Historie van de diverse uitgaven.
ERB schreef The Lad and the Lion
tussen 12 februari en 4 maart 1914.
Eerste Amerikaanse uitgave in All-Story Weekly in drie
afleveringen van 30 juni tot 14 juli 1917
Eerste Amerikaanse boekuitgave met dezelfde titel door ERB,
Inc. op 15 februari 1938 (hiervoor werden plm. 21000 woorden
aan het verhaal toegevoegd, met name betreffende de
verwikkelingen in Europa, geschreven tussen 20 en 31
augustus 1937, met als gewenste titel Men and Beasts).
EERSTE BOEKUITGAVE: De jongen en de leeuw -
1938
Uitgave van V.A. Kramers te Rijswijk (Zuid-Holland); 212
pagina's; in een vertaling van L.A. Lanen.
Van deze uitgave zijn drie verschillende uitvoeringen bekend:
1. wijnrood kaft, wit schutblad, binding van drie steken,
rugband is van linnen;
2. donkerrood kaft, rugband nu van papier.
3. bruinoranje kaft, bruin schutblad, binding van vijf steken,
rugband van linnen.
SAMENVATTING:
Inleiding ( hoofdstuk 1 )
Als de koning van een klein Europees land
wordt vermoord door een stel samenzweerders, wordt zijn
jonge kleinzoon en erfgenaam, prins Michael, heimelijk
weggevoerd door een trouwe vazal, daarmee de orders van de
vermoordde koning uitvoerend, die al doorhad dat er iets op
til was. De uiteenlopende gebeurtenissen voor Michael en
zijn land worden parallel aan elkaar in afwisselende
hoofdstukken behandeld.
Het verhaal van Michael (de even genummerde hoofdstukken
2-24)
Het schip, waarop de prins is
ondergebracht, lijdt schipbreuk in een storm, waarbij hij
gewond overboord raakt. Hij klimt in een lege reddingsboot
en wordt later gered door een epileptische oude gek aan het
roer van een stoomboot. Aan boord hiervan is ook een
gekooide leeuw. De oude man slaat de prins en martelt de
leeuw en houdt beiden jarenlang gevangen op zijn schip.
Michael, die zijn geheugen heeft verloren, sluit vriendschap
met de leeuw, die uiteindelijk losbreekt en hun beider
kwelgeest doodt. De stoomboot, nu op drift, belandt
tenslotte op de kust van Noord- Afrika.
De jongen en de leeuw leven en jagen samen in de wildernis
in het grensgebied van jungle en woestijn. Ze stuiten op een
groep Arabieren, waarvan ze vee stelen. Ze redden Nakhla, de
dochter van het stamhoofd, sjeik Ali-Es-Hadji, uit handen
van overvallers en brengen haar terug naar de stam. Hierna
treffen Michael en Nakhla elkaar in het geheim, en zij
brengt hem ervan af haar volk nog langer te beroven.
Geleidelijk leert ze hem te spreken en zich te kleden als
een Arabier. Ook leert ze hem schieten en paardrijden. Omdat
hij zijn eigen naam niet eens weet, doopt ze hem Aziz. De
leeuw is ondertussen maatjes geworden met een leeuwin,
waardoor Michael nu twee leeuwenvrienden heeft. Uiteindelijk
ontdekt de Arabier Ben Saada, die een oogje op Nakhla heeft,
haar ontmoetingen met Michael en hij licht haar vader
daarover in. De twee scheiden het paar, de sjeik door Nakhla
te verbieden om hem te bezoeken, en Ben Saada door tegen
Michael te liegen dat ze met een ander is getrouwd en niet
langer in hem geļnteresseerd is.
Daarna stuit Michael op twee Arabieren die een ander meisje,
Marie, de dochter van een Franse officier, hebben ontvoerd.
Hij redt ook haar en brengt haar terug naar het Franse kamp,
terwijl zijn leeuwen zich van haar ontvoerders ontdoen. Als
gast van haar vader, kolonel Joseph Vivier, leert hij Frans
en hij vertelt zijn verhaal aan zijn nieuwe vrienden. Zijn
verleden, voorafgaand aan zijn verblijf op het stoomschip,
is nog steeds een raadsel voor hem. Later, als hij in hun
gezelschap een bezoek brengt aan het Arabische kamp, treft
hij Nakhla opnieuw, maar zij, nu ze hem met Marie ziet, wil
niets meer met hem te maken hebben.
Hij voelt zich hierdoor echter nog niet vrij om Marie het
hof te maken. Terug bij de Fransen verneemt hij, dat zowel
de kolonel als de vrouw van een andere officier, die Marie
onder haar hoede heeft genomen, hun vriendschap afkeuren.
Aangeslagen keert hij terug naar de wildernis, vastbesloten
om Nakhla te benaderen; Marie heeft hem verteld dat ze
gezien heeft dat het Arabische meisje niet getrouwd is en
vertrouwd hem toe dat de naam Aziz, die ze hem gegeven had,
"geliefde" betekent.
Gevolgd door zijn leeuwen, gaat Michael naar de sjeik en
eist Nakhla te zien. Als hem dit geweigerd wordt, beweert
hij de broer van el adrea (de leeuw) te zijn en dreigt hij
opnieuw vee te gaan roven. De sjeik ontdekt dan Nakhla wordt
vermist en ontvoerd blijkt door Ben Saada, wiens hand ze
heeft geweigerd. Een afgezant van Ben Saada komt en biedt
aan om te onderhandelen maar de sjeik weigert en zweert
wraak als zijn dochter iets mocht overkomen. Michael volgt
de boodschapper terug naar Ben Saada. Ondertussen is Nakhla
ontsnapt, maar wordt weer gevangen genomen, nu door de
Arabische plunderaars van Sidi-El-Seghir, die besluiten om
haar als slaaf te verkopen. Michael volgt nu haar nieuwe
ontvoerders en probeert haar te bevrijden maar wordt zelf
gevangen genomen. Zijn leeuwen zwerven rond het kamp terwijl
Nakhla de wonden van Michael verzorgt.
Dan worden de plunderaars aangevallen door de Fransen. In de
verwarring die ontstaat, rijdt Sidi-El-Seghir weg met de
gevangenen, om vervolgens op zijn beurt te worden
aangevallen door de twee leeuwen. Michael doodt de bandiet.
Hij deelt zijn bevindingen met Nakhla, en komt zo achter de
leugens van Ben Saada. Het paar verzoent zich en de sjeik
stemt nu in met hun verbintenis. Wanneer Michael daarna
bewusteloos raakt als gevolg van zijn verwondingen verlaten
de leeuwen hem omdat ze denken dat hij dood is. Als hij
daarna weer opleeft blijkt ook zijn geheugen hersteld, maar
hij besluit toch bij Nakhla te blijven in plaats van te
proberen zijn erfgoed op te eisen.
Het verhaal over het koninkrijk ( de oneven hoofdstukken
3-23 )
De broer van de vermoorde koning Prins
Otto, een van de samenzweerders, volgt hem op, maar hij en
zijn verwende zoon, prins Ferdinand, zijn weinig geliefd bij
de mensen. Zijn medeplichtige Sarnya wordt beloond met een
promotie tot stafchef en krijgt als titel generaal Graaf
Sarnya. Drie nieuwe samenzweerders, Andresy, Bulvik en
Carlyn, komen in opstand. Bulvik probeert tevergeefs Sarnya
te vermoorden maar wordt daarbij zelf doodgeschoten.
Prins Ferdinand raakt verliefd op Hilda de Groot, de mooie
dochter van de tuinman, maar wordt een vijand van haar broer
Hans. Jaren gaan voorbij. Andresy en Carlyn spannen samen
tegen de koning, terwijl Hans een complot beraamd tegen
Ferdinand. Hij maakt aan de koning bekend dat de prins
verliefd is op Hilda, waardoor een breuk ontstaat in de
koninklijke familie. Een balling, graaf Maximilian Lomsk,
die graag wil terugkeren en de positie van Sarnya ambieert,
wordt aangemoedigd door Andresy om in contact te treden met
Ferdinand. Door hun machinaties wordt Carlyn weer benoemd
als luitenant in het leger, een positie die hij hoopt om te
buigen tot hoofd van de lijfwacht om zo de koning en de
prins te kunnen doden.
Koning Otto probeert de terugloop van de financiėn van het
rijk te keren en tegelijk het samengaan van Ferdinand en
Hilda te belemmeren door Ferdinand te koppelen aan de rijke
Maria, een prinses uit een naburig land. Ferdinand verzet
zich in eerste instantie maar trouwt uiteindelijk toch met
haar. De twee haten elkaar al snel.
De samenzweerders gaan ondertussen verder met hun plannen.
Carlyn, die zijn post dicht bij de koning heeft bereikt,
begeleidt hem bij de inspectie van een cavalerieregiment.
William Wesl, een zondebok van de samenzweerders, wordt naar
het paleis gestuurd met een brief. Als hij Koning Otto en
kapitein Carlyn benadert, schiet Carlyn de koning met een
pistool dat is gestolen van Hans en gooit dit aan de voeten
van Wesl. Door de inhoud van de brief waarin hij de moord
bekend, maar waarvan hij zelf de inhoud niet kende, is hij
nu dubbel verdacht en Wesl wordt tijdens zijn vlucht gedood.
Ferdinand, nu koning, blijft zich van de mensen vervreemden.
Hij ontslaat Sarnya, en plaatst Maximiliaan Lomsk op zijn
positie. Ook benoemt hij Hilda tot hofdame van koningin
Maria. De koningin, beledigd, keert terug naar haar eigen
land. Door te dreigen haar geld mee te nemen dwarsboomt ze
de plannen van Ferdinand om zich van haar te scheiden en
daarna te trouwen met Hilda. Ferdinand beraamt een oorlog
tegen Maria's land, terwijl Andresy samen met zes
legerofficieren een staatsgreep beraamt tegen de monarchie.
De bedoeling van Andresy is om een republiek te stichten met
zichzelf aan het hoofd en de gegriefde generaal Graaf Sarnya
als aanvoerder van het leger te benoemen. Ondertussen veinst
Wesl's vrouw, zich ervan bewust dat haar man in de val was
gelokt door Carlyn, dat ze verliefd is op de kapitein.
Alles komt tot een uitbarsting op de dag dat de coup staat
gepland. De zes officieren vermoorden Ferdinand en Hilda.
Hans, die hoort van de dood van zijn zus, pleegt zelfmoord.
Wesl's vrouw vermoord kapitein Carlyn.
SLOT( hoofdstuk 25 )
Aan het einde van de roman komen de twee
plotdraden kort met elkaar in aanraking. Aziz, voorheen
prins Michael, woont nog steeds in Afrika en is nu gelukkig
getrouwd met Nakhla. Hij leest dat Graaf Sarnya de macht
heeft gegrepen in zijn oude land en zich gedraagt als
dictator. Hij stuurt het volgende bericht naar de nieuwe
heerser: "Gefeliciteerd! Gij zijt mij sympathiek - Michael"
Blurb op stofomslag:
Een jonge prins, door het volk verstoten,
vlucht met enige hovelingen. Hun schip vergaat in een storm
en de meeste verdrinken. Prins Michael wordt gered en als
hij bij kennis komt bevindt hij zich op een wrak met een
ouden man (die later krankzinnig blijkt te zijn) en een
leeuw in een kooi. Dagen en maanden zwalken zij op zee
zonder ergens land te zien. De oude man heeft er een heidens
pleizier in om den jongen en den leeuw te sarren en te
mishandelen, doch deze beide hebben in hun ellende zo'n
hechte vriendschap gesloten, dat zij 't steeds voor elkaar
opnemen en elkander helpen. Toen de oude man den jongen weer
eens trachtte te mishandelen, wist de leeuw door de tralies
van de kooi heen te komen en verscheurde de man in zijn
woede. Na enige dagen kwam er gelukkig land in zicht en de
jongen toog met zijn makker de wildernis in. Wat zij daar
beleven en doormaken en hoe de prins later weer tot de
beschaving terugkeert is reeds een geschiedenis vol
romantiek op zichzelf. Het is een verhaal, dat jong en oud
weet te boeien.
TRIVIA:
1. De allereerste film, die gebaseerd was
op een verhaal van Burroughs, is naar dit verhaal gemaakt
door de Selig Polyscope Company. De premiere van deze stomme
zwart-wit film vond plaats op 14 mei 1917. In Nederland werd
de film uitgebracht onder de titel "De jongeling en de
Leeuw".
2. Martin de Groot, eerste tuinman, komt
uit Nederland. Hans betreurt het dat zijn vader ooit
"Holland" verliet en de dochter Hilda wordt aangeduid als
"the (little) Dutch girl". Verder worden de
Nederlanders alsvolgt benoemd: "The Dutch are a determined
race, not easily coerced." (vertaald met: "Hollanders zijn
nu eenmaal van een eigenaardig slag, men dwingt hen niet
gemakkelijk".)
Edgar Rice Burroughs'
De jongen en de leeuw
Het verhaal telt 25 hoofdstukken.
Evenmin als bij het Amerikaanse origineel zijn
bij de Nederlandstalige uitgave
de hoofdstukken van titels voorzien.
|
CAST (in volgorde van verschijnen)
De Koning: geliefd bij het volk maar
vermoord door een stel samenzweerders.
Prins Micheal (Mike) later bekend als Azīz:
Kroonprins en wettige opvolger van de vermoordde
koning.
Meyer: een van de samenzweerders tegen de
koning en na de moord uit de weg geruimd.
Z.K.H. Prins / Koning Otto: broer van de
koning, een van de samenzweerders tegen de koning.
Volgt de vermoordde koning op.
Generaal Graaf Paul Sarnya: een van de
samenzweerders tegen de koning, later stafchef onder
koning Otto.
Generaal Graaf Jagst: stafchef en
vertrouweling van de vermoordde koning; neemt prins
Michael onder zijn hoede.
Hans de Groot: zoon van de tuinman Martin de
Groot
"de doofstomme": doofstomme, epileptische gek
die de jonge prins Michael gevangen houdt op zijn
schip.
Prins Ferdinand: de verwende zoon van koning
Otto
Andresy Kolchav: een van de samenzweerders
tegen koning Otto; bezoekt Lomsk in Zwitserland.
Bulvik: een van de samenzweerders tegen
koning Otto; neemt dienst bij tuinman Martin de
Groot; wordt gedood bij zijn poging koning Ferdinand
te doden.
Carlyn: een van de samenzweerders tegen
koning Otto.
Gouverneur Carruthers: de gouverneur van
prins Ferdinand.
Hilda de Groot: dochter van de tuinman Martin
de Groot.
Martin de Groot: eerste tuinman aan het
koninklijk hof.
Graaf Maximiliaan (Max) Lomsk: banneling,
verblijvend in Zwitserland, later op verzoek van
prins Ferdinand, terugkerend.
Ben Saada: Arabier uit het kamp van sjeik
Ali-Es-Hadji; heeft een oogje op Nakhla.
Sjeik Ali-Es-Hadji: leider van zijn
kampement.
Nakhla: dochter van sjeik Ali-Es-Hadji, later
geliefde van Azīz (Michael).
William Wesl: boekhouder en goedhartig man,
in de val gelokt bij de aanslag op koning Otto.
Prinses Maria: dochter van een van de rijkste
monarchen van Europa; trouwt met prins Ferdinand.
Kolonel Joseph Vivier: Frans officier, wiens
dochter Marie wordt ontvoerd.
Marie: dochter van kolonel Vivier, ontvoerd
door Arabieren en gered door "Azīz" en zijn leeuwen.
Madame Helen Semeler: voelt zich
verantwoordelijk voor Marie na de dood van haar
moeder.
Brebisch: vriend en vertrouweling van Ben
Saada.
Sidi-El-Seghir: Arabische bandiet die Nakhla
ontvoert. |
Dit verhaal is
gerecenseerd in
het dagblad "Het Vaderland"
De inhoud op deze pagina staat onder:
copyright 2015 by Marten Jonker.