De Wilde Beesten van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(13)
37. Tarzan besloot, dat hij beter het
zoeken alleen kon voortzetten. En hij liet de dieren en
Mugambi achter met het verzoek op hem te wachten. Enkele
dagen later stuitte Tarzan op een wilde, die juist zijn
speer ophief naar een gewonden, blanken man. Onmiddellijk
had Tarzan het aanstaande slachtoffer herkend en zijn
gezicht werd wit van woede. De man was zijn prooi — de
zwarte zou hem niet hebben. De man was aan boord van de
"Kinsaid" geweest, doch hij was niet onder het gevolg
geweest van Rokoff in het dorp, waar Tarzan gevangen was
genomen. Daarvoor was slechts één uitleg mogelijk, dacht
hij. Deze man was natuurlijk gevlucht met de blanke vrouw en
het kind — en de vrouw was ook aan boord van de "Kinsaid"
geweest. Vlug als een bliksemflits sloop Tarzan naar den
krijger en sloeg hem de speer uit de hand. De zwarte keerde
zich naar zijn nieuwen vijand, terwijl de Zweedse kok, die
in het natte gras lag, het gevecht in spanning volgde. Eerst
met hun wapens, daarna met de handen en tanden als
primitieve wilde dieren vochten de beide mannen. Opeens
herinnerde de gewonde Zweed zich, dat hij den blanken reus
reeds eerder had gezien en zijn ogen gingen wijd open van
verwondering. Deze grommende, vechtende, halfnaakte blanke
man was dezelfde Engelse edelman, die als gevangene aan
boord van de "Kinsaid" was geweest... Het gevecht was
afgelopen. Tarzan had den vijand verslagen. Hij zette zijn
voet op het lichaam van het slachtoffer en uitte de
overwinningskreet der mensapen. De Zweed huiverde.
38. Toen de echo's van de
bloeddorstige kreet verstorven waren, keerde Tarzan zich
naar den uitgeputten Zweed. Zijn gezicht was koud en wreed
en in de grijze ogen zag de Zweed moordlust. "Waar is de
vrouw?" barstte de aapman los. "Wat heb je met het kind
gedaan?" Als een bronzen beeld — koud, hard en gevoelloos —
stond hij over den hulpelozen man heen gebogen, van plan de
nodige inlichtingen aan hem te ontwringen en hem daarna te
doden. De Zweed trachtte te antwoorden, maar een speer op
zijn borst gericht, deed de woorden in zijn keel blijven
steken. Eindelijk kon hij zich beheersen en hij fluisterde
moeilijk. Tarzan knielde neer en vroeg weer: "Waar zijn ze?"
De Zweed wees naar het bos. "De Rus heeft hen meegenomen,"
fluisterde hij. "Ze hebben ons gevangen genomen. Ik vocht,
maar ze hebben me lelijk toegetakeld en me hier achter
gelaten. Hij nam uw vrouw en kind mee." Tarzan aarzelde even
bij deze woorden! Dus de slachtoffers waren toch zijn eigen
vrouw en kind! Zijn ogen vulden zich met tranen en hij had
moeite zijn bedaardheid te herwinnen. "Waarom waren zij bij
jou? Wat heb je met hen gedaan? Vlug, vertel. Zeg me het
ergste, anders zal ik je met mijn blote handen in stukken
breken!" Een blik van pijnlijke verbazing kwam over het
gezicht van den Zweed. "Waarom?" fluisterde hij, "ik heb hen
geen kwaad gedaan. Ik trachtte hen te redden van den wreden
Rus. Uw vrouw was vriendelijk tegen me op het schip. Ik
hoorde de kleine baby soms huilen. Ik heb zelf ook vrouw en
kinderen, in Zweden". Iets in de stem van den man overtuigde
Tarzan, dat hij de waarheid sprak. Zijn haat sloeg om in
medelijden. "Het spijt me," zei hij eenvoudig. Hij tilde den
Zweed voorzichtig in zijn sterke armen en verzorgde den
gewonde, tot deze enkele uren later de laatste adem
uitblies.
39. Tarzan begroef den kok van de
"Kinsaid," dat was alles wat hij kon doen voor den man, die
zijn leven in de waagschaal had gesteld om de vrouw en zoon
van den aapman te redden. Daarna begon hij opnieuw met de
achtervolging van den Rus, overtuigd dat de schurk Jane
gevangen hield. Toen de duisternis inviel, begon het hevig
te regenen en gedurende een week stormde het zo hard, dat
het spoor, dat de aapman zocht, volkomen weggevaagd was.
Toen eindelijk de zon weer doorbrak, was Tarzan de wanhoop
nabij. Voor het eerst in zijn leven was hij in de jungle
verdwaald. En ergens in dit woeste land waren zijn vrouw en
zijn zoon in de macht van zijn aartsvijand Rokoff. Het was
wanhopig. Had de natuur hem gedwarsboomd? Tarzan van de Apen
wist niet welke richting hij moest inslaan! Tenslotte
besloot hij Noord-Oostelijk te gaan en enige dagen later
kwam hij bij een negerdorp, waarvan de inwoners op de vlucht
sloegen, toen ze hem zagen. Tarzan achtervolgde hen en had
na korte tijd een jongen krijgsman te pakken. Deze vertelde
hem, dat een troepje blanken enkele dagen te voren zijn dorp
hadden bezocht en verteld, dat de vreselijke blanke duivel
en zijn demonen hen achtervolgden. Verder vertelde de neger,
dat de blanke man hen aanzienlijke geschenken had beloofd,
als het hun zou gelukken den blanken duivel te doden. Tarzan
zag hierin de hand van Rokoff. Hij vroeg den man, of de
blanke mensen een blanke vrouw en een klein kind met zich
meevoerden. "Ja, bwana", zei de wilde. "Er was een vrouw bij
hen — en een klein, blank dreumesje. Het kindje stierf en
werd hier begraven".
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.