzettende angst voor de komende dingen, als zij de volgende nacht alleen in dat woeste en verlaten land zouden zijn. Wat wachtte hen in dat donkere, geheimzinnige, tropische woud?















De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.