Tarzan en de Olifantsmannen
door Edgar Rice Burroughs
(27)
79. Tarzan en zijn vrienden zaten in
de val. Menofra had de deur op slot gedraaid aan de
buitenkant en de soldaten van de wacht kwamen nu de gang
inrennen. Stanley Wood keek naar den gebonden en geknevelden
koning. "Ik zou hem wel willen doden voordat zij ons in
handen krijgen", verklaarde hij bitter. Gonfala knikte.
Sinds zij gevangen was genomen, had deze beestachtige koning
haar het hof gemaakt, doch zijn angst voor de koningin had
hem in het gareel gehouden. Toen hij gehoord had, dat zij en
Stanley Wood verloofd waren, had hij hen beiden gevangen
gehouden, stevig gebonden, in deze zelfde cel. "Hij verdient
de dood voor al zijn misdaden, die hij heeft begaan",
verklaarde Tarzan, "maar hij heeft voor ons meer waarde als
hij leeft, als gijzelaar." Terwijl de aapman sprak, hadden
de soldaten de deur van de cel bereikt, en zij spraken
opgewonden met elkaar, toen zij de vreselijke wond zagen aan
het hoofd van koningin Menofra. Toen hoorden zij de schrille
stem van de koningin, die boven het rumoer uitklonk. "Er is
een wild mens in de cel. Hij heeft de gevangenen bevrijd.
Zij willen Phoros doden. Ik heb hun hulp niet nodig, ik wil
hem zelf doden! Ga naar binnen, neem de vreemdelingen
gevangen en breng den koning bij me!"
80. Toen Menofra de wacht beval naar
binnen te gaan en de gevangenen opnieuw te binden,
schreeuwde Tarzan een waarschuwing. "Als jullie binnen komt,
zal ik den koning doden". De soldaten hielden stil. Na met
Menofra beraadslaagt te hebben riep de kapitein van de
wacht: "Lever Phoros uit aan de koningin, en wij zullen U
niets doen." Phoros kromde en kronkelde zich en schudde zijn
hoofd heftig. Geamuseerd deed Tarzan de doek van zijn mond
af, zodat hij kon spreken. Phoros stotterde, zo bang was
hij. "Zij zal mij doden! Geef mij niet aan haar over",
smeekte hij. "Misschien kunnen wij tot een vergelijk komen",
stelde Tarzan voor. Hij zette zijn plan uiteen. Hij eischte
voor zich en zijn vrienden de vrijheid en een vrijgeleide
tot aan de Pas der Krijgers. De grote diamant moest hun
worden teruggegeven. En Phoros moest als gijzelaar tot aan
de grens met hen mee. De koning knikte toestemmend. De
aapman maakte zijn banden los. "Verklaar mijn plan aan Uw
vrouw", beval hij. Phoros bereikte de deur en begon met zijn
liefste stem te praten. "Ik luister niet naar je!"
schreeuwde Menofra. Zij wendde zich tot de wacht. "Ga naar
binnen, lafaards, die jullie zijn en breng den koning naar
buiten!"
81. Phoros smeekte de koningin het
voorstel te accepteren, waarbij Tarzan en zijn vrienden vrij
gelaten zouden worden. "Luister, lieveling", zei hij
smekend. "Er is niets te luisteren, jij beest, jij
moordenaar! Ik wil je alleen maar in mijn handen hebben,
jij... jij...". "Maar lieveling, kleine Menofra, luister
toch naar rede". "Zeg alsjeblief geen lieveling tegen me!"
gilde Menofra. Opnieuw wendde zij zich tot de wacht. "Ga
naar binnen en neem hen gevangen!" "Neen", brulde Phoros,
"blijf buiten! Ik ben de koning, en dat zijn bevelen, die
alleen de koning geven kan". "Ik ben de koningin", gilde
Menofra, "ik zeg jullie naar binnen te gaan en den koning
gevangen te nemen." "Ik wens niet, dat mijn manschappen
ongehoorzaam zijn aan mijn bevelen!" schreeuwde de koning.
Om uit de moeilijkheden te geraken, stelde de kapitein van
de wacht voor, dat Kandos, de eerste-minister zou worden
geroepen, wat Menofra toestond. Ofschoon Kandos een
booswicht was, bezat hij een grote wijsheid. Binnen enkele
ogenblikken was de minister bij de koningin. Na een
fluisterend gesprek met de koningin riep Kandos tegen
Tarzan: "Alles is geregeld. U en Uw vrienden zullen bij het
aanbreken van de dag in vrijheid worden gesteld. U kunt den
koning tot aan de Pas als gijzelaar met U meenemen". Bij
deze woorden gaf Kandos een boosaardig knipoogje tegen
Menofra.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.