home

De Tarzan Tweeling en Jad-Bal-Ja
van Edgar Rice Burroughs

(7)



Vlak bij hen hurken twintig angstige mannen, ballingen uit de Gouden Stad Opar, neer onder een primitief afdakje, waar ze geschuild hebben voor het vreselijke onweer...

De hele nacht hebben ze daar nat en koud op elkaar gepropt gezeten, maar bij het eerste morgenlicht komen ze weer tot leven...

Gulm, de hogepriester, staat het eerst weer overeind...

Opstaan, Ulp! Vooruit, maak je gereed om de komst van de Vuurgod te begroeten, die een nieuwe dag brengt!

UNHH!

Vlug!

Gulm wijst naar het Oosten en automatisch keert het meisje haar knappe, maar sombere gezichtje naar de opkomende zon... Gulm heft een vreemd, woest gezang aan als de grote rode vuurbol langzaam oprijst boven de onzichtbare horizon...


Als de korte plechtigheid achter de rug is, richten de Oparianen hun aandacht op een karig en koud ontbijt...

Hoe ver nog, Blk, tot aan de plaats, waar we een nieuwe tempel kunnen bouwen om onze erediensten voort te zetten?

Een dagmars, misschien twee!

Als we niet spoedig een tempel voor de Vuurgod bouwen en hem een offer brengen, zal hij in zijn woede ons allemaal vernietigen!

We hebben toch een nieuwe priesteres voor hem gevonden!

Ja, maar zijn offer MOET hij hebben! Hij verwacht van Gulm, zijn hogepriester, dat deze hem zijn voedsel verschaft, en Gulm verwacht van jullie, de lagere priesters van de Vlammende God, dat jullie het vinden en brengen!

Nu de hogepriester Cadj dood is en La zich tegen de eeuwenoude offertraditie heeft gekeerd, heeft de Vlammende Vuurgod alleen ONS nog om hem te dienen!

Waarom HAAR niet?

NEE! Wie er alleen maar aan dčnkt de hogepriesteres van de Vuurgod kwaad te doen, moet sterven!

Ik (uche!) wil haar geen kwaad doen! Ik vroeg alleen maar iets!


 


De inhoud op deze pagina staat onder:
copyright 2016 by Marten Jonker.