|
|
Met 'n laatste uitbarsting van wanhopige kracht rukt de kampioen zich los... Maar WILLOOS AFSLACHTEN Iaat ik me niet! IK BEN DE ...KAMPIOEN VAN... DE WERELD! Maar opeens, als de spanning haar hoogtepunt bereikt, komen daar Numa en zijn wijfje aansluipen... aangelokt door de sterke geur van de vele lichamen en voortgedreven door 'n honger die dagenlang al niet is gestild! Hun opengesperde kaken en druipende tanden laten aan duidelijkheid niets te raden over: ze willen VERSCHEUREN! |
Een van de grote katten neemt 'n aanloop en bespringt de medicijnman... terwijl de andere Bobango's op de vlucht slaan! JOE... die leeuw komt op ONS af! Ik- ik probeer hem van jou weg te lokken! KOM MAAR, POESJE... HIER MOET JE WEZEN! HIER ZEG IK... Ik kan... deze boom... niet beklimmen! M- mijn zolen... zijn... te... GLAD! Pal achter zich hoort Beuker Muller het diepe gegrauw van de grote leeuwin... die zich kronkelt ... en klaar is voor de sprong! |