home

Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs

(38)

 

112. De maan keek neer op de opwindende race door de wildernis. Ukah en d'Arnot spoorden hun dikhuid tot steeds meer spoed aan. Daarachter kwamen de Tohrianen op de andere olifanten. "Dit was het dier van den leider, hij is sneller dan de anderen," verklaarde Ukah. Al spoedig waren de vluchtelingen uit het gezicht van hun achtervolgers verdwenen. Ukah, die de landstreek goed kende, leidde de olifant over een doorwaadbare plaats in de rivier. "We zullen eenige tijd stroomafwaarts zwemmen," zei hij, omdat het water geen sporen nalaat." Toen ze bij de bocht van de rivier kwamen, hoorden ze de Tohrianen schreeuwen. "Ze hebben de bedding bereikt," zei Ukah, "maar ze zullen niet kunnen nagaan, welke weg we genomen hebben." — "Maar misschien zenden ze een deel stroomopwaarts en een deel stroomafwaarts," zei d'Arnot rustig. "Dat is mogelijk," zei de Rathoriaan, "ze zullen de achtervolging niet gemakkelijk opgeven en geen moeite sparen om ons weer in handen te krijgen. Als het hun niet lukt, zal hun aanvoerder voor de leeuwen van Ahtea geworpen worden of slaaf worden in de juwelengroeve. Neen, Paul d'Arnot, we zijn nog niet buiten gevaar!"




113. Voorbij de bocht van de rivier leidde Ukah de olifant naar de kant en nu kwamen ze op een open vlakte. Deze vlakte werd overgestoken en nu draafde de olifant op een bos af, dat daar langs liep. De kreten van de achtervolgers werden zachter en hielden eindelijk geheel op. Ukah en d'Arnot waren veilig — tenminste...
Toen het nieuws Ahtea bereikte, dat de twee gevangenen er met een van haar olifanten vandoor waren gegaan, werd haar woede tegen Tarzan en zijn vrienden nog heviger. Met moeite onderdrukte ze haar boosheid tot de feesten van Pantu, want dan zouden allen op de een of andere manier de dood vinden...
Intussen werd de houding van de slaven in de juwelengroeve steeds meer gespannen. Honderden ogen sloegen iedere beweging van Tarzan en O'Rourke gade. De bewakers, die eveneens iets van de spanning voelden, lieten de zwepen nog vaker op de gebukte ruggen neerkomen. "De slaven zijn klaar om aan te vallen," zei O'Rourke, "en ik werk zoo hard ik kan om mijn spieren in goede conditie te houden. Vind je niet, dat zelfs de lucht naar muiterij ruikt?" — "Ja," zei Tarzan, "en ik ben bang, dat de bewakers dit ook ruiken. Ik heb het idee, dat ze ontdekt hebben, wat we van plan zijn."




114. Even later kwamen Mungo, Dr. Wong en een half dozijn bewakers naar de groeve toe. De bewakers droegen halskettingen van goud en ijzer. "Wat voor den duivel heeft dat nu weer te beteekenen?" vroeg O'Rourke verbaasd. Tarzan boog iets naar Kailuk over en sprak zijn vermoeden uit over de komst van de stoet. Kailuk schudde meewarig het hoofd. "Ze komen om de slachtoffers uit te zoeken voor het feest van Pantu. De sterken krijgen een halsketting van goud. Zij moeten vechten tegen de leeuwen van Ahtea. De zwakken krijgen een ijzeren band om. Zij gaan in de vuren van Tohr." "En wanneer worden ze uit de groeve gehaald?" vroeg Tarzan. "Niet voor de dag van het feest," antwoordde de Rathoriaan. De aapman grijnsde even. "Zeg dan tegen de mannen, dat ze zich gereed houden voor de aanval op de nacht voordat ze de groeve zullen verlaten. Het is beter vechtende te sterven, dan als voedsel voor de leeuwen te worden geworpen of in de vuren van Tohr terecht te komen." Mungo liep naar O'Rourke toe en sloot een gouden band om diens hals. "En wat voor band heb je voor mij?" vroeg Tarzan. "Geen enkele, want Mungo zal tegen Tarzan vechten," lachte de reus. "Mungo doodt vlug, met blote handen en krijgt dan het meisje Janette als premie tot vrouw!"






De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.