De Terugkeer van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(17)
49. Even later was het hoofd van Tarzan boven de hoek van de
schacht. De binnenplaats was verlaten. De inwoners van Opar
waren allen bij de offerplechtigheid verenigd. Hij hoorde de
stem van La van het nabij gelegen binnenhof. De dans was
geëindigd, het mes kon dus elk ogenblik vallen. Toen hij
hieraan dacht, rende hij vlug naar voren, naar de plaats
vanwaar hij de stem van de hogepriesteres hoorde. Het lot wees
hem de juiste ingang van de grote, dakloze ruimte. Tussen hem
en het altaar bevond zich een lange rij priesters en
priesteressen, in afwachting tot ze hun gouden beker konden
vullen met het warme bloed van hun slachtoffer. De hand van La
ging langzaam naar beneden naar het hart van de tere, stille
figuur, die daar uitgestrekt op de harde stenen lag. Tarzan
gaf een schreeuw, die bijna als een snik klonk, toen hij de
trekken herkende van die vrouw. Toen zwollen de aderen van
zijn voorhoofd op als een vlammende rode band, een rode mist
kwam voor zijn ogen en met de vreselijke kreet van een aap,
die krankzinnig wordt, sprong hij als een grote leeuw midden
tussen de priesters. Terwijl hij den dichtstbijstaanden
priester neersloeg, vloog hij als een wervelwind naar het
altaar. De hand van La was blijven steken bij het eerste teken
van verstoring. Toen zij zag, wie dit teweeg had gebracht,
werd zij bleek. Want ze had het geheim van de verdwijning van
dezen vreemden man uit de gevangenis, waarin zij hem zelf had
opgesloten, niet kunnen verklaren.
50. La had nooit de bedoeling gehad, Tarzan haar stad te
doen verlaten. En nu was hij teruggekomen, zo maar uit de
lucht komen vallen. En hij doodde haar priesters, alsof ze een
troep schapen waren. Voor een ogenblik vergat ze haar
slachtoffer en voordat ze haar gedachten weer had kunnen
verzamelen, stond de blanke man voor haar, met de vrouw, die
op het altaar had gelegen, in zijn armen. "Eens, La", riep
hij, "heb je me gered, daarom zal ik je geen kwaad doen; maar
verroer je niet, of ik dood jou ook!" Terwijl hij sprak liep
hij achter haar naar de ingang van de ondergrondse ruimte.
"Wie is zij?" vroeg de hogepriesteres, terwijl zij op de
bewusteloze vrouw wees. "Zij is de mijne", zei Tarzan van de
Apen. Een ogenblik stond het Opar-meisje doodstil met wijd
open ogen en staarde voor zich uit. Tranen welden in haar op
en plotseling snikte zij het uit. Toen zij op de koude vloer
neerzonk, wilde een zwerm vreesachtige mannen achter haar
wegvluchten voor den aapman. Maar Tarzan van de Apen was
nergens meer te zien. Met een snelle sprong was hij verdwenen
in de gang, die naar de schacht leidde. De mannen van Opar
lachten en gnuifden al vol leedvermaak, want zij dachten, dat
er geen uitgang in de schacht was.
51. En zo droeg Tarzan van de Apen het bewusteloze meisje
door de geheime tunnel onder de tempel van de Vlammende God
zonder te worden achtervolgd. Toen hij opnieuw buiten op de
muur stond, hield hij even stil om een blik achter zich op de
stad te werpen. Terwijl hij daar stond, zag hij een troep van
de monsterachtige wezens van Opar, die uitgezonden waren om
hem te zoeken. Met luid geschreeuw zagen ze hem en kwamen als
razenden op hem af. Doch hij liep op een drafje en zo kon hij
de afstand tussen hen dezelfde laten blijven. Zo nu en dan
wierp hij een blik op Jane's gelaat. Als hij haar hart niet
had voelen kloppen, zou hij niet hebben geweten of zij nog
leefde. Zo bereikten ze de rotsen. Gedurende de laatste mijl
had Tarzan gerend als een dier en daardoor had hij een flinke
voorsprong, eer de Oparmensen de rotsen zouden bereiken. Hij
was reeds aan de andere kant van de rotsen afgedaald eer de
mannen er op waren geklommen. Hier hadden ze alle reden om de
vervolging op te geven, want Tarzan was reeds in het bos
verdwenen. Hij legde zijn last op het gras en ging naar een
nabij beekje, waar hij water haalde, waarmede hij Jane's
gezicht en handen bevochtigde. Doch zelfs dit deed haar niet
tot bewustzijn komen. Zeer ontdaan nam hij het meisje weer in
zijn sterke armen en haastte zich naar het Westen. Laat in de
middag, toen Jane haar ogen opsloeg, dacht zij, dat ze was
herboren in een bosrijk paradijs.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.