De Wilde Beesten van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(14)
40. Jane's hart dreigde stil te staan
toen zij naar de baby keek, die zij op haar vlucht van de
"Kinsaid" had meegenomen. Het was niet haar kindje — niet de
zoon van Tarzan! Na deze ontdekking riep ze boos tot haar
bevrijder, de Zweedse kok: "Waar is mijn baby? Je wist, dat
dit kindje niet het mijne is!" De ogen van den kok werden
groot van verbazing. "Niet het uwe?" zei hij, "ik dacht, dat
het wel van u was, want er was geen ander kind aan boord!"
Door de bittere tranen van teleurstelling heen kwam er een
straal van hoop in het hart van Lady Greystoke — misschien
was er een wonder gebeurd, waardoor haar kindje op het
laatste ogenblik gered was uit de handen van Rokoff, voordat
de "Kinsaid" Engeland verliet. Nu begon het kindje te
spartelen in de armen van den kok, leunde voorover en stak
zijn armpjes naar haar uit. Zij drukte het tegen zich aan.
En weer gingen ze verder op hun vlucht door de wildernis,
dagen en nachten volgden elkaar in slopende gelijkvormigheid
op. Steeds meer kwam Jane tot het besef, dat de ruwe Zweed
een nobele inborst bezat. Op zekere dag hoorden zij van een
negervrouw, dat Rokoff slechts enkele dagmarsen achter hen
aankwam. De vluchtelingen trachtten nu stroomopwaarts op de
brede Ugambi-rivier te vluchten. Bij een der zijarmen
verborgen zij hun kano en trokken de jungle in. Op de tweede
dag werd het kindje ziek. Jane was wanhopig, zo lief had zij
het vreemde kind gekregen. Ongeveer een kilometer daar
vandaan was een dorp. "Misschien zijn ze ons daar goed
gezind", zei de Zweed. "Gaat u vooruit. Ik zal trachten de
Rus uw spoor te doen verliezen, dat is het enige, wat we nu
kunnen doen. Neem mijn geweer, u zoudt het nodig kunnen
hebben. Vaarwel en veel geluk, lady!"
41. Met een kreet van angst drukte
Jane het kind vaster tegen zich aan en vluchtte in de
aangewezen richting. Ver verwijderd hoorde ze menselijke
stemmen en het geluid van geweerschoten. Ze wist, dat de
Zweed de Russen had ontmoet. Er was geen tijd te verliezen.
Een half uur later strompelde zij, wanhopig naar het kleine
inboorlingendorp toe. Onmiddellijk werd zij omringd door een
zwerm angstaanjagende, verbaasde negers. Ze vroegen haar
honderd uit, doch ze kon hen niet verstaan. Terwijl ze met
tranen in de ogen op de baby wees, zei ze steeds weer:
"Koorts!" Een jonge vrouw scheen haar moeilijkheden te
begrijpen en bracht haar naar een hut, waar de medicijnman
spoedig bij haar kwam. Hij kookte de staart van een zebra,
maakte zonderlinge bewegingen en mompelde allerlei
toverspreuken. De vrouw zat er bij en keek toe. Het zal
ongeveer tegen middernacht geweest zijn, toen er plotseling
druk geloop weerklonk in het dorp. Opeens naderen de
voetstappen de hut, waarin Jane voor het vuur zat, met de
baby, die nu stil was, op haar schoot. Ze keek naar het
gezichtje met een bange blik in de ogen. De voetstappen, die
ze had gehoord, hielden voor de hut stil en ze was er zich
van bewust, dat ze de stem, die sprak, kende. Ze voelde, dat
er iemand binnengekomen was. Een van de vrouwen hield het
tentzeil open, waardoor het schijnsel van het vuur naar
binnen drong. In dit vage schijnsel bemerkte Jane tot haar
ontsteltenis, dat de baby gestorven was. Door de stilte
klonk nu stemmengeroes van de vrouwen. In haar ellende
hoorde Jane haar naam noemen. Geschrokken sloeg zij haar
ogen op en keek in het duivelse gezicht van Nicolaas Rokoff.
42. Een ogenblik keek Rokoff met valse
blik op de vrouw van Tarzan neer. Toen hij het kindje op
haar schoot zag en bemerkte, dat het dood was, werd zijn
razernij vreselijk! "Je hebt mij van het kind beroofd",
brulde hij. "Nu kan ik hem niet tot de zoon van een
kannibalenhoofdman maken". Terwijl de Rus op en neer liep,
angstwekkend in zijn teleurstelling en woede, nam Jane hem
nauwkeurig op. Ze begreep, dat Rokoff er zich niet van
bewust was, dat hij een verkeerd kind had ontvoerd.
Misschien was haar eigen kindje, de zoon van Tarzan, veilig
en in goede handen. Op dit ogenblik was zij blij met deze
gedachte en iets van een glimlach gleed over haar gezicht.
Neen, de Rus mocht nooit weten, dat dit kindje niet haar
eigen kleine Jack was. "Zo, lach je me uit", schreeuwde
Rokoff. "Ik zal je nu laten zien — jij en die ellendige aap,
dien je je man noemt — dat je mij toch niet kunt
ontvluchten". En terwijl hij dit zei, greep hij Jane met
beide handen vast en bracht haar, half dragend, half slepend
naar de jungle, waar in de duisternis zijn volgelingen op
hem wachtten. Op hun weg kon ze de zware voetstappen van de
grote beesten horen. De aarde beefde van het gebrul van een
leeuw, die op jacht was. De inboorlingen droegen toortsen en
zwaaiden er mede om de wilde dieren angst aan te jagen.
Levendig herinnerde dit Jane aan haar moedigen en
onoverwinnelijken Tarzan, de dagen en nachten, die ze
gezamenlijk in eenzelfde jungle hadden doorgebracht. Waar
was nu haar bosgod?
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.