home

Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs

(34)
 


100. Terwijl zestig ptomen den tempel van Brulor verlaten, om de achtervolging te beginnen, loopen Tarzan, Helen en Herkoef over den bodem van het Horus-Meer. Tenslotte komen zij op een rotsachtig gedeelte, begroeid met vreemde diepzeeplanten en bewoond door griezelige watermonsters. Plotseling komt er een schepsel aanzwemmen, dat wel wat van een draak heeft, en dat van plan schijnt hen aan te vallen. Als de drie kleine menschen de vreeselijke klauwen van het ondier met de scherpe nagels zien en den langen, beweeglijken staart, die zich in allerlei bochten wringt, voelen zij zich de wanhoop nabij. De wreede oogen van het monster glanzen. Zijn gespleten tong komt uit zijn grooten bek te voorschijn. Opeens slaat het ondier zijn staart om Helen en zwemt weg. Tarzan springt op. Hij slaagt er nog juist in Helen bij haar enkel te grijpen en tracht haar vrij te krijgen. Doch de staart klemt zich nog vaster om haar heen. Tarzan klimt op den rug van het monster en steekt zijn mes eenige malen in het koude lichaam van het ondier. Gekweld door de pijn, maar toch niet doodelijk gewond, laat het monster het meisje los en keert zich nu tegen zijn aanvaller.



101. Bloedend verwond en razend, omdat zijn prooi hem is ontnomen, wendt en keert het dier zich, doch zijn krachten nemen snel af. Hij is niet in staat Tarzan van zich af te schudden, die langs zijn dikken nek omhoog klimt, waar hij eindelijk een plek vindt, waar hij zijn mes in den nek kan steken. De leeuw, de luipaard en de antilope, al deze dieren heeft Tarzan kunnen dooden, tijdens zijn leven in de wildernis, waarom zou hij dan dit beest, waarin ook bloed stroomt, niet de baas kunnen worden? Tenslotte bereikt Tarzan zijn doel en geeft zijn slachtoffer den genadestoot. Het monster trilt, stuiptrekt en sterft. De aapman, die zoo juist de overwinning heeft behaald, laat zich nu weer op den bodem van het meer zakken en beduidt zijn vrienden hun tocht voort te zetten. En weer vervolgen zij hun weg door de wildernis onder water. Tarzan kijkt steeds in het rond, bang dat nieuwe aanvallers hen zullen overvallen. En werkelijk, er komen ook nieuwe monsters naar hen toe en zij verwachten weer een nieuwen strijd, doch de dieren zwemmen door en laten hen met rust. Erger zijn de zestig ptomen, die op zoek zijn naar hen. En hiervan weten zij niets.



102. Door hun goed gesternte geleid, bereiken zij veilig den anderen oever van het meer. Helen en Herkoef zijn bijna aan het einde van hun krachten. Tarzan, frisch en onvermoeid, helpt hen aan land komen. Daar doen zij de benauwde helmen van het hoofd, Helen uit een kreet van blijdschap, als zij Tarzan herkent. "Ik moest toch begrepen hebben dat U het was!" roept ze uit. "Want wie anders dan U zou hebben kunnen doen, wat U hebt gedaan?" Zonder haar te antwoorden wijst Tarzan naar een kloof in de nabijheid. "U en ik zullen daar zoolang in wachten, totdat Herkoef de boot gevonden heeft, die hij weet, dat aan de kust verborgen moet liggen." Maar Herkoef komt spoedig terug met het slechte nieuws, dat de boot, waarop hij heeft gerekend, verdwenen is. Tarzan wacht, totdat het avond is geworden. Dan deelt hij hun mede, dat hij het meer over wil zwemmen en een boot weghalen van de kade van Athair. Helen en Herkoef trachten hem van dit voornemen af te brengen, doch Tarzan springt in het water en zwemt met snelle, krachtige slagen naar de Verboden Stad. Halverwege ziet hij plotseling het licht voor zich van een galei. Even later heeft de bark haar koers veranderd — en komt naar hem toe. Tarzan begrijpt, dat hij ontdekt is!





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.