Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(7)
19. Door het grote gewicht van den
vallenden reus was Tarzan niet vlug genoeg op de been
geweest. Hij werd nu door een troep gele monsters
vastgegrepen en hoe hij er zich ook tegen verzette, de
koning van de jungle werd ruw omhoog getrokken. Hij keek
rond — en zag zijn vrienden, die ontwapend en gevangen
genomen waren. "Het geluk is tegen ons," bromde d'Arnot.
"Maar we hebben in ieder geval grote opruiming in hun
gelederen gehouden," zei Perry met voldoening". Er zijn
minstens een half dozijn dood en vele tientallen gewond." Nu
plaatsten de wilden de gevangenen paarsgewijze met de ruggen
tegen elkaar, en bonden hun polsen aan elkander vast: Majoor
Burton en Dr. Wong, Perry en Janette. Toen kwamen Tarzan en
d'Arnot aan de beurt. De eerste fluisterde tegen zijn
vriend: "Je moet je vuisten ballen, dat geeft ons een beetje
speling." Nadat de gevangenen gebonden waren, liepen de gele
mannen naar de rivier en lieten een luiden enigszins
zingenden toon horen: "Tarnasuki! Tarnasuki!" Plotseling
kwamen er eenige krokodillen te voorschijn, die hun grote
kaken hongerig openden. "Zo," zei Perry, "dat ziet er naar
uit, of wij als lunch zullen dienen voor deze lieve
krokjes."
20. De gevangenen wachtten in
doodsangst, terwijl de mannen aan den kant van de rivier de
krokodillen riepen. "Ze willen ons voor deze monsters
werpen," fluisterde Tarzan tegen d'Arnot, terwijl ze met de
ruggen tegen elkaar stonden en hun handen met leren riemen
aan elkaar waren vastgebonden. Toen ze geboeid werden had
Tarzan zijn vriend den raad gegeven zijn vuisten te ballen
om wat speling te krijgen. Nu begon de aapman te trachten
zijn handen te bevrijden. De riemen sneden diep in het
vleesch, doch geen der beide mannen vertrok een spier van
zijn gezicht. Eindelijk hadden de lenige vingers van Tarzan
de knoop te pakken. Even later stonden de gele mannen met
hun rug naar de gevangenen toe. Een van hen keek een poosje
later om, bromde daarna boos en wees naar de plek waar de
gevangenen stonden. Majoor Burton keek rond en zag de
oorzaak van hun opwinding. Tarzan en d'Arnot waren
verdwenen. Majoor Burton kon zijn ogen haast niet geloven.
"Ze zijn weg — hebben ons aan ons lot overgelaten," zei hij
bitter. "O, waarom hebben ze ons niet bevrijd?" riep Janette
wanhopig uit. "Ik wou tenminste dat ze jou maar meegenomen
hadden, Janette", zei O'Rourke met een stille zucht.
21. Woedend door de ontsnapping van
Tarzan en d'Arnot besloten de gele mannen zich van de
overige gevangenen zo spoedig mogelijk te ontdoen. Met een
wilde, angstaanjagende kreet, sleurden twee der reuzen Perry
en Janette tegen den grond en sneden de riemen door, waarmee
ze aan elkaar gebonden waren. Toen trokken ze Perry op de
been en duwden hem naar een paar andere reuzen toe, die hem
naar de oever van de rivier sleurden. Daar bonden ze hem aan
handen en voeten, terwijl de anderen met hun wilden zang de
krokodillen riepen: "Tarnasuki! Tarnasuki!" Verscheidene
reptielen kwamen aangezwommen, klapperend met hun vreselijke
kaken. Het was de gewoonte van de gele reuzen om hun
gevangenen in de rivier te werpen ten prooi voor
krokodillen, die de krijgskreet van de gele mensen heel goed
kenden en wisten, dat er een prooi voor hen was, "Perry,
Perry, arme Perry!" snikte Janette. Ze sloot de ogen toen
twee der mannen hem optilden en in de stroom gooiden. Met
een wanhoopskreet verdween Perry onder water. Een grote
krokodil kwam zo snel hij kon, naar de plek waar Perry lag,
toegezwommen.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.