De Zoon van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(1)
1. Stroomafwaarts op de Ugambi-rivier
voer een kleine boot de zee tegemoet. Haar bemanning was
verheugd, dat er nu weer een einde was gekomen aan het
gezwoeg om stroomopwaarts te roeien. Toen ze de zee
naderden, waar het moederschip wachtte, klaar om naar
Engeland terug te zeilen, werd hun aandacht opeens getrokken
door een vreemde, spookachtige verschijning aan de rand van
de jungle. Zwaaiend met broodmagere, uitgestrekte armen
stond daar een man te schreeuwen om hun aandacht te trekken.
"Een blanke!" riep de stuurman. "Aan de riemen, jongens, we
zullen even oversteken en zien, wat hij wil." Toen de boot
vlak bij de oever van de rivier was, aanschouwden zij een
uitgeteerd schepsel met sluik haar en een lange baard.
Tranen biggelden over zijn ingevallen wangen. In een vreemde
taal begon hij te spreken. "Spreek je Engels?" vroeg de
stuurman. Dat kende hij. Gebroken en met zichtbare
inspanning vertelde hij zijn redders een vreemd verhaal.
Jarenlang had hij in afzondering, ontbering en ellende in de
vreselijke jungle geleefd. Hij was een Rus, maar hoe hij in
Afrika kwam en hoe hij heette, wilde hij niet zeggen. Men
dacht, dat hij de gebeurtenissen uit zijn vroeger leven
vergeten was door de vreselijke avonturen, die hij had
beleefd. Gedurende tien jaar was hij slaaf geweest in een
kannibalendorp, bespot en gestenigd door de vrouwen,
geslagen en mishandeld door de mannen. Eindelijk had hij
kans gezien te ontsnappen en vond tenslotte zijn weg naar de
kust. Toen hij zijn ongelooflijk verhaal beëindigd had,
smeekte hij de zeelieden, hem met zich mee te nemen —
waarheen was hem onverschillig. Vervuld van medelijden,
namen zij hem aan boord van de "Marjorie W", verzorgden en
voedden hem, en zo kreeg hij zijn gezondheid gedeeltelijk
terug. Op deze manier ontkwam Alexis Paulvitch aan een leven
erger dan de dood en kruiste hij weer het pad van Tarzan van
de Apen.
2. Vele weken achtereen was de Rus aan
boord van de "Marjorie W" gebleven, die langs de kust
kruiste. Gecharterd door een rijk syndicaat, was ze voorzien
van een laboratorium en met een staf van geleerden en
technici aan boord, uitgezonden om nieuwe vindplaatsen van
een natuurproduct te ontdekken, dat tot nu toe tegen hoge
prijs in Zuid-Amerika werd ingevoerd. Het werk had de
expeditie naar een eenzaam eiland aan de Westkust van Afrika
gebracht, waar het schip nu voor anker lag. Gedurende deze
maanden van gedwongen nietsdoen begon de eentonigheid van
het leven aan boord de bemanning zwaar te vallen en
herhaaldelijk hadden ze toestemming gekregen om naar land te
gaan. Verre van dankbaar te zijn voor zijn redding, begon
Paulvitch, nadat hij zijn lichamelijke krachten weer had
teruggewonnen, zijn metgezellen te haten. Nog te zwak om te
werken, werd hij spoedig aan zijn lot overgelaten en door de
zeelieden geduld, omdat ze medelijden met zijn geknakte
gezondheid hadden. Ook hij had op zekere dag, beu van het
eentonige leven aan boord, toestemming gekregen om mee naar
de kust te gaan. Het eiland was dicht begroeid; een
ontoegankelijke wildernis reikte tot aan het strand. De
geleerden waren ver het land in getrokken en zetten hun
onderzoekingen voort, terwijl de scheepsbemanning ging
vissen of jagen. De Rus, verlaten als gewoonlijk, wandelde
op het strand heen en weer en ging tenslotte onder een grote
boom liggen slapen. Een uur later werd hij wakker door de
aanraking van een hand op zijn schouder. Met een ruk zat hij
overeind en zag een grote mensaap, die naast hem stond te
schetteren, terwijl hij hem nauwkeurig opnam. Paulvitch
huiverde toen hij opsprong, bevend over al zijn leden. De
aap stond eveneens op. Er was geen hulp in zicht. De aap
trok hem aan zijn schouder en smeekte klagelijk. Half
verblind van angst, trachtte Paulvitch te ontvluchten. De
aap volgde hem, terwijl hij de man bij zijn arm vasthield.
3. De aap greep Paulvitch stevig vast,
toen ze in het zicht kwamen van de terugkerende zeelieden.
Het dier scheen geen kwaad in de zin te hebben en voelde
zich blijkbaar op zijn gemak in het gezelschap van
menselijke wezens. In de sluwe hersenen van de Rus ontstond
een wild plan. Dit dier zou een hoop geld waard zijn in
Londen. Zelfs toen de nu verwonderde bemanning naar het
ongelijke paar toe kwam lopen, toonde de mensaap in het
geheel geen tekenen van angst of boosheid. In plaats daarvan
greep het dier iedere zeeman bij de schouders en keek hem
lang en ernstig in het gezicht. Wat wilde dit vreemde
schepsel? Nadat de aap hen allen goed bekeken had, keerde
hij zich weer tot de Rus en het was hem aan te zien, dat hij
teleurgesteld was. De mannen waren blij met dit grote,
vriendelijke dier en besloten het mee te nemen met de
"Marjorie W", en hem aan de collectie curiositeiten toe te
voegen. De aap klom met hen in de grote boot en ging
tevreden zitten. Op de korte reis naar het schip greep het
dier een roeispaan van een matroos en met gemak roeide hij
mee, alsof de hele geschiedenis niets nieuws voor hem was.
De matrozen waren heel verwonderd. Paulvitch kreeg weer
hoop. Hij wilde deze aap trainen en een fortuin met hem
verdienen! Aan boord van het schip onderwierp de aap ieder
nieuw gezicht aan een nieuw onderzoek doch steeds wendde hij
zich met dezelfde teleurstelling af. Zelfs de geleerden
waren niet in staat om iets van zijn vreemd gedrag te
begrijpen. Na elk plekje op het schip onderzocht te hebben
op de terugreis, bleek Ajax, zo hadden ze de aap genoemd,
volkomen onverschillig voor hetgeen er om hem heen gebeurde.
Soms was het, of de oude onrust weer bij hem boven kwam, dan
dwaalde hij door het schip heen, alsof hij iets zocht...
wat? Tenslotte kwam de "Marjorie W" in Engeland aan en met
de aankomst van Paulvitch en Ajax begon een reeks van
vreemde gebeurtenissen, die in het leven van vele mensen
zouden ingrijpen.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.