ERB schreef "The War Chief of the
Apaches" tussen 19 augustus en 12 november 1926
Eerste Amerikaanse uitgave in All-Story Weekly in vijf
afleveringen van 16 april tot 14 mei 1927 onder de titel "The
War Chief"
Eerste Amerikaanse boekuitgave door A.
C. McClurg & Co. op 15 september 1927 als "The War
Chief"
Edgar Rice Burroughs'
|
CAST (in volgorde van verschijnen)(achter de
omschrijvingen tussen haakjes de namen, zoals door
Burroughs vermeld)
Jerry MacDuff - vader van Andy, vermoord door de Apache onder Go-Jat-Slee Annie Foley - vrouw van Jerry MacDuff, moeder van Andy, vermoord door de Apache onder Go-Jat-Slee Andy MacDuff (Shoz-Dijiji - Zwarte Beer) - als baby ontvoerd en grootgebracht als Apache (Shoz-dijiji) Go-Jat-Slee (de Gaper), Mexicaanse naam Geronimo - stamlid van de Ned-ni Apachen, opperhoofd van de Be-don-ko-he, de stam van zijn eerste vrouw, later in opvolging van Cotsjise opperhoofd van alle Apachen (Go-yat-thlay) Alope - dochter van No-po-so van de stam Be-don-ko-he, de eerste vrouw van Geronimo, moeder van zijn drie kinderen, allen vermoord door de Mexicanen. Mangas Colorado - erfelijk opperhoofd van de Be-don-ko-he, vermoord door de U.S. cavalerie. Joe (de Slachter) - opperhoofd van de Ned-ni Apachen, de achttienjarige zoon van Mangas; na verraad, het stelen van zijn geliefde en haar voor dood te hebben achtergelaten, door Shoz-Dijiji gedood. (Juh) Bi-er-le - boodschapper van de Tsjo-kon-en (Cho-ko-nen), brengt het nieuws dat Mangas is overleden. Cotsjise - erfelijke opperhoofd van de Tsjo-kon-en en gekozen opperhoofd van alle Apachen. (Cochise) Sons-ee-a-ree (Morgenster) - de jongste vrouw van Go-Jat-Slee, adoptiemoeder van Shoz-Dijiji. (Sons-ee-ah-ray) Natch-in-ilk - een Apache krijger van de Be-don-ko-he die Shoz-Dijiji helpt een gedode zwarte beer mee terug te nemen. (Natch-in-ilk-kisn) Naliza - een groot Apache krijger, vriend van Cotsjise. Ish-kay-nay (jongen) - het meisje waarop Shoz-Dijiji verliefd wordt. Victorio - zijn door de Mexicanen gegeven naam, vriend van Geronimo en aanvoerder van de Tsji-hen-ne. (Chi-hen-ne) Hasj-ka-aila - het opperhoofd van de Witte Bergen Apachen. (Hash-ka-ai-la) Cosito - het opperhoofd van de Tsji-e-a-hen.(Chi-e-a-hen, Co-si-to) Nakay-do-klunni - een Apache izze-nantan (medicijnman) van de Be-don-ko-he. Nan-ta-do-tasj - een Apache izze-nantan (medicijnman) van de Tsjo-kon-en. (Nan-ta-do-tash) Nanay - een opperhoofd van de Tsji-hen-ne. Loco - zijn Mexicaanse naam, na Victorio opperhoofd van de Tsji-hen-ne. Na-tsji-ta - de zoon van Cotsjise , gekozen tot opperhoofd van de Tsjo-kon-en. (Na-chi-ta) Dzjan-na-ta - van jongsafaan de beste vriend van Shoz-Dijiji. (Gian-na-tah) Manuel - bewaker van een Mexicaanse huifkarren trail. Jezus Garcia - Mexicaans-Indiaanse soldaat. Cheetim (De Vuile) - Amerikaanse boerderijknecht, ontslagen door de vader van Wichita Billings, later terugkerend om haar te verkrachten; doodgeschoten door Shoz-Dijiji. Wichita Billings - Amerikaans meisje, wordt ontzet door Shoz-Dijiji die zij later helpt aan de soldaten te ontkomen. Henk - knecht op de boerderij van de Billings. (Hank) Kapitein Henderson - Amerkaans officier, gedood door de Indiaanse verkenner Mosby. (Captain Hentig) sergeant Olson - Amerikaans cavalerist die op Shoz-Dijiji schiet. Luitenant Samuel Adams King - Cavalerie-officier, gestationeerd op de boerderij van de Billings tijdens de opstand van de Apachen. Molly Pringe - vrouw van Huibert Pringe, bevriend met Wichita Billings, gedood door Tats-ah-das-ay-go. Tats-ah-das-ay-go - opperhoofd van de Tsji-e-a-hen, gedood door Shoz-Dijiji als hij Wichita Billings probeert te doden. Huibert Pringe - boer in Arizona, gedood door de Apache. (Heber Pringe) |
|
Eerste druk (Serie 26). |