De Wilde Beesten van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(20)
58. Zo snel hadden de dieren van
Tarzan in de kano plaats genomen, dat Mugambi niet had
bemerkt, dat er zich iemand in bevond. In de duisternis was
de ineengedoken figuur, die op de bodem van de boot lag te
slapen, aan zijn aandacht ontsnapt. Maar niet zodra waren ze
te water, of een wild gegrom van een van de apen trok zijn
aandacht en Mugambi zag, dat een bevende, zwarte vrouw zich
tussen hem en een der apen bevond. Met moeite kon hij den
aap, die zich op de vrouw had willen werpen, in toom houden.
Mugambi was weinig gesteld op haar tegenwoordigheid, maar
wilde ook geen tijd verliezen met haar naar de kust terug te
brengen. Stroomafwaarts paddelden zij vlug naar de zee,
totdat de schemerige omtrek van de "Kinsaid" zichtbaar werd.
Juist toen hij zijn dieren wilde aanvuren om met vernieuwde
krachten te roeien, werd de omtrek van een andere kano, op
niet meer dan drie meter afstand van hem verwijderd,
zichtbaar. Toen de beide kano's bijna tegen elkaar botsten,
riep een man in de naderende boot hem toe, hij meende met
mensen te doen te hebben. Als antwoord hoorde hij het gegrom
van een panter en hij keek in de vlammende ogen van Sheeta,
die overeind was gekomen en met zijn voorpoten op de rand
van de boot stond, klaar om op de andere boot over te
springen. Op dat moment begreep Rokoff het gevaar, dat hem
dreigde. Hij gaf bevel om te vuren en het was dit schot, dat
de nachtelijke stilte verscheurde en dat zowel Tarzan als
Jane hadden gehoord. Voordat de nijdige apen, voor een
ogenblik verdwaasd door het schot, in de vijandelijke kano
konden overspringen, hadden de mannen van Rokoff snel hun
kano doen wenden en paddelden wat zij konden in de richting
van de "Kinsaid".
59. Zo gebeurde het, dat toen Tarzan
in het water van de rivier sprong, de "Kinsaid", ofschoon
niet zichtbaar in de donkere nacht, zijn weg kruiste.
Terwijl hij zwom kwam de herinnering aan het pas achter hem
liggende avontuur met de reusachtige krokodil in hem op.
Maar ofschoon hij twee keer iets langs zijn benen voelde
strijken, in de modderige diepte beneden hem, gebeurde er
verder niets. Toen vergat hij alles omtrent krokodillen in
zijn verbazing bij het zien van de donkere massa daar vlak
voor hem. Het was zo dicht bij, dat enkele slagen hem er
heen brachten; tot zijn grote verwondering kwam zijn
uitgestrekte hand met de scheepsladder in aanraking. Terwijl
de vlugge, lenige aapman over de railing van het schip klom,
hoorden zijn scherpe oren het geluid van een gevecht aan de
tegenovergestelde kant van het dek. Zonder geluid te maken,
rende hij naar de bewuste plaats. De maan kwam door de
wolken en zijn scherpe ogen zagen de gestalten van twee
mannen, die met een vrouw vochten. Het eerste wat een van de
matrozen wist, was, dat er een nieuwe kracht op het schip
aan het werk was, en een zware hand legde zich op ieders
schouder. Zij werden van hun prooi losgetrokken en een diepe
stem vroeg: "Wat is hier aan de hand?" Voordat zij tijd
hadden om te antwoorden, was de vrouw op het geluid van zijn
stem opgesprongen. Met een zachte kreet van vreugde snelde
zij naar den nieuwaangekomene toe. "Tarzan!" riep ze. De
aapman smeet de matrozen naar het voordek, waar ze over
elkaar heen rolden en daarna nam hij zijn vrouw in zijn
sterke armen. Zij hadden slechts enkele ogenblikken tijd
voor hun begroeting. Nauwelijks hadden zij elkaar
weergevonden, toen zij de gestalten van een half dozijn
mannen bemerkten, die over de railing van de "Kinsaid"
klommen en naar hen toe stormden.
60. Vooraan zag men den Rus. Toen de
heldere stralen van de tropische maan een ogenblik door de
wolken braken, had Rokoff reeds gezien, dat de man, die voor
hem stond, Lord Greystoke was en hij schreeuwde dolle
commando's naar zijn volgelingen om het vuur tegen de twee
te openen. Tarzan trok Jane achter zich en met een vlugge
sprong rende hij naar Rokoff, juist toen een man achter den
Rus vuurde in de richting van den aapman. Maar het schot was
in het wilde weg gelost, want iets anders had op dat
ogenblik de aandacht van den man getrokken. Op de touwladder
verschenen de leden van de wilde troep. Vijf snetterende
apen manshoog, met ontblote slagtanden en sterke grijparmen,
onder leiding van een reusachtigen zwarten krijger, wiens
lange speer glinsterde in het maanlicht. Achter hem
verscheen een ander schepsel en van de hele troep was dat
wel het meest gevreesde. Het was Sheeta, de panter met
ontblote tanden en boos fonkelende ogen, die hem vol haat en
bloeddorstigheid aankeken. Rokoff, dodelijk verschrikt,
strompelde achteruit tussen zijn twee makkers in en trachtte
op het voorschip te ontkomen. Bij het zien van de woeste
troep vluchtten de overigen in alle richtingen, tenminste
zij, die dat nog konden, want de sterke tanden der apen van
Akoet en de vreselijke klauwen van Sheeta vonden meer dan
een slachtoffer. Vier mannen ontkwamen en verdwenen in het
vooronder, waar zij Rokoff vonden. Woedend over zijn vlucht
in de ogenblikken van gevaar en zijn vroeger brutaal
optreden, wilden zij zich nu op hem wreken. Ze smeten hem op
het dek. Tarzan zag den man te voorschijn komen — maar één
was er, die het nog eerder had gezien. Dat was Sheeta en met
hevig gebrul en opengesperde muil rende het geweldige dier
op den doodsbenauwden man toe.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.