home

Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs

(44)
 


130. De bewakers zijn meer geamuseerd dan verschrikt, als zij de vreemde strijdkrachten zien, waarmede Tarzan naar Athair is opgetrokken. "Wat", lachen zij, "zullen zulke aanvallers kans zien de stadsmuren te doorbreken en tegen ons ten strijde te trekken?" Zij zijn verwonderd, als ze zien, dat er zich onder de aanvallers een groot aantal menschapen bevindt, die op bevel van Tarzan de priesters over de stadsmuren heen helpen, waarna Tarzan met zijn vrienden en de apen volgt. De aanvallers laten zich aan den anderen kant van den stadsmuur naar beneden zakken. Naar het voorbeeld van Tarzan vecht ieder lid, mensch of dier, met den moed der wanhoop. Maar zij zijn in aantal niet opgewassen tegen het zeker vijfmaal zoo sterke leger der Athairianen. Plotseling verschijnt koningin Atka op een balcon om den strijd gade te slaan. Zij is er van overtuigd, dat haar legers de indringers spoedig zullen hebben overwonnen. "De man, die kans ziet Tarzan te dooden, mag wenschen, wat hij wil, en ik zal zijn wensch vervullen", roept ze. Vele soldaten vallen nu Tarzan aan, in de hoop hem te kunnen verslaan.



131. Op dat oogenblik ziet de toestand voor Tarzan en zijn vrienden er waarlijk hachelijk uit, maar er is redding nabij. Een der legeraanvoerders, die bij de koningin op het balcon staat, wijst in de verte naar de oorlogsvloot van Herat, die aan komt zetten. "Vlug, beman onze oorlogsgaleien!" beveelt Atka, "vandaag zal ook de macht van Thobos gebroken worden!" Een half uur later stooten de beide Armada's temidden van veel krijgsrumoer op elkaar. De Thobotanen en de Athairianen, die al jarenlang elkaars doodsvijanden waren, slaan er verwoed op los, nu het eenmaal tot een openlijk gevecht is gekomen. Doch met het bemannen van de oorlogsvloot heeft het leger een groot deel van zijn soldaten moeten afstaan en nu krijgt Tarzan in de stad zijn kans om het paleis binnen te dringen. Nu begrijpt de koningin, dat zij een misrekening heeft gemaakt. "Ze zijn gekomen om de meisjes te redden", mompelt zij, "maar ze zullen er niet in slagen." Zij keert zich tot een der leden van haar lijfwacht en beveelt: "Ga vlug naar den kerker en doodt de meisjes!" De soldaat rent weg om haar bevelen uit te voeren.




132. De gebeurtenissen volgen elkaar nu snel op. Tarzan en zijn horde dringen in het paleis binnen en bevrijden Helen en Magra, juist voordat de soldaat de kerker heeft bereikt! Daarna komen de strijdmachten van Herat, die de Athairianen verslagen hebben in triomf de stad binnen en bieden hun galeien aan om Tarzan en zijn vrienden huiswaarts te roeien. Allen prijzen den sterken Tarzan, aan wien zij zooveel te danken hebben. Ook Magra wil hem bedanken, maar Tarzan doet alsof hij haar niet bemerkt. Opeens wordt de menschengroep opgeschrikt door twee soldaten, die Atan Thome tusschen zich in hebben, die ze, als een krankzinnige ronddolend, in de wildernis hebben opgepakt. Thome houdt nog steeds de cassette stijf tegen zich aangedrukt. "Ik heb Lal Taask er voor gedood", raast hij, "ik heb "Den Vader der Diamanten". Herat schudt meewarig het hoofd. "Er kunnen er geen twee zijn", antwoordt hij. Hij neemt de casette uit de handen van Thome en opent haar, waarna hij er een stuk steenkool uit haalt. Gebroken zakt Thome in elkaar. Een oogenblik later is hij overleden. "Voor dit gewone stuk steenkool hebben wij nu al deze moeite gehad en zijn zoovele menschen in den strijd gebleven", zegt Brian. "En de ironie van het heele geval is, dat dit stuk steenkool in werkelijkheid "De Vader der Diamanten is." "Ja, menschen zijn vreemde beesten", antwoordt Tarzan van de Apen.

Einde


 


De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.