Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(51)
151. Ahtea, de koningin van Tohr, keek
Dr. Wong vol haat aan. "Zo, nu heb ik je eindelijk betrapt.
Uit je eigen mond vernam ik, dat je een vals spel met ons
hebt gespeeld — dat je alles hebt gedaan om Tarzan en zijn
vrienden te redden. Wat heb je daarop te zeggen, Wong Tai?"
De Oosterling boog minzaam. "Wat is er te zeggen? Er staat
geschreven, dat het noodlot twaalf handen en twaalf voeten
heeft, die zich haasten om toe te slaan. Deze onwaardige
persoon bezit slechts twee handen en twee voeten. Hoe kan
hij iets ondernemen tegen het noodlot?" Dr. Wong keek uit
het raam en wendde daarna zijn blik weer naar Ahtea. "Ik
hoor daar buiten reeds het door Uwe Majesteit opgeroepen
noodlot aankomen!" Ahtea stampvoette. "Als je meent Tarzan
en zijn bende, dan heb je het mis. Ze kunnen niet bij het
paleis komen." Op een bevel van de koningin namen enkele
soldaten Janette en Dr. Wong tusschen zich in. "Naar de zaal
van Pantu met hen, om te sterven in de vuren van Tohr!" Dr.
Wong wist, dat Ahtea nu geen tijd verloren zou laten gaan.
De handige Tarzan zou inderdaad kans zien om het paleis
binnen te komen, maar — hij zou te laat zijn!
152. Janette en Dr. Wong begonnen hun
tocht — waarschijnlijk hun laatste — door de gangen van
Ahtea's paleis. Opeens waren ze omringd door een stoet van
priesters, die hun gebeden zongen, gewijd aan den wreeden
God Pantu, die spoedig deze beide slachtoffers zou
verslinden. "Och, Dr. Wong, is er nog enige hoop?" vroeg
Janette angstig. Een dappere glimlach kwam op het gezicht
van den Chinees. "Het lijkt wel of mijn geëerde voorouders,
tot wie ik mij had gewend in mijn smeekbeden om hulp,
plotseling doof zijn geworden. Doch ze zullen ons misschien
toch nog horen." De stoet sloeg een hoek om. "O," huilde
Janette, "dit is — de gang naar de zaal van Pantu. Ik
herinner me dit nog goed. Ik ben bang, dat Uw goede geesten
ons verlaten hebben, Dr. Wong." Het escorte stond stil. Een
reusachtige deur zwaaide langzaam open. Daar, in de grote
zaal zat het vreselijke beeld van Pantu. Onder de stenen aan
zijn voeten, wist Janette, was het getemperde vuur van Tohr,
klaar om met grote, hoge vlammen omhoog te schieten. Ahtea
keek een ogenblik het vreselijke tafereel aan. Daarna
commandeerde ze kort: "Naar binnen!"
153. Ahtea zette een sterken bewaker
bij den ingang van de zaal van Pantu, daarna beval ze de
deuren te sluiten. Er zou van buiten af geen redding
mogelijk zijn voor Janette en Dr. Wong. Nu gingen de
priesters in een kring staan, alsof het een feestelijke
plechtigheid gold...
Onderwijl leidde Tarzan zijn gezellen in een dollen ren naar
het paleis. "We zouden een machinegeweer moeten hebben om
het pad te zuiveren," zei d'Arnot. Perry lachte grimmig.
"Kijk naar Tarzan, dan heb je het niet nodig. Hij baande
zich een weg door de gele duivels heen!" Terwijl hij de
Rathorianen en de bevrijde slaven tegen de paleiswacht liet
vechten, ging Tarzan met zijn vrienden naar het paleis op
zoek naar Janette. Door de doolhof van gangen renden ze naar
de troonzaal, hopende dat ze daar was, doch de zaal was
leeg. "We moeten haar vinden," zei Perry huiverend, "voordat
die duivelse Ahtea haar verachtelijk werk heeft gedaan." —
"St...!" Tarzan hield zijn hand op om stilte te krijgen. Tot
zijn oren drong het geluid van gezang door. Priesters waren
aan het zingen! "Volg me!" beval hij. "Vlug!"
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.