home

Tarzan van de Apen
door Edgar Rice Burroughs

(4)


10. Gedurende het eerste jaar werd Greystoke vaak door de apen aangevallen. Maar hij waagde het niet meer ongewapend naar buiten te gaan. Hij had de hut versterkt en een slot op de deur gemaakt, zodat hij niet bevreesd behoefde te zijn, dat de wilde dieren in zijn woning konden komen. In zijn ledige tijd las Greystoke dikwijls zijn vrouw uit de boeken voor, die hij had medegebracht. Daaronder waren veel kinderboeken. In een dagboek, dat hij aangelegd had, beschreef hij het vreemde leven, dat zij daar leidden en sloot het boek steeds in een doos weg. Dit dagboek schreef hij in het Frans. Ongeveer een jaar na de geboorte van zijn zoon werd zijn vrouw ziek en ontsliep Lady Alice Greystoke kalm en rustig. De vreselijke verantwoordelijkheid voor de zorg van zijn kleine zoon drukte zwaar op zijn schouders. Het laatste gedeelte van zijn dagboek schreef hij de morgen na haar dood en hij deelde al de bijzonderheden mede, evenals de wanhoop, die hij voelde. "Mijn kleine jongen huilt om voedsel — O, Alice, Alice, wat moet ik doen?" Terwijl Lord Greystoke deze laatste woorden geschreven had, ontviel de pen aan zijn handen en hij steunde het hoofd op zijn armen. Lange tijd verbrak geen enkel geluid de stilte van de wildernis, dan alleen het klagend geschrei van het kind, dat honger had. Toen.... kwamen de apen!




11. In het bos, dicht bij de hut, ging Kerchak, de koning van de apen, als een bezetene te keer. De jonge apen en de zwakkere leden van de troep brulden van de hoogste takken van de bomen, terwijl ze met gewaagde sprongen probeerden weg te komen. De grote apen waren niet zo bang, maar ze bleken toch niet tegen de grote sterke Kerchak opgewassen. Met een tak sloeg hij er op los en deed de arme dieren, die hij raakte, brullen van de pijn. Opeens zag Kerchak Kala, een even grote aap als hij, die juist voedsel voor zich en haar kindje had gezocht. Niets kwaads vermoedend kwam zij op de koning af, doch kon zich nog juist op het laatste ogenblik, opgeschrikt door een waarschuwende kreet van de andere apen, uit de voeten maken. Kerchak zag dit en volgde haar, waarna Kala met enkele grote sprongen wist te ontkomen, doch haar kindje, dat zich niet vast genoeg om haar hals had geklemd, stortte van grote hoogte naar beneden. Zonder zich verder om de koning te bekommeren, klom Kala vlug naar beneden, doch het kleine aapje had zijn nek gebroken en was dood. Kerchak was door het gebeurde zo geschrokken, dat zijn kwade bui opeens gezakt was.




12. Toen de troep dit bemerkte, kwamen de apen weer dichterbij. Kerchak riep de dieren bijeen en vertelde wat er gebeurd was. Meer dan een uur duurde het gesprek, toen gingen ze allen naar de hut vlak bij de zee. De hele lange weg droeg Kala haar dode kindje in haar armen. Spoedig hadden zij de laatste bomen van het oerwoud bereikt en daar lag de hut vlak voor hen. Kerchak was van plan het inwendige van de hut aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Hij was heel nieuwsgierig naar de kleine, zwarte stok, waarmee de bewoners van de hut vaak dood en verderf onder zijn troep hadden gezaaid. Er was niets van de man te bekennen. Langzaam, iedere vezel van hun lichaam strak gespannen, kropen zij geruisloos naar het kleine huis toe. Kerchak zelf liep naar de stevige deur, die op een kier stond en gluurde naar binnen. Achter hem kwamen nog twee grote apen en dan Kala met haar kindje. Kerchak duwde de deur open. Ze zagen de vreemde, witte aap met zijn hoofd op de tafel liggen en op het bed een lichaam, dat met een laken was bedekt. Een zacht geschrei klonk uit een kleine wieg. Kerchak trad binnen. Greystoke rees plotseling op en wat hij toen zag, deed zijn hart bijna stilstaan van schrik. Zijn revolvers en geweren hingen aan de muur. In de deuropening stonden drie mensapen. Achter hen verdrongen zich vele andere, — hoeveel heeft hij echter nooit geweten.






De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.