home




Historie van deze uitgaaf.

LEES DE VOLLEDIGE TEKST.


ERB schreef "The War Chief of the Apaches" tussen 19 augustus en 12 november 1926
Eerste Amerikaanse uitgave in All-Story Weekly in vijf afleveringen van 16 april tot 14 mei 1927 onder de titel "The War Chief"

Eerste Amerikaanse boekuitgave door A. C. McClurg & Co. op 15 september 1927 als "The War Chief"

EERSTE en ENIGE BOEKUITGAVE: Het Opperhoofd - 1929
Uitgave van uitgevers-maatschap "De Combinatie" te Rotterdam; 213 pagina's; in een vertaling van Mr. Servaas.
Deze uitgave verscheen zowel in gebonden hardcover uitvoering als ingenaaid met blanco softcover.

SAMENVATTING:
Het Opperhoofd is een realistische historische roman over leven en dood op een Apache Reservaat tijdens de laatste jaren van de Apache-oorlogen tot aan de dood van Cotsjise en de overgave van Geronimo.

Het verhaal concentreert zich op Andy MacDuff, die bij een rooftocht door de Apaches als baby wordt ontvoerd en door Geronimo wordt geadopteerd en omgedoopt tot Shoz-Dijiji, ofwel Zwarte Beer. Hij krijgt een gedegen Apache opvoeding, met inbegrip van een initiatie in alle riten en verantwoordelijkheden van de Indiaanse man. Hij blinkt uit in cruciale vaardigheden voor de jacht en oorlogvoering, bewijst zich sterk en moedig te zijn, en wordt al snel een gewaardeerd krijgsheer. Tijdens zijn leertijd wordt Shoz-Dijiji verliefd op Ish-kay-nay, een Apache meisje, dat helaas ook wordt begeerd door een andere Apache leider, Joe, die Shoz-Dijiji haat omdat hij Geronimo's favoriet is.

Burroughs' diepe respect voor het Wilde Westen en zijn compassie met de door de verraderlijke pinda likkojie ("witte ogen") uitgebuite Indianen komt tot uiting in dit eerlijke, levendige en sympathieke portret van het Wilde Westen, dat zowel de Indianen als Edgar Rice Burroughs tot eer strekt.


Edgar Rice Burroughs'
Het Opperhoofd

HOOFDSTUKKEN.

I. Go-Jat-Slee.
II. Shoz-dijiji.
III. Ja-Ik-Tie.
IV. De nieuwe aanvoerder.
V. Op het oorlogspad.
VI. Geronimo's eed.
VII. Verrast en bestolen.
VIII. Vaqueros en krijgslieden.
IX. Liefde.
X. Wichita Billings.
XI. Aanvoerder der Be-don-ko-he.
XII. De scalpdans.
XIII. "Shoz-Dijiji is dood".
XIV. "Vijftig Apachen".
XV. Opgejaagd.
XVI. Naar het geestenland.
XVII. Het einde van het spoor.
XVIII. De krijgsdans.
XIX. Blank en rood.
XX. Weer thuis.

CAST (in volgorde van verschijnen)


(achter de omschrijvingen tussen haakjes de namen, zoals door Burroughs vermeld)
Jerry MacDuff - vader van Andy, vermoord door de Apache onder Go-Jat-Slee
Annie Foley - vrouw van Jerry MacDuff, moeder van Andy, vermoord door de Apache onder Go-Jat-Slee
Andy MacDuff (Shoz-Dijiji - Zwarte Beer) - als baby ontvoerd en grootgebracht als Apache (Shoz-dijiji)
Go-Jat-Slee (de Gaper), Mexicaanse naam Geronimo - stamlid van de Ned-ni Apachen, opperhoofd van de Be-don-ko-he, de stam van zijn eerste vrouw, later in opvolging van Cotsjise opperhoofd van alle Apachen (Go-yat-thlay)
Alope - dochter van No-po-so van de stam Be-don-ko-he, de eerste vrouw van Geronimo, moeder van zijn drie kinderen, allen vermoord door de Mexicanen.
Mangas Colorado - erfelijk opperhoofd van de Be-don-ko-he, vermoord door de U.S. cavalerie.
Joe (de Slachter) - opperhoofd van de Ned-ni Apachen, de achttienjarige zoon van Mangas; na verraad, het stelen van zijn geliefde en haar voor dood te hebben achtergelaten, door Shoz-Dijiji gedood. (Juh)
Bi-er-le - boodschapper van de Tsjo-kon-en (Cho-ko-nen), brengt het nieuws dat Mangas is overleden.
Cotsjise - erfelijke opperhoofd van de Tsjo-kon-en en gekozen opperhoofd van alle Apachen. (Cochise)
Sons-ee-a-ree (Morgenster) - de jongste vrouw van Go-Jat-Slee, adoptiemoeder van Shoz-Dijiji. (Sons-ee-ah-ray)
Natch-in-ilk - een Apache krijger van de Be-don-ko-he die Shoz-Dijiji helpt een gedode zwarte beer mee terug te nemen. (Natch-in-ilk-kisn)
Naliza - een groot Apache krijger, vriend van Cotsjise.
Ish-kay-nay (jongen) - het meisje waarop Shoz-Dijiji verliefd wordt.
Victorio - zijn door de Mexicanen gegeven naam, vriend van Geronimo en aanvoerder van de Tsji-hen-ne. (Chi-hen-ne)
Hasj-ka-aila - het opperhoofd van de Witte Bergen Apachen. (Hash-ka-ai-la)
Cosito - het opperhoofd van de Tsji-e-a-hen.(Chi-e-a-hen, Co-si-to)
Nakay-do-klunni - een Apache izze-nantan (medicijnman) van de Be-don-ko-he.
Nan-ta-do-tasj - een Apache izze-nantan (medicijnman) van de Tsjo-kon-en. (Nan-ta-do-tash)
Nanay - een opperhoofd van de Tsji-hen-ne.
Loco - zijn Mexicaanse naam, na Victorio opperhoofd van de Tsji-hen-ne.
Na-tsji-ta - de zoon van Cotsjise , gekozen tot opperhoofd van de Tsjo-kon-en. (Na-chi-ta)
Dzjan-na-ta - van jongsafaan de beste vriend van Shoz-Dijiji. (Gian-na-tah)
Manuel - bewaker van een Mexicaanse huifkarren trail.
Jezus Garcia - Mexicaans-Indiaanse soldaat.
Cheetim (De Vuile) - Amerikaanse boerderijknecht, ontslagen door de vader van Wichita Billings, later terugkerend om haar te verkrachten; doodgeschoten door Shoz-Dijiji.
Wichita Billings - Amerikaans meisje, wordt ontzet door Shoz-Dijiji die zij later helpt aan de soldaten te ontkomen.
Henk - knecht op de boerderij van de Billings. (Hank)
Kapitein Henderson - Amerkaans officier, gedood door de Indiaanse verkenner Mosby. (Captain Hentig)
sergeant Olson - Amerikaans cavalerist die op Shoz-Dijiji schiet.
Luitenant Samuel Adams King - Cavalerie-officier, gestationeerd op de boerderij van de Billings tijdens de opstand van de Apachen.
Molly Pringe - vrouw van Huibert Pringe, bevriend met Wichita Billings, gedood door Tats-ah-das-ay-go.
Tats-ah-das-ay-go - opperhoofd van de Tsji-e-a-hen, gedood door Shoz-Dijiji als hij Wichita Billings probeert te doden.
Huibert Pringe - boer in Arizona, gedood door de Apache. (Heber Pringe)




Het Opperhoofd  stofomslag
Eerste druk (Serie 26).


De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2016 by Marten Jonker.