De Wilde Beesten van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(24)
70. Met het zinken van de "Kinsaid"
voelde Tarzan ook zijn moed zinken, hoewel hij zijn vrees
voor Jane verborg. Er was slechts een geringe kans, dat ze
ooit nog in Engeland zouden kunnen terugkeren, gered als zij
moesten worden door een schip, dat toevallig, voorbij kwam.
En er konden nog allerlei ongelukken gebeuren, gedurende de
maanden, dat zij letterlijk op het Jungle-eiland gevangen
zaten. Maar, er was niets aan te doen, zei hij tegen
zichzelf, terwijl hij hun bijna hopeloze toestand onder de
ogen zag. Nog nooit had hij geen uitweg gevonden uit zijn
moeilijkheden. Het eerst noodige was een kamp op te slaan in
de buurt van drinkwater, want hun verblijf op dit eiland,
dat uit de richting der scheepvaart lag, zou wel jaren
kunnen duren. Tarzan wist waar water was en bracht zijn
mensen er heen. Hier begonnen de mannen nu hutten te bouwen,
terwijl Tarzan het oerwoud inging om vlees te bemachtigen.
Hij liet den trouwen Mugambi en de Mosula-vrouw, die in de
kano verscholen was geweest in de nacht, dat zijn beesten
deze hadden gevonden, achter, om Jane te bewaken, wier
veiligheid hij nooit zou durven toevertrouwen aan de
bemanning van de "Kinsaid". Lady Greystoke rilde, ofschoon
ze trachtte dapper te schijnen, want de wetenschap, dat ze
misschien nooit haar eerstgeborene meer terug zou zien, was
meer, dan zij kon verdragen. Overdag, van zonsopgang tot
zonsondergang stond een der mannen bij de kust op wacht.
Daar, gereed voor onmiddellijk gebruik in de nacht,
verzamelden zij een grote stapel droge takken en aan een
paal hing een vlag, gemaakt van een rode borstrok van een
der matrozen. Doch nooit verscheen er een stip aan de
horizon, of een rookwolkje voor de ogen, die steeds maar
weer de oceaan afzochten.
71. Twee weken later had de verlaten
groep mensen enkele kleine, doch geriefelijke hutten
gebouwd, maar nooit in die tussentijd was er enige hoop op
redding geweest. Tarzan stelde tenslotte voor, dat zij
zouden trachten een boot te maken, groot genoeg om hen allen
terug te brengen naar het vasteland. Hij leerde de mannen
hoe ze de ruwe stammen moesten bewerken en ijverig begonnen
zij de arbeid onder toezicht van den aapman. Naarmate de
tijd verstreek begon de reusachtige taak hen onmogelijk te
schijnen en ze begonnen te morren en te pruttelen onder
elkaar, zodat er nu een nieuw gevaar bijkwam in de vorm van
tweedracht en wantrouwen. Meer dan ooit vreesde Tarzan Jane
onder deze halve wilden van de "Kinsaid" te moeten laten.
Maar hij moest op jacht, want geen der anderen was zo
vertrouwd met de jungle en zo zeker met buit te zullen
terugkeren. Soms verving Mugambi hem bij de jacht, maar de
speer en de pijlen van den zwarte waren nooit zo zeker als
het touw en het mes van den aapman en intussen verslapte de
ijver voor het werk meer en meer. Al die tijd hadden de
bewoners van het kamp geen spoor van Sheeta, Akoet en de
andere grote apen meer gezien. Alleen Tarzan ontmoette hen
soms in de jungle, als hij op jacht was, doch dan ging ieder
zijn eigen weg. Juist in de tijd, dat in het kamp van de
uitgestotenen aan de Oostkust van de Jungle-eiland de zaken
er lelijk begonnen voor te staan, verrees er aan de
Noordkust een ander kamp. Hier in een kleine baai lag een
schoener, waarvan het dek enkele dagen tevoren nog rood
gekleurd was van het bloed van officieren en leden van de
bemanning. Hier had namelijk muiterij gewoed, die was
uitgebroken op aanstichting van Kai Shang, de Chinees, die
zich wilde meester maken van de rijke buit aan paarlen,
welke de schoener aan boord had.
72. Kai Shang, was een sluwe Chinees,
die zelf den kapitein van die parelschoener had vermoord,
toen deze lag te slapen. Daarna deed hij de kapiteinskleren
aan, waarop de verschillende ridderorden waren bevestigd en
de Chinees en zijn bende, het schuim van de Zuidzeehavens,
hadden nu op de Zuidzee gevaren en vonden een haven, waar ze
hun schatten aan land konden brengen, zonder met allerlei
vragen te worden lastig gevallen. De dag, voordat zij het
Jungle-eiland bemerkten en de kleine haven ontdekten, waarin
de schoener nu voor anker werd gelegd, zag de wacht de
omtrek van een oorlogschip aan de verre horizon. De kans om
te worden achterhaald lokte hun in het geheel niet en daarom
waren ze dieper de haven ingevaren, totdat het gevaar
geweken was en thans bevonden zij zich slechts enkele mijlen
ten Noorden van Tarzan en zijn mensen. Gedurende deze tijd
van afwachten, hielden de muiters zich bezig met jagen,
vissen en op onderzoek uitgaan op dit prachtige eiland. En
het was op een van deze expedities ver van het kamp, dat Kai
Shang verbaasd het geluid van menselijke stemmen hoorde vlak
bij zich in de jungle. Terwijl hij zijn vrienden waarschuwde
zijn voorbeeld te volgen, kroop Kai Shang door de jungle in
de richting van de ongeziene sprekers. Spoedig ontdekten zij
twee mannen, die op een boomstam zaten en in ernstig gesprek
waren. De ene was de stuurman van de "Kinsaid" en de ander
de meest kwaadwillige der matrozen. "Ik denk, dat wij het
kunnen doen", zei de stuurman. "Met ons drieën kunnen wij de
boot in één dag naar het vasteland roeien. Laat de Engelsman
zelf maar zien, dat hij terecht komt." "Maar", zo vervolgde
hij, "wij zullen de vrouw meenemen. Zij is een verstandige
vrouw. Ze zal ons wel goed willen betalen om naar de
beschaafde wereld te worden teruggebracht."
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.