De Wilde Beesten van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(9)
25. In het dorp van Kaviri hield
Tarzan lang genoeg stil om voedsel te zoeken en met het
opperhoofd te beraadslagen, want Tarzan wilde sterke
krijgers hebben inplaats van de apen, die in de strijd waren
gedood. Hij was besloten de vreemde blanke mensen te volgen,
waarover Kaviri gesproken had. En het was met een zucht van
verlichting, dat het opperhoofd de kano van Tarzan zag
verdwijnen stroomopwaarts de rivier op, met zijn wilde
bemanning. De meeste apen hadden tenslotte het geheim van
het roeien geleerd. Drie dagen lang zette het vreemde
gezelschap de tocht voort en drong al dieper in het hart van
het wilde Afrika binnen. Toen liet Tarzan aanleggen. Hij
vertelde Mugambi, wat hij van plan was en verzocht de apen
van Akoet bij den zwarten man achter te blijven. "Ik zal
binnen een paar dagen terug zijn", zei hij, "nadat ik den
slechten blanken man gevonden heb". En meteen verdween hij
in de bomen. Twee dagen later kwam Tarzan bij een groot
dorp. Van hun boosaardig uitziend opperhoofd vernam Tarzan,
dat Rokoff en zijn gezelschap een week geleden de rivier
waren opgegaan. Hij besloot een paar uur rust te nemen,
zodat hij fris en sterk was om de strijd met den blanken man
aan te binden. De puntig afgevijlde tanden van den leider
van deze stam toonden aan, dat het kannibalen waren. Maar
daar hij geen vrees kende, noch voor mens, noch voor dier,
rolde de aapman zich in elkaar en sliep al spoedig.
Nauwelijks droomde hij, of het opperhoofd riep twee van zijn
wreedste krijgers bij zich, die hij een paar bevelen gaf.
Even later renden deze slanke, zwarte mannen langs het
rivierpad, stroomopwaarts naar het Oosten. Drie uur later
kwamen er verschillende kano's doodstil aanroeien. Op een
bank in de rivier stond het opperhoofd, zijn speer in
horizontale richting boven het hoofd en dit bleek voor de
boten een bekend signaal te zijn.
26. Aan de punt van twee der kano's
stonden de renboden, die het hoofd drie uur geleden
weggezonden had. Het was duidelijk, dat zij aan het bevel
gevolg hadden gegeven en deze mensen terugbrachten, terwijl
het teken van de bank niet kon worden misverstaan. De kano's
werden nu op de zandbank getrokken. De wilde krijgers
sprongen er uit en met hen een half dozijn norse, en gemeen
uitziende blanken. Maar niemand had een duivelser gezicht
dan degene, die hen aanvoerde. "Waar is de blanke man, die
bij u kwam, zoals uw boodschappers mij vertelden?" vroeg hij
aan het opperhoofd. "Deze kant, bwana", antwoordde deze.
"Kom vlug. Het ligt in mijn dorp te slapen". "Help ons", zei
de leider, "en ik zal u een geweer en wat kogels geven". Het
hoofd leidde hen nu naar de hut, waarachter Tarzan lag te
slapen. Achter de beide mannen kwamen de anderen. Allen
slopen doodstil en onhoorbaar nader. Toen de beiden de
reusachtige gestalte van den aapman bemerkte, kwam er een
wrede grijns over hun gezichten. De aanvoerder wenkte zijn
mensen en zes mannen slopen naar den verwonderden Tarzan, en
bonden hem stevig, voordat hij aanstalten kon maken om te
ontsnappen. Toen legden zij hem op zijn rug en hij keek in
het gemene gelaat van Nicolaas Rokoff. Er kwam een grijns
over de lippen van den Rus. Toen gaf hij den gebonden man
verschillende gevoelige schoppen. "Dat is voor je welkom",
zei hij. "Weer, stommeling, heb ik je gevangen! Heb je nog
steeds niet geleerd, dat het verstandiger is om Nicolaas
Rokoff uit de weg te blijven? Vannacht, voordat deze, mijn
vrienden, je oppeuzelen, zal ik je vertellen, wat er
allemaal al met je vrouw en kind gebeurd is en wat ik voor
verdere plannen voor hun toekomst heb."
27. Vlak bij Tarzan begonnen de
vrouwen nu een aantal kleine vuren aan te leggen en brachten
daar potten met water op aan de kook. Want die avond zou er
een groot feest worden gevierd. Reeds stond er een groep
zwarte krijgers, hun lichamen met witte en blauwe verf
versierd, bij een stevige paal in het midden van de kring
van vuren, in wilde opwinding wachtende op het komende
festijn. Tarzan van de Apen was het slachtoffer van hun
kannibalistische eetlust. En zo'n einde! De vreselijkste
dood, die een blanke kon ondergaan! Hij spande zijn sterke
spieren, maar de touwen, waarmede hij gebonden was, zaten zó
stevig, dat zelfs een reus als hij er niets tegen beginnen
kon. Hij wist welk lot hem te wachten stond. Hij kromp ineen
bij de gedachte, dat hij gevangen genomen was als een dom,
onwetend dier. Tarzan was blij, dat Jane nooit iets van zijn
vreselijk einde zou weten. Hij geloofde, dat de bedreigingen
van Rokoff betreffende haar opgeblazen leugens waren; dat in
werkelijkheid zijn vrouw zich veilig in Londen bevond. "Maar
mijn kleine zoon!" dacht hij. "Ik, Tarzan van de Apen,
machtig koning van de jungle, de enige in de hele wereld,
die in staat is hem te vinden en te beschermen tegen de
vreselijke plannen van Rokoff. Met mij zal de laatste kans
voor de veiligheid van mijn jongen verkeken zijn". Door de
dichte jungle ging reeds twee nachten een reusachtige,
lenige gestalte zijn eenzame weg. Half verhongerd had hij
slechts eens halt gehouden om op jacht te gaan. In doodse
stilte, in het maanlicht, vervolgde hij zijn weg zonder
ophouden en was nu gekomen bij de palissaden, die een groot
dorp van wilden omgaven. Hier rook het beest gedurende een
ogenblik, stak toen zijn kop op en luisterde met opstaande
oren.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.