Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs
(37)
109. De ptoom, die wakker geschrokken
is, kijkt de beide mannen een oogenblik strak aan, doch gaat
daarna weer rustig liggen en slaapt door. Want hij heeft de
beide mannen in hun waterpakken voor ptomen aangezien. Zoo
kunnen zij dus hun tocht vervolgen en voordat zij de
troonzaal binnengaan neemt Tarzan nog twee waterpakken van
de haken. Zij komen in de troonzaal, waar de kooien met de
gevangenen zich bevinden. De sterke armen van Tarzan buigen
de tralies uiteen, zoodat Brian en Lavac er uit kunnen
stappen. Beiden trekken onmiddellijk de waterpakken aan,
terwijl de anderen eveneens bevrijd worden, doch bevel
krijgen hun vrijheid te zoeken op de manier, die hun het
best voorkomt. Doch de halfkrankzinnige Atan Thome is naar
Athair gekomen met het doel zich meester te maken van den
"Vader der Diamanten" en wil nu zonder dit kostbare juweel
zijn gevangenis niet verlaten. Zoodra hij uit zijn kooi
bevrijd is, loopt hij naar de cassette, die op het altaar
van Brulor voor den troon staat en neemt haar onder zijn arm
mee. Lal Taask en Brian Gregory vliegen op hem af om hem de
cassette te ontwringen, doch Atan Thome begint te schreeuwen
als een wildeman, waardoor de ptomen ontwaken, die even
later achter elkaar de troonzaal inrennen, hun drietand bij
zich, gereed voor den strijd.
110. De ptomen slaan er op in, en
zouden, zoo noodig de gevangenen zeker doodgeslagen hebben.
De gevangenen vechten zoo goed zij kunnen met drietanden,
die zij de ptomen ontrukken, met stukken meubilair, of met
hun vuisten. Zij zijn vastbesloten liever te sterven, dan
weer in hun kooien te worden teruggebracht. Het is Tarzan,
de koning van de jungle, die den zwaarsten strijd te voeren
heeft, want omdat hij hun meest gevaarlijke tegenstander is,
besteden de ptomen de meeste aandacht aan hem. Het is
moeilijk voor hem, om tegen deze overmacht stand te houden.
Iederen keer als Tarzan een der ptomen heeft teruggedreven,
springt er een ander naar hem toe. Vele gevangenen hebben er
het leven bij ingeschoten, doch Brian, Lavac en Herkoef
hebben kans gezien hun vijanden van zich af te houden. De
strijd is bijna ten einde, als Brulor, door het lawaai
gewekt, de troonzaal komt binnenstuiven. "Mannen van den
tempel van Brulor!" roept hij uit, "doodt hen! Doodt aan
hen, die zich van den "Vader der Diamanten" meester hebben
gemaakt! Verzamelt de soldaten!" Tarzan weet, dat de komst
van de soldaten noodlottig zal zijn voor hem en zijn
vrienden.
111. Gehoorzamend aan het bevel van
Brulor gaat een van de ptomen de troonzaal uit om het
slechte nieuws aan de koningin te vertellen. Haar oogen
schieten vuur en zij roept haar dapperste soldaten om de
gevangenen weer te grijpen. "Zij hebben ons nu last genoeg
veroorzaakt", zegt ze, "nu is het met hen afgeloopen!"......
Terwijl Tarzan en zijn vrienden wanhopig vechten om vrij te
komen, vergaat het Magra en Gregory niet veel beter. Nadat
zij beiden door den geheimzinnigen arm zijn vastgegrepen,
wordt Magra, ondanks haar tegenstribbelen, door een lange
gang gevoerd. Zij wordt naar een andere prachtige grot
gebracht. Aan het einde er van staat een leege troon
opgesteld, voor een eveneens leeg altaar. In het midden van
de grot is een waterplas. Als schrille tegenstelling tegen
de schoonheid van de grot, staan op den achtergrond een
dozijn priesters, in lange witte gewaden, die een
spookachtigen indruk maken. Nadat Gregory eveneens
binnengebracht is, komt een der priesters naar voren en
spreekt: "Hoe durft U in den tempel van den waren god te
komen? Slechte lieden uit Athair? Spionnen van den valschen
Brulor? Weet dan, dat wanneer onze ware god terugkeert, gij
Uw lot zult hooren en dat dit verschrikkelijk zal
zijn!"......
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.