home

Tarzan van de Apen
door Edgar Rice Burroughs

(7)


19. Eens deed Tarzan zich zodanig gelden, dat de andere apen in hem hun meerdere moesten erkennen. De troep was in een smal door de natuur gevormd amfitheater bijeen. Hier, veilig voor overvallen, vierden zij hun overwinning op een vijandelijke troep. Midden in de kring bevond zich een van die vreemde aarden trommen, die de apen voor hun zonderlinge feesten bouwen en die zij "dum-dum" noemen. Tarzan, Lord Greystoke, is ongetwijfeld het enige menselijke wezen, dat ooit meedeed aan het wilde, bedwelmende feest van de Dum-dum. Die dag zou een gevangen genomen aap gedood worden. Twee grote apen legden het lichaam van de vijand voor de aarden dum-dum. Ze kwetterden en bleven ieder aan een kant de wacht houden. De andere apen rolden zich in elkaar en sliepen tot de volle maan zou opkomen, wat het teken zou zijn voor het feest. Uren achtereen heerste er volslagen rust, doch toen de duisternis zich over de wildernis legde en de maan al hoger en hoger steeg, begonnen de apen zich te roeren. Ze vormden een wijde kring rond de drie grote apen, die met afgebroken takken op de dum-dum begonnen te slaan. Mijlen ver was dit woeste ritme te horen. Kerchak sprong in de open ruimte, gooide zijn kop achterover en zich op de borst slaande, stiet hij driemaal zijn vreselijke overwinningskreet uit. Andere apen herhaalden dit vreselijke geschreeuw. Toen begon de woeste dodendans. En Tarzan, bezweet, gespierd, de ogen flonkerend, was één met deze wilde, dansende horde.




20. De onheilspellende dans was afgelopen. Op een teken van Kerchak zweeg de dum-dum. De dieren doodden nu de gevangen aap en de grootste en sterkste onder hen vielen het eerst aan. Tarzan met zijn scherp mes gewapend, sneed een groot stuk af, groter dan hij gedacht had te zullen krijgen. De oude Tublat loerde naar Tarzan met een blik van haat in zijn kleine ogen. Tarzan begreep de bedoeling van het grote beest en liep vlug weg, op de voet gevolgd door Tublat. Met een forse sprong greep Tarzan een laag hangende tak beet en klom naar boven, Tublat nog steeds achter hem aan. Hij klom naar de bovenste takken, waar zijn zware vijand hem niet kon volgen. Toen ging hij zitten, slingerde verwijten en beledigingen naar het woeste, schuimbekkende dier, vijftig voet beneden hem, totdat Tublat in razernij ontstak. Met een vreselijk geschreeuw schoot hij naar beneden en viel een groep jongere dieren aan, die daar bijeen, stonden. Tarzan zag dit alles vanuit zijn hoge schuilplaats onverstoorbaar aan. Als een pijl uit de boog schoot hij naar beneden en stormde op het razende dier af. Met een kreet van triomf danste Tublat heen en weer. Tarzan sprong echter onbevreesd op hem af en stak hem het mes in het hart. Als een blok rolde de reusachtige aap op de grond. Tarzan met zijn voet op de nek van de vijand, gooide zijn hoofd achterover, sloeg zich op de brede borst en stiet de trotse overwinningskreet van de mensapen uit.




21. De morgen na de dum-dum trok de troep langzaam door het woud naar de kust. Het lichaam van Tublat lag, waar het gevallen was, want Kerchaks onderdanen vergrepen zich niet aan hun eigen doden. De mars was een aanhoudend zoeken naar voedsel. Eens kruiste de oude Sabor hun pad. Het gebrul van Sabor was voldoende om hen naar de hogere takken te doen verhuizen. Tarzan zat vlak boven de leeuw en gooide een dennenappel naar zijn vroegere vijand. En in zijn hersenen rijpte een groots plan. Hij had de trotse Tublat gedood; nu wilde hij zijn krachten meten met de sterke Sabor en deze eveneens verslaan. Diep in zijn hart droeg hij het verlangen, zijn lichaam met kleren te bedekken. Hij had uit zijn prentenboeken geleerd, dat alle mensen bedekt waren, terwijl apen en andere levende schepselen naakt rondliepen. Daarom wenste hij de huid van Sabor de leeuw te bezitten. Die dag waren er echter andere dingen, die zijn aandacht vroegen. Plotseling viel de nacht in. Vanuit de verte kwam een zacht, dof gerommel. De grote bomen beefden. Bliksemflitsen doorkliefden de inktzwarte wolken. Hevige donderslagen kwamen al dichter en dichter bij. De troep zat huiverend van angst en koude onder de zware takken van de bomen, om zich tegen de stromende regen te beschutten. Uren duurde dit onweer — toen was het plotseling afgelopen. En Tarzan had nu iets begrepen van het mysterie van de kleding. Hoe behaaglijk zou hij zich hebben gevoeld in de veilige beschutting van Sabors warme pels. Zo was er een nieuw begrip aan zijn denken toegevoegd.





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.