home

Tarzan de Verschrikkelijke
van Edgar Rice Burroughs

<  >
(21)

1246-18 1246-19
Ta-Den, je zoon is mijn vriend! Hoe kan ik je helpen, Ja-Don?

Lu-Don, de priester, heeft iemand bij zich die beweert dat hij de god Jad-Ben-Otho is! Het volk is doodsbang! Help ons die godslasteraar te vernietigen!

Ik zal jullie helpen... als je de veiligheid van mijn vrouw garandeert!

Haar zal niets overkomen, Dor-Ul-Otho! Ik zal haar laten bewaken door betrouwbare krijgers!

Twee dagen later, als het leger van Ja-Don het koninklijk paleis van A-Lur bestormt...

Tarzan, die met een handjevol elite-soldaten via een geheime ingang doordringt in de tempel, vangt een glimp op van een priester met een geboeide gevangene...

JANE! Ze is toch gevangen genomen!

TARZAN BUNDOLO!! KREEGAH!!!

Opnieuw sluit zich een zware valdeur...

KLUNK!

Minuten later, in het prive-vertrek van de hogepriester...

Lu-Don, IK HEB HEM! De bedrieger die zich Dor-Ul Otho noemde! Levend! Wat moet er met hem gebeuren?

Ah! Boei hem en leg hem op het offer-altaar!

En aldus geschiedt...

John! We hebben elkaar tenminste teruggevonden! En de dood zal ons niet scheiden!

Niet zolang ik nog enig leven in mij heb!

Behaagt het de grote god, Jad-Ben-Otho, om zelf het heilige mes te hanteren?

Obergatz! Oh, NEE!

Ik ben Jad-Ben-Otho! Zo daalt de goddelijke wraak neer op al mijn vijanden!




previous  next