home

Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs

(35)
 


103. Tarzan begrijpt, dat hij niet veel kans heeft om te ontkomen, eigenlijk slechts één. En die neemt hij te baat. Hij duikt en wil onder de boot doorzwemmen om zoo te ontkomen. Zijn strategie zou met succes bekroond geworden zijn, maar hij heeft niet gerekend op hetgeen hem daar onder water te wachten staat. Een reusachtige haai op zoek naar voedsel, wordt aangetrokken door het licht van de bark. Het dier ziet den aapman onder water duiken en duikt achter hem aan. Tarzan ziet het gevaar, dat hem dreigt en drijft zijn mes in het witte, weeke lichaam van den haai. Het licht heeft eveneens een school van zeetijgers aangetrokken, die nu stil en sinister, op het tooneel van den strijd verschijnen. Het bloed maakt hen dol en zij vallen met hun allen op den gewonden haai aan. De aapman, die het benauwd krijgt, omdat hij reeds zoo lang onder water is, schiet vlug naar de oppervlakte van het water. Hijgend naar lucht, komt hij juist naast de galei naar boven. De soldaten grijpen hem vast en trekken hem aan boord. Hier is het eind van al zijn plannen en waarschijnlijk ook van zijn leven. In handen te vallen van de Athairianen beteekent hetzelfde als te sterven!



104. Doch de krijgers, die hem in de boot trekken, dragen de zwarte pluimen van Thobos en hij hoort een bekende stem, die zijn naam noemt. Het is Thetan, zijn vriend. En Thetan besluit onmiddellijk koers te zetten naar Helen en Herkoef, die in de spelonk wachten, waar Tarzan hen heeft achtergelaten. Doch het geluk, dat de aapman tot nu toe heeft gediend, laat hem in den steek, want op dit oogenblik verlaten zes galeien Athair om de Thobotaansche boot, die zich door zijn lichtschijn verraden heeft, te achtervolgen. "Vannacht zullen wij de gevangenen terug hebben", roepen de soldaten elkaar toe... Intusschen bereiken Magra en Frederik Gregory, op zoek naar Tarzan, een geweldige grot. Zij besluiten hier uit te rusten van hun vermoeienden tocht. "Laten wij eerst zien, of wij hier veilig zijn", spreekt Gregory. Voorzichtig gaan zij de grot binnen. Terwijl zij door de hooge gewelven van druipsteen loopen, zegt Magra huiverend: "Er is iets dreigends hier in deze grot, ik voel, dat wij niet alleen zijn. Er bevindt zich iets in onze nabijheid. Ik ben bang. Ik weet, dat wij worden gadegeslagen, door onzichtbare, duivelsche oogen."



105. Gregory, die vooruit loopt, tracht Magra te kalmeeren. Hij ziet of voelt niets ongewoons. Opeens weerklinkt er een gil van angst, die door de grot weerkaatst wordt. Gregory keert zich snel om, doch uit eveneens een kreet van schrik. Magra is verdwenen — opgelost in de lucht. Gregory tuurt in het duister, doch ziet niets. Daarna wordt er een geheimzinnige hand uitgestoken, die hem vastgrijpt en hem eveneens de duisternis in trekt. Bijna bewusteloos van angst, roept hij luidkeels om hulp, waarbij hij den naam gebruikt van den man, die hem zal kunnen redden van dezen onzichtbaren vijand — hij roept: "Tarzan!"...
Maar Tarzan zal zichzelf gelukwenschen als hij zelf een uitweg weet uit de moeilijkheden, die dicht om hem heen zijn. De galei van Thetan, waarin hij als passagier zit, vervolgt haar weg naar de kust om Helen en Herkoef op te halen, doch zij hebben geen geluk. Terwijl de boot zacht door den nacht glijdt, worden er plotseling zes toortsen op haar gericht en het blijkt, dat de vijandelijke vaartuigen in een halven cirkel om de bark heen liggen. Uit de kelen der Athairianen klinkt een overwinningskreet, terwijl zij gezamenlijk op de eenzame bark afkomen.





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.