Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs
(6)
16. Terwijl het vliegtuig zich snel
voortbeweegt, tracht Tarzan Ogabi te kalmeeren, dien hij
meegenomen heeft als jager en spoorzoeker. "Dit is niet de
plaats voor Ogabi, Bwana, in de maag van een vogel", zegt de
groote krijger bevend. "Dappere Ogabi hoeft niet bang te
zijn", antwoordt de aapman, "en hij moet niet bang worden
als de storm ons grijpt." "Welke storm?" vraagt Gregory. "Er
is storm op komst", antwoordt Tarzan eenvoudig. "Hoe weet je
dat?" "Dat weet Tarzan altijd van te voren", verzekert
kapitein Lavac hem. Tarzan zou het echter zelf niet hebben
kunnen verklaren. Evenals de wilde dieren is hij veel
gevoeliger voor allerlei waarnemingen dan de menschen. En
een half uur later komt zijn voorspelling uit, het vliegtuig
bevindt zich midden in een orkaan. Geruimen tijd later roept
Lavac uit de cabine: "Houden jullie je goed vast, wij zijn
uit de richting. Ik kan geen opening in de wolken vinden,
zoodat ik dalen kan. En ik zal toch moeten dalen". Op
datzelfde oogenblik sputtert de motor nog even, en houdt dan
stil.
17. De passagiers houden zich angstig
vast als het vliegtuig met zijn neus naar beneden door de
wolken valt. Zij denken niet anders dan dat zij dood of
zwaar gewond op de aarde terecht zullen komen, doch opeens
roept kapitein Lavac uit: "Water! Er is water onder ons! Wij
zijn gered!" Een paar minuten later glijdt het vliegtuig
naar den rand van een klein meer, omgeven door een dicht
oerwoud, wild en ontoegankelijk. Het stortregent. Tarzan en
Ogabi dragen hun vrienden naar de kust, terwijl de orkaan
door de boomen loeit. Frederik Gregory laat den moed niet
zakken, hij is blij, dat ze gered zijn en wil alleen wachten
tot de storm voorbij is. "Wij moeten Bonga bereiken, voordat
Thome daar is, om Helen te redden." "Wij hebben
waarschijnlijk in het rond gevlogen", deelt Lavac mede, "ik
weet niet, waar Bonga ligt van hieruit". "Denkt U, dat wij
verdwaald zijn?" vraagt Gregory. Lavac knikt. Gregory wendt
zich nu tot Tarzan. "Jij weet natuurlijk wel waar we zijn,
is het niet?" Maar de aapman schudt het hoofd.
18. De storm gaat even snel liggen als
hij opgekomen is. De boomen schudden hun natte kruinen en de
zon schijnt opnieuw. Maar in het hart van Frederik Gregory
schijnt de zon niet. "Verdwaald", mompelt hij. "Wij zullen
Bonga nooit op tijd bereiken om Helen te redden uit de
handen van dien duivel Thome." "Wij zullen ergens heengaan",
zegt Tarzan, "misschien komen wij een plek tegen, die ik
herken." Magra is in gedachten verzonken. Als de geheime
agent van Thome is het haar taak zijn aanvallers te
misleiden. Vlug snelt zij het bosch in en haalt uit haar zak
een opgevouwen stuk papier te voorschijn. Het is een copie
van de gestolen kaart van Athair. Zij bekijkt de kaart
aandachtig. "Ja, hier is het meer, en daar Bonga. Hier, twee
wegen". Nadat zij de kaart weer opgeborgen heeft, begeeft
zij zich naar de mannen. "Ik herken het meer, ik ben hier
reeds eerder geweest, en weet, waar wij zijn", zegt ze. Zij
leidt hen langs het meer naar een pad. "Dit", zegt ze, "is
de weg naar Bonga." "Bravo!" roept Gregory verheugd uit. Als
hij slechts geweten had, dat Magra hem op een dwaalspoor
brengt — dat dit pad hen dieper de jungle invoert, weg van
het gewenschte doel!
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.