Een paar avonden later houdt een reusachtige gestalte met trillende neusvleugels stil bij de as van Jane's kampvuur... Háár voet-afdrukken! Die zou ik uit miljoenen herkennen... Een boomhuis! Daar is ze natuurlijk! Daar moet ze zijn...! Niet in staat een woord uit te brengen door de ontroering die hem de keel dichtknijpt hijst Tarzan zich zachtjes op aan de takken... Maar in het boomhuis... Obergatz... Hij is toch teruggekomen! Hij is nog erger dan Mo-Sar! En ik zal hem nu moeten doden! Jane... hart van mijn hart... Ik ben het! Tarzan... Oh, Tarzan...! Ik wist wel dat je me zou vinden! Jane... lieveling! |
De hemel was ons genadig, Tarzan van de Apen! Ik maak me nu alleen nog zorgen over Jack, onze zoon! Waar is hij...? Hij was aan het Argonnefront toen ik 't laatst van hem hoorde. We moeten plannen maken voor onze terugkeer... Naar ons Afrikaanse landgoed of ons Londense...? Naar Londen! Maar alleen om onze Jack weer te zien! Ik wil mijn zoon bij me hebben! De volgende morgen, als zij de vallei van Jad-Ben-Otho doorkruisen... Daar... voor ons... zijn woeste mannen en verscheurende dieren... maar met mijn Tarzan bij me, ben ik niet bang! GA-HONK! Wat is dat voor lawaai? Dat is een Gryf! Misschien heb je toch wat te overijld gesproken, Jane! Tarzan...! Wat voor kans hebben we... tegen dàt daar...? Niet weglopen! Rustig maar! GRONK |