|
|
Joe Kubert
EDGAR RICE BURROUGHS Tarzan DE GEVANGENE In de verlammende broeihitte van de Afrikaanse jungle zijn zwarte mannen aan het graven... terwijl hun naakte lijven glanzen van het zweet... Hoog boven hun hoofd slaat een roerloze gestalte hun activiteit gade... Een GAT... maar met welk DOEL? En - WAAROM zetten ze er PUNTIGE PALEN in? Uren later is het werk klaar en vertrekken de inlanders... TARZAN bekijkt de kuil eens van dichtbij... HUNH! Eerst graven ze een GAT... en dan bedekken ze dat met takken en bladeren! Dat... is... VREEMD! De AAPMENS springt in de bomen... om zich pijlsnel door de duizelingwekkende hoogten van zijn domein, de jungle, te slingeren... Ik ga TANTOR zoeken... om hem te vertellen wat ik heb gezien! |
"HO, TANTOR.... Schrik maar niet! -
Voor iemand die zo groot en sterk is als JIJ schrik je
wel ERG gauw!"
Van alle jungle-bewoners is TARZAN misschien wel het allermeest op TANTOR gesteld! Tussen de aapmens en de dikhuid bestaat een wederzijds begrip dat in de loop der jaren steeds inniger is geworden... "...en toen bedekten ze de kuil met takken en bladeren - en VERTROKKEN!" |