Historie van de diverse uitgaven.

LEES DE VOLLEDIGE TEKST.

ERB schreef Tarzan and the City of Gold tussen 21 november 1931 en 7 januari 1932.
Eerste Amerikaanse uitgave in Argosy Magazine in zes wekelijkse afleveringen van 12 maart tot 16 april 1932.
Eerste Amerikaanse boekuitgave door Edgar Rice Burroughs, Inc. op 1 september 1933.

EERSTE BOEKUITGAVE: Tarzan en de Gouden Stad - 1934
Uitgave van Blankwaardt & Schoonhoven te Rijswijk; 238 pagina's; in een vertaling van W.J.A. Roldanus Jr.
Deze uitgave verscheen zowel in gebonden hardcover uitvoering als ingenaaid met blanco softcover.
De uitgave kent, evenals latere herdrukken, diverse oplages met verschillen in titelopmaak, schutbladen, kapitaalband en bindingswijze.

HERDRUKKEN:
Gebr.Graauw's Uitg.-Mij N.V. te Amsterdam en Soerabaia,diverse drukken van 1946 tot 1949
U.-M. West-Friesland te Hoorn, pocketuitgave met als titel Tarzan in de Gouden Stad in 1967

ALS STRIPVERHAAL:
Classics Lektuur te Naarden - Tarzan Classics 1267 en 1269 (1970)

AFRIKAANS:
Afrikaanse Pers-Boekhandel, Johannesburg - Tarzan en die stad van goud (1948)
El Adrea Uitgewers, Malmesbury - Tarzan en die stad van goud (2017)

SAMENVATTING

Nadat Tarzan een man redt uit handen van een groep bandieten, bekend als shiftas, blijkt dat deze tot zijn verrrassing uit een voor hem volledig onbekend gebied komt. Hij raakt bevriend met Valthor, een krijger uit Athne, de stad van ivoor en hoofdstad van Thenar. Tarzan wordt gevangen genomen door de krankzinnige maar mooie koningin Nemone van de erfvijand van Athne, Cathne, de Stad van Goud, de hoofdstad van Onthar. Hij wordt gedwongen tot een gevecht in de arena met Phobeg, de sterkste man van Cathne. Na dit gewonnen te hebben wordt Tarzan als prooi ingezet voor de jacht met een jacht-leeuw, Belthar. Tarzan denkt eerst dat hij het dier er wel uit kan lopen omdat leeuwen na de eerste 100 meter op topsnelheid, al snel vermoeid raken. Maar deze leeuw is speciaal gefokt en geselecteerd op uithoudingsvermogen. Uiteindelijk zal Tarzan zich tegen hem teweer moeten stellen, maar hij beseft dat hij zonder mes weinig anders kan doen dan het onvermijdelijk lot te vertragen. Dan verschijnt zijn eigen leeuw en bondgenoot, Jad-bal-ja, die hij als welp heeft grootgebracht. Deze gaat het gevecht aan met Belthar, doodt hem en redt Tarzan. Nemone, die gelooft dat haar leven is verbonden met dat van haar huisdier, pleegt daarop zelfmoord.

Cathne en Athne spelen ook in een later avontuur van Tarzan, Tarzan de Geweldige, nog een rol.

Edgar Rice Burroughs'
Tarzan en de Gouden Stad

HOOFDSTUKKEN (1e druk)

I. Wilde prooi.
II. De blanke gevangene.
III. Katten bij nacht.
IV. Stroomafwaarts.
V. De Gouden Stad.
VI. De man, die op een god stapte.
VII. Nemone.
VIII. Op het Veld van de Leeuwen.
IX. "Dood! Dood!"
X. In het paleis der koningin.
XI. De Leeuwen van Cathne.
XII. De Man in de Leeuwenkuil.
XIII. Sluipmoordenaar in den nacht.
XIV. De groote Jacht.
XV. Het complot, dat mislukte.
XVI. In den tempel van Thoos.
XVII. Het geheim van den tempel.
XVIII. De vlammende Xarator.
XIX. "Belthar is dood!"

CAST (in volgorde van verschijnen)

TARZAN van de Apen: John Clayton, Lord Greystoke.
Valthor: gevangene van de Shiftas en krijger van Athne, de stad van ivoor.
Nemone: koningin van Cathne.
Tomos: raadsman van de koningin van Cathne, de stad van goud.
Gemnon: lid van een oude familie, behorend tot de adel van Cathne.
Althides: onderofficier (sergeant) van Cathne.
Phobeg: gevangene in Cathne, vecht als gladiator tegen Tarzan.
Erot: vroeger soldaat maar nu favoriet van Nemone aan het hof.
Xertsle: kamergenoot van Gemnon in het paleis.
M'Duze: ouwe feeks in het paleis van Nemone.
Alextar: broer van Nemone, de rechtmatige koning die gevangen is gezet.
Doria: geliefde van Gemnon, dochter van Thudos.
Thudo: aristocraat en hoofd van de partij, die Alextar op de troon wil brengen.
Pindes: officier van de paleiswacht en vijand van Erot.
Hafim: een Galla slaaf in Cathne die bevrijdt wordt door Tarzan.
Niaka: broer van Hafim, slaaf in de goudmijnen van Cathne.
Maluma: hofdame van Nemone.
Phordos: vader van Gemnon en erfjagermeester van de heersers van Cathne.