De Terugkeer van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(9)
25. In de korte, wilde dans welke hun vertrek voorafging,
danste en schreeuwde Tarzan als een der hunnen. Op zijn
huidskleur na was hij een wilde. Lenig en vlug als een jonge
panter sprong en danste de aapman met zwarte krijgslieden en
maakte grapjes met hen, toen ze achter elkaar het spoor der
olifanten volgden. Er kwam een trek van vrolijkheid over zijn
gezicht en hij lachte, dat al zijn sterke, witte tanden te
zien kwamen, toen hij aan zijn beschaafde vrienden dacht. Als
ze hem nu eens konden zien! Urenlang kropen ze rustig
voorwaarts. Toen waarschuwde de scherpe neus van Tarzan hem,
dat de olifanten niet ver meer verwijderd waren. Vlug sprong
hij in een boom en zag vanuit de top een grote kudde. Hij
bewoog zich geruisloos door het gebladerte. Onder hem in een
halve cirkel slopen de krijgslieden naar de nog niets kwaads
vermoedende dieren. Op een teken verrezen de mannen uit hun
schuilplaatsen en wierpen hun zware speren naar twee der
dieren. Een er van viel als een blok op de grond. De andere
echter, die gewond was, trompetterde van woede en pijn, toen
hij zich naar Busuil keerde, zijn dichtstbijzijnden vijand.
Tarzan rende naar de woedende olifant. Alleen een wonder kon
zijn vriend redden.
26. Tantor, de olifant was nu zes of acht passen van zijn
prooi verwijderd. Alsof hij uit de hemel neerviel, sprong de
blanke krijger vlak voor het dier op het pad. Met een woeste
zwaai deed hij een plompe uitval om zich te ontdoen van dezen
nieuwen vijand. Maar hij had niet gerekend op de snelheid van
Tarzan. Nog eer het tot de olifant doordrong, dat zijn nieuwe
vijand van het pad was weggesprongen, had Tarzan hem zijn met
ijzer gepunte speer van achteren in de massieve schouder
gestoten, recht in het hart. En met zo'n ongelooflijke kracht
dat het kolossale dier vlak voor de voeten van den aapman dood
neerviel. Tarzan zette zijn voet op het lichaam van zijn
machtig slachtoffer en stiet zijn overwinningskreet uit. De
zwarte krijgers zwermden om hem heen, hun bewondering was
vermengd met een zekere vrees. Want ze schreven dezen man, die
zonder vrees vocht met Numa, den leeuw, en Tantor, de olifant,
bovennatuurlijke krachten toe. Ook begrepen ze niet, hoe dit
vreemde schepsel door de bomen kon rennen even snel als Manu,
de aap. De jacht achter de terugtrekkende kudde begon opnieuw,
toen achter hen, heel uit de verte, een flauw geluid van
schoten klonk. "Geweren!..... Kom", riep de chef, "de
Arabische rovers zijn teruggekomen om ons ivoor en onze
vrouwen".
27. Toen zij hun geplunderd dorp bereikten, was het te
laat om hulp te verlenen. Kannibalen, als slaven in dienst van
de Arabieren waren reeds bezig een vreselijk feest voor te
bereiden onder de ogen van hun meesters. Razend door het
gezicht hiervan vielen de Waziri krijgslieden aan, maar werden
teruggedreven door de gewapende Arabieren. De oude chef zelf
viel, dodelijk gewond. De volgende dag smeekte de stam Tarzan
om hen te helpen overwinnen. Daarom plaatste hij hun beste
scherpschutters in de toppen der bomen, die rond het dorp
stonden. Dagen achtereen vlogen hun dodelijke pijlen
meedogenloos en zonder enig geluid in het rond, telkens een
slachtoffer makend, Arabier of kannibaal. In het hart
getroffen, stortte er telkens een dood neer. Eindelijk
verzamelde Tarzan zijn krijgers en ging een mijl diep met hen
de jungle in om te eten en te rusten. Tegen middernacht kroop
hij alleen door de duisternis naar het slapende dorp. Een
enkele wachter zat bij het vuur te doezelen. Zacht klom Tarzan
in een boom en sprong vandaar zonder geluid binnen de
omrastering. Als een kat sloop hij op den bewaker toe. Toen
Tarzan zich gereed maakte om toe te springen, sprong de
kannibaal, gewaarschuwd door een eigenaardig gevoel, op. Zijn
ogen wijd open van schrik was zijn enige gedachte om te
vluchten voor dezen vreselijk uitzienden witten wilde. Maar
voor hij zich kon omdraaien voelde hij een grote hand om zijn
keel en hoewel hij hevig tegenspartelde, werd hij tegen de
grond gedrukt.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.