
      
      DEEL 2: TEKST AANVULLING.
      
        Terug naar deel 1: Historie van de
            diverse uitgaven.
        
        
Zowel de
          originele Amerikaanse boekuitgave als de daarop gebaseerde
          Nederlandse uitgaaf, bevatten niet de volledige tekst van het
          verhaal, zoals gepubliceerd in het Blue Book Magazine.
          De laatste 174 regels hiervan ontbreken, waardoor het verhaal
          een beetje abrupt wordt afgebroken.
          Hieronder volgt de vertaling van het ontbrekende deel.
         
        
 
        De
              man liep hoofdschuddend naar de auto. 
              "Oh, nee, Miss Prim," zei hij, "Dat kan ik niet doen. Hier
              is je 'buit' ". En hij glimlachte terwijl hij haar de
              juwelen en het geld overhandigde.
              Mr. Prims ogen verwijdden zich; hij keek wantrouwig naar
              Bridge. Abigail lachte vrolijk. 
              "Ik heb ze zelf gestolen, pap," legde ze uit, "Mr. Bridge
              nam ze in de gevangenis van me af om het gepeupel te laten
              denken dat hij ze gestolen had en niet ik - hij wist toen
              nog niet dat ik een meisje was, of wel?"
              "In de gevangenis kreeg ik voor het eerst een vermoeden;
              maar ik realiseerde me niet echt wie je was tot je zei dat
              de juwelen van jezelf waren - toen wist ik het. Door de
              foto in de krant rees bij mij het idee dat je een meisje
              was, want je leek wel erg op de afbeelding van Miss Prim.
              Toen begon ik me bepaalde kleine gebeurtenissen voor de
              geest te halen, en ik verbaasde me erover dat ik niet
              direct door had dat je een meisje was; maar je speelde ook
              een echte vagebond!" Beiden begonnen te lachen. 
              "En nu vaarwel, en God zegen je!" Zijn stem beefde
              enigszins en hij reikte haar zijn hand. Het meisje deinsde
              terug.
              "Ik wil dat je met ons meegaat," zei ze. "Ik wil dat vader
              je leert kennen en weet hoe je voor me gezorgd hebt. Wil
              je niet meegaan - voor mij?"
              "Als je het zo stelt kan ik moeilijk weigeren," antwoordde
              Bridge, en hij klom in de auto.
              Terwijl deze begon te rijden sprong een jongen op de
              treeplank.
              "He!" riep hij, "waar is mijn beloning? Ik wil mijn
              beloning. Ik ben Willie Case."
              "Oh!"  schreeuwde Bridge. "Ik gaf de beloning aan je
              vader - misschien wil hij met je delen. Vraag hem maar." 
              En de auto vertrok.
              "Zie je," zei Burton, met een spottend lachje, "hoe simpel
              het werk van een detective is. Willie is een geboren
              detective. Hij had alles mis, van a tot z, maar als Willie
              er niet was geweest zouden we het mysterie misschien nooit
              zo snel hebben opgelost."
              "Alles is nog niet opgelost," zei Jonas Prim. "Wie
              vermoordde bijvoorbeeld Baggs?"
              "Dat waren twee inbrekers die bekend staan als Slappe
              Charlie en De Generaal," antwoordde Burton. "Zij zitten in
              de gevangenis van Oakdale, maar ze weten nog niet dat ik
              weet dat ze schuldig zijn. Ze denken dat ze alleen als
              verdachten gelden voor de zaak van je dochters
              verdwijning, terwijl ik sinds vanmorgen weet dat ze
              betrokken zijn bij het doden van Baggs. Want nadat ze in
              de auto waren gestapt heb ik op de plek, waar ik ze
              aantrof, nog eens achter de struiken gekeken en ik heb
              daar zo goed als alles, wat uit Baggs' huis vermist werd,
              teruggevonden -- geld, goud en aandelen.
              "Geweldig!" riep Mr. Prim.
              Op de terugtocht naar Oakdale nestelde Abigail Prim zich
              op de achterbank naast haar vader en vertelde hem alles
              wat ze maar kon bedenken over Bridge en zijn goede zorgen
              voor haar.
              "Maar de man wist niet dat je een meisje was?" stelde Mr.
              Prim.
              "Er waren nog twee andere meisjes bij ons, allebei erg
              mooi," antwoordde Abigail, "en hij was net zo hoffelijk en
              vriendelijk naar hen toe als een man maar kan zijn voor
              een vrouw. Zijn kleding kan me niets schelen, papa, Bridge
              is een geboren en getogen heer - iedereen zou dat, na een
              half uur met hem, kunnen bevestigen."
              Bridge zat op de voorbank met de chauffeur en een van
              Burtons mannen, terwijl Burton, zittend op de achterbank
              naast het meisje, niets anders kon dan meeluisteren naar
              haar gesprek.
              "Je hebt gelijk," zei hij. "Bridge, zoals jij hem noemt,
              is een heer. Hij komt van een van de beste families van
              Virginia en een van de rijkste. Het is onnodig enige
              twijfel te voelen om hem bij u thuis uit te nodigen, Mr.
              Prim."
              Voor een tijdje zaten de drie in stilte, dan wendde Jonas
              Prim zich tot zijn dochter. "Gail," zei hij, "voor we
              thuis zijn zou ik graag willen dat je me vertelde waarom
              je dit allemaal gedaan hebt. Ik denk dat je me dit liever
              vertelt voor we Mrs P. zien."
              "Het was Sam Benham, papa," fluisterde het meisje . "Ik
              kon niet met hem trouwen. Ik zou liever sterven en dus
              liep ik weg. Ik was van plan om een zwerver te worden,
              maar ik had er geen idee van dat het bestaan van een
              zwerver zo avontuurlijk was. Je zult me toch niet met hem
              laten trouwen, papa, of wel? Ik zou niet gelukkig zijn,
              papa."
              "Ik zou zeggen van niet, Gail, je kunt je hele leven nog
              een oude vrijster zijn als je dat wilt."
              "Maar dat wil ik niet - ik wil alleen zelf mijn man
              kiezen," antwoordde Abigail.
              
              Mrs.Prim trof hen allen in de woonkamer. Bij het ontwaren
              van Abigail in de slecht zittende mannenkleding hief ze
              haar handen in afgrijzen ten hemel; Bridge zag ze helemaal
              niet, tot Burton een gelegenheid vond om haar even apart
              te nemen en iets in haar oor te fluisteren, waarna ze een
              en al welwillendheid toonde naar de schimmige Bridge. Ze
              stond er op dat hij een paar weken bij hen zou blijven om
              weer op krachten te komen.
              Samen zorgden Burton en Jonas Prim er voor dat Bridge van
              kleding werd voorzien als hij in jaren niet gekend had,
              en, zelfs al paste het hem slecht, met het gewaarworden
              van fris linnen en gestreken kledij op zijn lichaam, werd
              hij doordrongen van een gevoel van geriefelijkheid en
              welbehagen, welk effect hij een uur eerder nog niet voor
              mogelijk had gehouden.
              Hij toonde een treurig lachje toen Burton hem bekeek. "Ik
              waag het te beweren," teemde hij, "dat er meer op de
              wereld is dan de vrije natuur."
              Burton glimlachte.
              
              Het was al middernacht toen de Prims en hun gasten van
              tafel opstonden. Hettie Penning was bij hen, en iedere
              aanwezige had geheimhouding gezworen over haar aandeel in
              de tragedie van de afgelopen nacht. Ze zou direct en
              onopgemerkt terugkeren naar Payson; maar eerst had ze
              Burton naar de gevangenis gestuurd om Giova, die als
              getuige werd vastgehouden, te halen. Giova beloofde voor
              de Pennings te komen werken.
              Eindelijk lukte het Bridge om een paar minuten alleen met
              Abigail te zijn, of, om de waarheid meer recht te doen,
              Abigail was de anderen in het gezelschap te slim af en
              trok Bridge naar buiten op de veranda.
              "Vertel eens," vroeg het meisje, "waarom je zo aardig voor
              me was terwijl je toch de indruk moet hebben gekregen dat
              ik een waardeloos klein etterjoch was die iemands huis had
              beroofd."
              "Ik had het je een paar uur geleden niet kunnen
              vertellen", zei Bridge. "Ik vroeg het me zelf ook steeds
              af waarom ik voor een jongen zou voelen wat ik voor jou
              voelde -- het was onverklaarbaar -- maar toen ik wist dat
              je een meisje was, begreep ik het, want ik wist dat ik van
              je hield en van je gehouden heb vanaf het moment dat we
              elkaar ontmoetten, daar in het donker in de regen op die
              verlaten straatweg."
              "Is het niet geweldig?" prevelde het meisje, en haar hart
              liep over van de woorden die ze nog wilde uiten; maar de
              lippen van een man overweldigden de hare toen Bridge haar
              in zijn armen sloot en haar tegen zich aan trok.
            
        EINDE.
          
        
        
        
        
      
      De inhoud op deze pagina staat onder : 
            copyright 2014 by Marten Jonker.