home

Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs

(36)
 


106. Als de zes vijandelijke galeien om de Thobotaansche bark heen manoeuvreeren, beseft Tarzan, dat de dood heel nabij is. Voor zichzelf heeft hij geen angst, maar wel voor de levens van Helen en Herkoef, die zich onder zijn bescherming hebben gesteld. Het is dan ook tot hen, dat hij zijn orders geeft. Onmiddellijk trekken zij hun waterpakken aan, terwijl Tarzan hetzelfde doet. Daarna vat hij Helen bij de hand en springt met haar overboord, terwijl Herkoef volgt. Terwijl zij in het donkere water van het heilige meer zinken, schiet de verlichte galei van Thetan naar voren om te trachten tusschen de vijandelijke vaartuigen door te ontsnappen. Tarzan en Helen komen op den bodem van het meer aan, doch door de hen omringende duisternis is het hun niet mogelijk Herkoef te vinden. Bij het aanbreken van den dag worden zij echter weer vereend en opnieuw zetten zij hun gevaarlijken tocht voort. Het plan van Tarzan staat hem duidelijk voor oogen, maar de uitvoering ervan is heel gevaarlijk. Hij wil Helen ergens in de wildernis onder water verbergen. Hij en Herkoef zullen dan trachten Brian en Lavac uit hun kooien te bevrijden, die nog steeds in den tempel van Brulor zitten, bewaakt door de ptomen...!



107. Terwijl het drietal over den bodem van het meer loopt, stooten zij op het wrak van een galei, die in het zand ligt. Schijnbaar heeft het hier al vele jaren gelegen, want groote waterplanten steken door de ribben heen en bedekken de skeletten van de met kettingen aan de galei vastgeklonken slaven. Door zijn helm heen bekijkt Herkoef het wrak, doch opeens is hij hoogst opgewonden. Hij klimt in het wrak en komt even later weer te voorschijn met een juweelenkistje onder den arm en beduidt zijn vrienden, dat hij gereed is om verder te gaan. Door het geven van teekens beduidt Tarzan zijn metgezellen, dat hij van plan is hun vrienden te redden, die zich nog steeds in de gevangenis van Brulor bevinden. Na een langen tocht door de waterwildernis bereiken zij de tuinen, die rondom den watertempel zijn aangelegd. Nadat Helen met de cassette tusschen de planten verborgen is, beduidt Tarzan aan Herkoef hem te volgen. De aapman loopt stevig door, doch steeds op zijn hoede, want in deze zwijgende diepte zijn zijn scherpe ooren en zijn gevoelige reukzenuwen voor hem van geen beteekenis om hem te waarschuwen voor vijanden, die misschien naderbij sluipen.



108. Terwijl Tarzan en Herkoef den tempel van Brulor bereiken, ontdekken de scherpe oogen van den aapman een bewegende schaduw, vlak bij zich. Ptomen! Herkoef snel bij den arm grijpend, verbergt hij zich met zijn vriend achter den stam van een dikken boom, waarlangs de zonderlinge soldaten van Brulor zoo juist gepasseerd zijn. De bodem van het meer schijnt te leven van de ptomen. Tarzan weet niet, dat zij terugkeeren van hun vruchteloozen tocht op zoek naar hem en zijn metgezellen, doch hij weet wel, dat het hem onmogelijk zal zijn, nu den tempel binnen te komen; hij zal moeten wachten, tot het nacht is geworden. Twee uur later, als de duisternis haar netten over het water van het Horus-Meer uitspreidt, en de lichten van den tempel een voor een verdwijnen, behalve de kleine nachtlichten, kruipen Tarzan en Herkoef voorzichtig voorwaarts, om hun laatste wanhopige poging te beginnen. Misschien zullen zij overwinnen, veel waarschijnlijker is het, dat zij deze poging om hun vrienden te redden, met den dood zullen moeten bekoopen. Zij komen door de luchtkamer, daarna door een gang in het slaapvertrek van de ptomen. Ongemerkt bereiken zij de deur van de troonzaal. Bijna hebben zij hun doel bereikt, als een der ptomen ontwaakt. Deze gaat dadelijk rechtop zitten, waarbij hij hen in het oog krijgt.





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.