Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(32)
94. De mannen volgden Tarzan naar de
stal van Zwarten Malluk. Iedere zenuw van de mannen was
gespannen, want dit was werkelijk een laatste, wanhopige
kans om te ontkomen. Op een woord van de koning van de
jungle stak de groote olifant zijn slurf uit en tilde eerst
Ukah, daarna d'Arnot op zijn rug. Tarzan herhaalde nog even
zijn instructies. "Zwarte Malluk zal jullie naar de
stadsmuur van Tohr brengen. Vanaf zijn rug kunnen jullie de
bovenkant bereiken. Daarna, eenmaal in de jungle, moeten
jullie zo vlug mogelijk hulp halen uit Rathor. Ga plat
liggen. Als jullie ontdekt worden, zijn we allen verloren!"'
Zacht deed Perry O'Rourke het hek van de stal open en Tarzan
liep met het dier tussen de stallen door. Ondanks zijn enorm
gewicht liep Zwarte Malluk zo zacht en geruisloos als een
kat. Zo kwamen ze bij de zware, goed afgesloten staldeur.
"Houd je goed vast," riep Tarzan zacht tegen d'Arnot en
Ukah, "ik zal hem er door heen sturen!" Hij uitte een scherp
commando. De olifant liep vooruit en duwde met alle macht
tegen de deur. Het gekraak van versplinterd hout klonk door
de stallen gevolgd door alarmkreten.
95. Bijna onmiddellijk nadat Zwarte
Malluk door de opening was verdwenen, met d'Arnot en Ukah,
die plat op zijn rug lagen, vulden de stallen zich met
alarmkreten en klonken er commando's. Hier en daar werden
flambouwen aangestoken en verlichtten de duisternis
enigszins. De mannen renden wild door elkaar. De grote
olifant liep vlug door de verlaten straten naar de
stadsmuur. Achter hem rende Tarzan, die schijnbaar zijn best
deed het dier weer in zijn macht te krijgen, doch in
werkelijkheid spoorde hij hem aan tot meer snelheid in de
vreemde taal van de jungle. Achter hem kwamen Rutang en de
stalslaven aanrennen, die al dichter- en dichterbij kwamen.
Tarzan bleef staan en schreeuwde tegen hen: "Kom niet te
dicht bij, Zwarte Malluk is gevaarlijk. Ik zal hem wel tot
rede brengen." Daardoor kwam het, dat d'Arnot en Ukah
ongezien aan hun vijanden ontsnapten. Bij de muur bleef de
olifant stilstaan. De twee berijders sprongen vlug op de
muur. Op bevel van Tarzan keerde Zwarte Malluk zich om en
liep terug. d'Arnot en Ukah waren veilig — doch slechts voor
enkele ogenblikken. "St...... er komt iemand!" fluisterde de
reus. "De wachter!" bromde d'Arnot.
96. Het geluid van de voetstappen van
den bewaker klonk de vluchtelingen dreigend in de oren. Snel
bukten ze zich achter een uitstekende kant. Met kloppende
harten wachtten ze. Toen de man in zicht kwam zagen ze, dat
hij gewapend was met speer en zwaard. Niettemin sprongen ze
op hem af. De rechterarm van Ukah sloeg om den man heen en
klemde hem in een ijzeren greep. Op hetzelfde ogenblik
smoorde de linkerhand van den Rathoriaan de kreet van den
bewaker. Vlug scheurde d'Arnot een reep van zijn overhemd om
den reus te knevelen. Daarna haalde de Franschman een stuk
touw te voorschijn en bond daarmede den reus aan handen en
voeten. Nu maakten de vluchtelingen een ander touw aan een
stenen uitsteeksel vast en lieten zich snel van de muur op
de grond zakken. Ze waren vrij. Ze waren echter nog niet ver
gevorderd toen een scherpe kreet klonk van de bovenkant van
de muur. "Ik heb hem de mond niet goed gesnoerd," stamelde
d'Arnot. "Hij tracht de jungle-patrouille te waarschuwen,"
zei Ukah grimmig. "Als we gevangen worden, betekent dit het
einde — voor ons — voor Tarzan — voor Perry en voor
Janette!"
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.