De lucht kleurt paars
in het laatste daglicht, hier in het jungle-gebied van
Brits Oost-Afrika Twee figuren bewegen door de bomen, een op de schouders van de ander, krachteloos, bijna levenloos. Een draagt het uniform van een majoor in het leger van de Duitse Keizer. De ander draagt als een wilde een lendedoek van luipaardhuid. Soepeltjes klautert de wilde bij de wand op van een opdoemende steile rots en bereikt de top, die uitkijkt op een grot, die aan alle kanten van de buitenwereld is afgesloten. Hier stopt de wilde, zijn ogen ontmoeten die van de leeuw, die beneden staat te grauwen. Zwijgend tilt hij de majoor omhoog-- --maar, voor hij tot daden kan overgaan-- Schwein! Voor wat je probeert te doen, zal je sterven! |