home

De Terugkeer van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs


(8)



22. Tarzan volgde den krijgsman van dichtbij, om te zien, waar de man heenging. Opeens hoorde hij sluipende voetstappen in het gras. Het was Numa, de leeuw. Ook hij volgde den zwarten man. Dadelijk zag Tarzan het gevaar, waarin de neger verkeerde. Tarzan was onmiddellijk voor de aanval gereed. Hier werd een man gevolgd door een aartsvijand. Het volgende oogenblik speelden de gebeurtenissen zich vliegensvlug af. Tarzan uitte een waarschuwing en de neger keerde zich juist op tijd om, om te zien, dat Numa met een lasso gevangen werd. Het touw deed het dier stilstaan, maar Tarzan verloor zijn evenwicht en viel op de grond. De leeuw keerde zich naar hem. Ongewapend zijnde, was Tarzan van de Apen dichter dan ooit te voren bij de dood. Het was de zwarte man, die hem nu redde. Zijn arm met de speer ging naar achteren, toen naar voren. De vergiftige speerpunt raakte de zijde van Numa. Brullend van pijn en razernij wilde het dier den neger te lijf, maar de lasso van Tarzan ving hem voor de tweede keer. De aapman liep driemaal snel om een reusachtige boom en bond Numa vast. Daarna sloeg hij zijn geweldige arm om de nek van het dier. Een lang mes zonk in het hart van de leeuw en over het lichaam van hun vijand sloten de blanke en de zwarte man vriendschap en vrede.




23. Een ogenblik na de dood van den leeuw werden de beide mannen omringd door een opgewonden menigte wilden. Zij vroegen duizend dingen door elkaar. De nieuwe vriend van den aapman vertelde wat er gebeurd was. Toen werd Tarzan door de hele bende met eerbetoon overladen — dit vreemde schepsel, dat hun makker had gered en met een wreden leeuw had gevochten.
Daarna brachten ze Tarzan naar hun dorp en gaven hem vele geschenken waaronder ook wapens. Zijn eerste nacht met de wilden was gewijd aan een groot feest te zijner ere. Er was antilope- en zebravlees. De krijgslieden dansten in het licht van het kampvuur. Tarzan bemerkte, dat velen van hen zware sieraden droegen van zuiver goud. Wekenlang leefde Tarzan bij zijn wilde vrienden, jagend op buffels voor vlees en olifanten voor het ivoor. Weldra was hij hun eenvoudige taal machtig en leerde hun zeden en gebruiken kennen. Hij bemerkte, dat zij geen kannibalen waren. Busuli, de krijgsman dien hij gered had, vertelde hem allerlei legenden van zijn stam. Eens waren ze talrijk en machtig geweest. Maar de Arabische slavenhandelaren hadden hun aantal gedund. Terwijl Busuli zat te praten, glinsterden zijn gouden sieraden. Het gezicht van dat kostbare metaal deed de slapende beschaving van Tarzan ontwaken. Daarmee kwam ook de zucht naar weelde in hem boven. Hij wist, dat goud macht en weelde betekende. Hoe kwamen ze aan dit gele metaal?




24. Een maand reizen van de Zuidkust, vertelden de negers aan Tarzan, woonde een vreemd volk. Ze droegen sieraden van glimmend geel metaal. Hun speren en pijlen waren er van, zelfs hun kookpotten waren alle van hetzelfde metaal. Het eigenaardige was, dat hun stad, die uit stenen huizen bestond, omgeven was door een stevige muur. "Het is een zondig volk", zei Busuli, "noch wit als jij, noch zwart als ik, maar geheel bedekt met haar, net als Bolgoni, de gorilla. Niemand dan ons opperhoofd heeft hen ooit gezien. Als jonge man heeft hij zijn vader eens vergezeld naar de stad. Ze waren heel slecht want ze aten onze krijgslieden op.
Die avond vroeg Tarzan het opperhoofd naar deze kwestie. De oude man herinnerde het zich. Hij vertelde van de lange reis over grote rivieren en hoge bergen. "Wacht tot het regenseizoen voorbij is", zei hij, "dan zal ik je een paar van mijn soldaten meegeven". En zo moest Tarzan zich voorlopig met deze belofte tevreden stellen. De volgende dag kwamen een paar inboorlingen vertellen, dat er een grote kudde olifanten in aantocht was, op enkele mijlen afstand. Er waren verschillende volwassen olifanten met prachtige slagtanden bij, die zeer kostbaar waren. In allerijl werden er toebereidselen gemaakt voor een grote jacht. De medicijnman maakte een tovermiddel klaar om hun een goede jacht te verzekeren en tegen de duisternis gingen vijftig dappere, zwarte jagers op weg.


vorige volgende


De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.