De Terugkeer van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(1)
1. Een grote oceaanstomer naderde
Frankrijk. Tarzan van de Apen bevond zich aan boord op weg
naar zijn geboorteland, naar de Afrikaanse jungle. Terwijl
hij, wat zwaarmoedig over de laatste paar weken nadacht,
vroeg hij zich af, of hij wel verstandig had gehandeld. Want
hij had afstand gedaan van zijn geboorterecht. Zijn
gedachten gleden van het verleden naar de toekomst. Hij
trachtte vooruit te zien en zich een ogenblik voor te
stellen, dat hij de plaats, waar hij geboren was en zijn
jeugd had doorgebracht, zou weerzien. Maar wie zou hem daar
nu welkom heten in die woeste jungle, waar hij twintig jaar
van zijn leven, — hij was nu twee en twintig — had
doorgebracht.? Alleen Tantor de olifant kon hij zijn vriend
noemen. De overige dieren zouden hem opjagen of voor hem
vluchten, zoals ze dat ook vroeger gedaan hadden. En de apen
van zijn eigen troep, zouden die hem de vriendenhand
toesteken? De beschaving was hem onaangenaam geworden. Hij
verlangde naar het oude jungle-leven. Hij keek nu met wat
meer verwachting de toekomst in, die hij zichzelf had
uitgestippeld. Terwijl hij hierover zat te mijmeren, zag
Tarzan, weerkaatst in een spiegel, vier mannen, die zaten te
kaarten. Opeens was hij vol aandacht en probeerde geen enkel
detail van hetgeen hij zag, te missen. Er ontstond een
scherpe woordenwisseling. Een van de spelers sprong op,
leunde over de tafel en sloeg de ander midden in het
gezicht. Toen bemoeiden de beide anderen er zich mee.
2. Toen de valse speler trachtte weg
te sluipen, zag hij zich de ingang versperd door de hoge
gestalte van Tarzan. Met ijzeren vuist greep Tarzan hem beet
en hoe de man ook om zich heen sloeg en schopte, hij kon
zich niet bevrijden. Het was de eerste kennismaking van
Nicola Rokoff met de spieren, die hun bezitter de
overwinning hadden doen behalen op tegenstanders als Numa,
de leeuw, en Terkoz, de grote mensaap. Terwijl hij den
schelm naar zijn verbaasde medespelers terugsleepte,
vertelde hij de truc met de kaarten, die in hij de spiegel
had waargenomen. Daarna liet hij zijn gevangene los en dacht
verder niet meer over de zaak na. Maar na dit voorval zou
Tarzan bemerken, dat hij zich een aartsvijand had gemaakt,
want Rokoff was een van de grootste schurken van heel
Europa.
De volgende dag liep het schip de haven binnen. Na zijn
aankomst in Parijs begaf Tarzan zich onmiddellijk naar de
apartementen van zijn vriend d'Arnot, die heel blij was hem
te zien. Nooit kon de zee-officier vergeten, dat hij gedood
zou zijn in het kannibalendorp, ver weg in Afrika, als
Tarzan hem met zijn geweldige lichaamskracht niet had gered.
De twee vrienden brachten de weken, die nu volgden, door met
het bezichtigen van Parijs. Op zekere avond ging Tarzan naar
een variété-theater. Onder een dansnummer ving hij
plotseling een glimp op van een paar duivels zwarte ogen,
die strak op hem gericht waren. Hij had het gevoel, dat hij
bespionneerd werd. Had Tarzan slechts geweten, dat hij later
nog dikwijls gevolgd zou worden, dan zou hij meer op zijn
hoede zijn geweest.
3. Het was middernacht, toen Tarzan
door de nauwe afschrikwekkende sloppen van de Rue Maule naar
huis terugkeerde. Omdat het zo rustig en donker was, wekte
het herinneringen in hem op aan zijn geliefde Afrikaanse
jungle. Maar de politie zou u kunnen vertellen, dat er in
heel Parijs geen straat is, die men meer moet mijden, als de
duisternis is ingevallen, dan de Rue Maule. Stevig
voortstappend door het dichte duister tussen de smerige
huizen van deze treurige buurt, hoorde Tarzan opeens om hulp
roepen. Het was een vrouwestem, die van de derde verdieping
van een huis aan de overkant kwam. Voordat de echo
weggestorven was, vloog Tarzan de trappen op om haar te
helpen. Achter een deur hoorde Tarzan hetzelfde geschreeuw
weer, dat hem naar boven had doen snellen. Het volgend
ogenblik stond hij midden in een halfdonkere kamer. Een
smerige olielamp wierp haar flauw schijnsel over een dozijn
figuren. Het waren allen mannen, behalve één vrouw, die
tegen de tegen de muur gekropen was. "Help Monsieur", riep
de vrouw zacht tegen Tarzan, "ze willen me vermoorden". Hij
zag de sluwe, duivelse gezichten van beroepsmisdadigers en
bemerkte met verwondering twee andere dingen. Een was een
man, die stilletjes de kamer uitsloop, het was Rokoff, zijn
gezworen vijand. Het andere ding was van meer onmiddellijk
belang.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.