De Terugkeer van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(2)
4. Tarzan keerde zich juist op tijd om, om te zien, dat een
grote man met een zware stoel boven zijn hoofd zwaaide. De
anderen, die allen messen droegen, vielen hem nu aan. Maar
de snel werkende hersenen en de spieren, die getraind waren
in de strijd met apen en leeuwen, waren niet zo gemakkelijk
klein te krijgen, als deze Parijse Apachen wel dachten.
Tarzan, de aapman, stormde op zijn vreselijken tegenstander
los. Terwijl hij het neerkomende wapen ontweek, gaf hij den
man een vreselijke slag, die hem in elkaar deed zinken. Nu
keerde hij zich naar de anderen. Dit was sport. Hij genoot
de vreugde van het gevecht en zijn plotseling weer ontwaakte
strijdlust deed het dunne laagje vernis der beschaving van
hem afvallen. Zijn sterke witte tanden vonden de keel van
een aanrander. Hij vocht zoals hij geleerd had te vechten
tegen de grote mensapen in de troep van Kerchak. Als een
tijger sprong hij door de kamer. Beenderen kraakten en
braken in zijn ijzeren greep. De bloedende Apachen gilden.
Het gezicht van de vrouw veranderde telkens van uitdrukking,
terwijl ze dit wrede gevecht gadesloeg. In plaats van de
gehuichelde angst en ellende bij Tarzans komst, stond er
thans afschuw op te lezen. Deze man, die door haar kreten
hierheen gelokt was, om gedood te worden, had de rollen
ogedraaid. Ze keek naar de Herkules, die krankzinnig scheen
te zijn geworden. En buiten de deur wachtte Rokoff zijn
vertrek af.
5. Rokoff had genoeg gezien om tot de
overtuiging te komen, dat niet Tarzan die nacht zou worden
gedood. Hij belde de politie op. Toen deze arriveerde, vond
ze Tarzan als een wild beest tegen de muur staan. Voordat ze
hem konden arresteren, sprong hij naar het open venster,
liep over het plaatsje naar een boom en verdween tussen de
takken. Terwijl hij vlug naar boven klom, zag Tarzan vlak
boven de kruin van de boom een dak. De spieren, die hem
jaren lang door de bomen van het oerwoud hadden doen
slingeren, lieten hem ook nu niet in de steek. Hij slingerde
zich naar de goot, klom op het dak en kroop vlug van het ene
huis naar het andere, tot hij zich langs een andere boom
naar beneden liet glijden. Het duurde nu niet lang meer, of
hij was veilig thuis en in bed, waar hij weldra in een diepe
slaap viel.
Luitenant d'Arnot had moeite gedaan om Tarzan een
diplomatieke betrekking te bezorgen, hetgeen hem was gelukt.
Er was veel lichamelijke moed voor nodig en het was een
geheime zending. Tarzan was overgelukkig, want dit betekende
nieuwe avonturen. En zo nam hij van zijn vriend en van
Parijs afscheid en zette koers naar Noord-Afrika. Een zekere
officier werd ervan beschuldigd, documenten van grote waarde
te hebben gestolen, en zijn regering was bevreesd, dat deze
door een andere regering zouden worden gekocht. Deze
documenten terug te krijgen en een oog te houden op den
verrader was de opdracht, waarmee Tarzan, als Amerikaans
toerist gekleed, in Algiers aankwam.
6. Spoedig werd Tarzan bij het Franse
garnizoen te Sidi-bel-Abbes een zeer geziene figuur. Onder
de officieren, die hij ontmoette, was ook de man, dien hij
moest bewaken. Gedurende een maand gebeurde er niets. Toen
kwam er een bevel binnen om naar een woestijn ver in het
Zuiden te vertrekken. Met het vooruitzicht weer eens op de
leeuwenjacht te kunnen gaan, sloot Tarzan zich bij de
expeditie aan. Terwijl Tarzan zijn paard besteeg, ving hij
een glimp op van een eigenaardige, bekende figuur, die hem
vanuit een naburig huis gadesloeg. Later zag hij den man in
een op fluisterende toon gevoerd gesprek met den verdachten
luitenant. Hier was dus iets, waar hij zijn aandacht aan
moest besteden.
De tocht naar de woestijn begon, en hij zag gedurende twee
dagen niets van hen beiden. In Sidi Aissa was het marktdag
en verschillende karavanen met kamelen uit de woestijn.
Geboeid door al het nieuwe dat hij zag, bleef hij een dag
langer dan de soldaten in het plaatsje vertoeven. Voor het
bezoeken van de bazars huurde hij een jongen Arabier als
tolk en bediende. Tegen het vallen van de avond trok Abdoel
Tarzan aan zijn mouw en fluisterde: "Kijk, meester!" "Achter
ons". Abdoel wees naar een figuur, die in de schaduw
verdween. "Hij heeft ons al de hele middag gevolgd." Tarzan
ving een glimp op van een Arabier in een blauwe burnoes en
witte tulband. "Hij verbergt zijn gezicht. Dat doet een
eerlijke Arabier niet. Hij is slecht!" zei Abdoel
verachtelijk.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.