Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(3)
7. "Een leeuw en een luipaard",
herhaalde Tarzan, "die beiden achter een menselijke prooi
sluipen. We zullen in de bomen klimmen, want van boven af
kunnen we beter zien wat er gebeurt. Wacht, ik zal je
helpen." Terwijl hij d'Arnot op zijn brede schouders nam,
klom de aapman snel in de bomen en spoedde zich in de
richting, waaruit de geluiden kwamen Ze kwamen juist op de
plaats van bestemming aan, op het ogenblik, dat Perry
O'Rourke op den luipaard schoot, die zich vlak boven hem
bevond. Zij zagen het gewonde dier dat van pijn en woede
brulde en met zijn prooi op den grond viel. En daar vlak bij
zagen ze den leeuw, die naar den hulpelozen man wilde
springen.
Tarzan met d'Arnot nog steeds op zijn schouder, liet zich
snel uit den boom zakken en rende over het junglepad,
d'Arnot gleed van Tarzan's schouder af en greep naar zijn
geweer om den gewonden luipaard een kogel door den kop te
jagen. En nu, met een oorverdovend gebrul sprong de leeuw op
Perry af.
Met een geweldige sprong vloog Tarzan over den verbaasden
Perry heen en kwam tussen den man het verscheurende dier
terecht. Het diepe geluid van Tarzan klonk zeer
onheilspellend, maar de leeuw aarzelde geen ogenblik. Deze
nieuwe prooi zou evengoed zijn honger kunnen stillen als de
vorige.
8. Toen de leeuw sprong, dook Tarzan,
veerde daarna weer op en sprong op de rug van het dier. Zijn
beenen knelde hij om het zware geelbruine lichaam, zijn
gespierde armen sloeg hij rond de harige nek. Op dat
ogenblik schoot d'Arnot op den luipaard. Het beest rolde
over de grond, nog een enkele stuiptrekking en het was dood.
Maar d'Arnot durfde zijn geweer niet op den leeuw te
richten, want Tarzan en de leeuw vormden één kluwen in het
hevige gevecht. O'Rourke waggelde overeind en keek met
stomme verbazing toe hoe het groote verscheurende dier
wanhopige pogingen deed om zich te bevrijden van den man,
die op zijn rug vastgeklemd zat. Het mes van Tarzan zonk
telkens weer in de weke zijde van het dier, totdat de leeuw
eindelijk met een laatste doodskreet stil neerlag. "Bravo,
mon ami Tarzan," riep d'Arnot uit. "Je hebt weer het
onmogelijke gedaan." "Ja," voegde Perry er aan toe, en ik
kan mijn ogen nog niet geloven."
O'Rourke vertelde aan Tarzan hoe het kwam, dat hij zo ver
van het kamp was afgedwaald en vroeg de beide mannen met hem
mee te gaan naar het kamp. Op weg daarheen wees hij op de
reusachtige voetsporen, die hij had gevolgd, nadat men in
het kamp het vreemde wilde gelaat had gezien. d'Arnot floot
zacht. Tarzan trok zijn voorhoofd in een nadenkende plooi.
9. Majoor Burton vertelde aan Tarzan
en d'Arnot, dat hij van plan was zijn onderzoekingen naar de
geheimzinnige stad van Tohr op te geven, als hij de weg naar
de bewoonde wereld kon terugvinden. Hij was speciaal bezorgd
voor Janette. Tarzan knikte. "Een mooi meisje is een magneet
voor vele jungle-gevaren", zei hij.
Daar Tarzan en d'Arnot op weg waren naar een
inboorlingendorp, drie dagreizen ver, boden ze aan, de
reizigers te vergezellen. Daar zouden ze gidsen kunnen
krijgen, die hen naar de dichtstbijzijnde post der
beschaafde wereld zouden brengen. De woorden van dank, die
de Majoor uitte, werden onderbroken door een kreet uit het
woud. Janette huiverde. "Daar is het weer — diezelfde kreet
— die wij hoorden, voordat ik dat vreselijke gezicht zag —
maar nu is het geluid veel dichterbij!" d'Arnot wendde zich
tot Tarzan. "Wat is het?" vroeg hij. Hij was er van
overtuigd, dat geen enkel geluid in het oerwoud een geheim
was voor den aapman. "Ik heb het nooit te voren gehoord,"
antwoordde Tarzan eerlijk. Plotseling kreeg het gewoonlijk
zoo kalme gelaat van Dr. Wong een uitdrukking van
verwondering. "Achter U, Tarzan," fluisterde hij zacht. Toen
gilde Janette. "Dat gezicht. Daar is het weer!" Doch deze
keer verdween het niet.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.