De Terugkeer van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(16)
46. Tarzan trok met de apen mee als in vroeger dagen. Ze
bemerkten, dat hij hun de beste vindplaatsen van voedsel
bezorgde, dat zijn lasso kleine dieren met grote zekerheid
ving en ze begonnen naar hem op te zien, zoals zij dit vroeger
hadden gedaan, toen hij hun koning was. Zo was het voordat ze
het amphitheater, waar ze hem eens als hun koning hadden
gekozen, hadden verlaten. Voordat Tarzan naar de troep was
teruggekeerd had een jonge aap, zoals gewoonte was, een andere
troep opgezocht om daar een vrouwtje te zoeken. Hij was juist
met zijn bruid teruggekeerd. Onder zijn avonturen vertelde
hij, dat hij een grote troep vreemd uitziende apen had
ontmoet. "Ze waren allemaal harige, grote apen, behalve een,
dat was een zij!" "Lichter van kleur, maar anders hetzelfde",
vervolgde hij en wees naar Tarzan. Opeens was de aapman een en
al aandacht. Hij vroeg meer dan de niet snel begrijpende
mensaap kon beantwoorden. "Ja, de grote apen waren kort en
lelijk en droegen gele ringen om armen en benen. Ze ware
gekleed in de huid van Numa en Sheeta. Ze droegen stokken en
messen. Ze waggelden snel voort op hun kromme benen. Nu en dan
wilde er een op alle vier zijn poten lopen net als Bolgani, de
gorilla. De "zij" was klein en tenger en heel bleek. Ze
trokken haar voort — soms bij een arm — soms aan het lange
haar, dat op haar hoofd groeide. Aldoor stompten en sloegen ze
haar. O, het was heel grappig geweest om dat te zien.
47. "Ze gingen de kant van de zon op. Het was een halve
maan geleden". Tarzan luisterde niet langer naar het verhaal
van den jongen aap. Was het mogelijk dat hun gevangene iemand
was van zijn eigen ras, die in doodsgevaar verkeerde? Zonder
een enkel woord sprong de aapman in de bomen en vloog als een
spook naar het oosten in de richting van de vergeten stad van
Opar.
Hoe lang Jane in de duisternis van de kelder onder de tempel
van de vroegere stad Opar lag, wist ze niet. Toen haar
krachten enigszins terugkeerden, bewaakten haar aanvallers
haar met steeds toenemende zorg. Tenslotte kwam er een dag,
dat ze haar uit haar gevangenis naar een prachtig binnenhof
brachten. Ze zag een stenen altaar in het midden met
donkerbruine vlekken er op. Ze bonden haar enkels en polsen.
Even later werd ze opgetild en op het altaar gelegd. Gedurende
de vreemdsoortige dans van de gedrochtelijke wezens, die nu
volgde, lag zij als versteend van schrik. Ze behoefde ook het
dunne mes niet te zien in de handen van de hogepriesteres
boven haar, om te begrijpen, dat zij ten dode was
opgeschreven. Toen de hand naar beneden kwam, bezweken haar
krachten en Jane viel in zwijm.
Nacht en dag rende Tarzan van de Apen door het dichte oerwoud
naar de vervallen stad, waar hij wist, dat een blanke vrouw
gevangen werd gehouden of gedood was. Hij dacht aan het
vreselijke altaar en haastte zich nog meer. Zou hij op tijd
zijn om haar te redden? Hij hoopte het. Eindelijk zou hij zich
kunnen wreken.
48. In een etmaal legde Tarzan dezelfde afstand af, waar
de vijftig afschuwelijke wezens een week over hadden gedaan.
Tenslotte bereikte hij de poort, die toegang gaf tot de stad.
Als een kat sloop hij langs de muur. Even later rende hij door
de lange, rechte tunnel, die naar de schatkamer leidde.
Eindelijk kwam hij in de kronkelende gang, die uitkwam bij de
muur, waarvan hij de stenen had losgemaakt. Zijn scherpe oren
vingen een zacht geluid op — en hij herkende het! Dat was de
dodendans, die plaats vond vóór het doden van het offer. Hij
herkende de gezongen rituaal van de stem der hogepriesteres!
Een vlaag van angst kwam over hem. Was hij tenslotte toch nog
juist een ogenblik te laat? Als een verschrikt dier sloop
Tarzan door de nauwe gang. Bij de muur haalde hij de losse
stenen er uit en kroop door de opening. Hij rende naar de
gesloten deur. Hier moest hij stil houden, want de deur was
bestand tegen de kracht van zijn spieren. Vlug rende hij naar
de tunnel terug. Weer hoorde hij de monotone stem van de
hogepriesteres. Twintig voet boven hem hield de muur op. Daar
moest hij overheen zien te komen en met een grote zwaai
slingerde de aapman zich over de muur heen.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.