home

De Terugkeer van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs


(20)




58. Tegen het ondergaan van de zon begroeven ze Clayton naast de graven van zijn oom en tante, de voormalige Lord en Lady Greystoke. En het was op verzoek van Tarzan, dat er drie salvo's werden afgevuurd over de laatste rustplaats van "een dapper man, die de dood moedig onder de ogen heeft gezien." De vader van Jane, die vroeger predikant was geweest, leidde de eenvoudige dienst. Het was een eigenaardig gezelschap, dat om de groeve van den jongen Engelsman geschaard stond. Er waren Franse officieren en matrozen, Engelsen en Amerikanen, een rij van wilde Afrikaanse dapperen en de boven allen uitstekende gestalte van Tarzan van de Apen. Het was dit toneel, dat Lord Tennington en "Thuran" zagen, toen ze door de jungle naar het strand kwamen. "Wat is daar aan de hand?" vroeg Tennington aan "Monsieur Thuran". Het kleine gezelschap wandelde nu naar het kamp terug, waar Tarzan sprak met den kapitein van de kruiser. Toen "Thuran" naar de troep keek en den reus zag, aarzelde hij en werd bleek. Het leek hem onmogelijk, dat hij hier voor het voorwerp van zijn haat stond, voor Tarzan. De aapman vroeg den kapitein om het vertrek van de kruiser enkele dagen te willen verschuiven, omdat hij enkele mijlen het binnenland in, zijn bezittingen wilde halen, en de kapitein voldeed gaarne aan dit verzoek. Op dat moment klonk er een schot uit het bos. Er was een vlam, een knal van een geweer en een kogel bestemd om het hart van Tarzan te doorboren suisde door de lucht.




59. De kogel vloog rakelings over Tarzans hoofd zonder hem te deren. Voordat zijn vijand opnieuw kon vuren, had de aapman hem het geweer ontrukt en duwde hij de strompelende figuur voor zich uit. Het was Rokoff, de Rus, alias "Monsieur Thuran". Jane smeekte Tarzan den man aan het Franse gerecht over te leveren en de matrozen sloegen hem aan boord van de kruiser in de boeien. Eerst werd hij echter gefouilleerd en tot blijdschap van Tarzan kwamen de gestolen documenten te voorschijn. Kort na deze opwindende gebeurtenissen stelde Jane Tarzan en Tennington aan elkaar voor. "John Clayton, Lord Greystoke, my Lord", zei ze. Er moesten verschillende voorvallen uit het leven van den aapman verteld worden, om Lord Tennington er van te overtuigen, dat zij zich niet vergiste. Laat in de middag keerden Tarzan en zijn krijgers met de eerste lading van zijn bezittingen uit het oerwoud terug. Toen de mannen de staven schitterend goud zagen, omzwermden zij den aapman met duizenden vragen. Maar Tarzan weigerde lachend nadere verklaringen te geven; het enige, wat hij zei, was: "Ik heb duizenden staven achtergelaten". Toen ze de schat aan boord van de kruiser hadden opgeborgen, zei de kapitein, dat hij zich voelde als de commandant van een oud Spaans galjoen, dat terugkeerde met de schat van de steden der Azteken. Maar Tarzan hechtte geen waarde aan het goud in vergelijking met het goudharige meisje, dat hij gered had uit de gouden stad.




60. Toen zij de volgende morgen voorbereidselen maakten om zich op de kruiser in te schepen, zei Tarzan tegen Jane: "Wilde dieren worden verondersteld ontbloot te zijn van gevoel. Maar desniettegenstaande zou ik graag willen trouwen in de hut, waarin ik geboren ben, naast de graven van mijn vader en moeder en omgeven door de wilde jungle, die altijd een thuis voor me is geweest. En zo had in de schaduw van het oerwoud een dubbele huwelijks-inzegening plaats. Want Lord Tennington trouwde met Jane's vriendin de Amerikaanse. Daarna, toen de kruiser koers naar zee zette, stond Tarzan in een wit pak tegen de railing geleund, zijn mooie jonge vrouw naast zich. Twintig naakte, zwarte krijgslieden, wuivende met hun oorlogssperen boven hun hoofden, riepen een vaarwel naar hun koning, die in "de grote kano" vertrok. En Tarzan, die terugzwaaide, zei tot zijn vrouw: "Ik zou de gedachte niet kunnen verdragen, dat ik de jungle voor het laatst heb gezien, was het niet, dat ik wist, dat ik een nieuwe wereld van geluk binnenga met jou voor altijd bij me".

vorige


De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.