De Wilde Beesten van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(26)
76. "Kom", zei Kai Shang, en beduidde
de vrouwen hem te volgen. Jane keek naar de stuurman uit om
hulp, doch ze zag hem tussen de troep van den Chinees staan
met een gemene grijns op het gezicht. Toen begreep ze, dat
zij in een hinderlaag was gevallen en dat verzet vruchteloos
zou zijn. "Leg me even uit, wat dit te betekenen heeft",
vroeg ze. "Heel eenvoudig, dame", antwoordde hij nors, "het
betekent, dat wij een schip hebben gevonden en dat wij
Jungle-eiland gaan verlaten". "Waarom zond je Mugambi de
jungle in?" vroeg ze weer. "Ook heel eenvoudig, hij kan niet
met ons mee. Alleen u en ik en de Mosulavrouw zijn de
uitverkorenen!" Nu deed Kai Shang een stap naar voren en
maakte een eind aan het gesprek. "Vooruit!" herhaalde hij en
greep Lady Greystoke ruw bij de pols. Een van zijn mannen
greep de Mosulavrouw beet en toen deze wilde schreeuwen,
legde hij stevig zijn hand tegen haar mond. Mugambi rende
door de jungle naar de plek waar de stuurman had gezegd, dat
de apen waren verschenen. Een mijl achtereen vervolgde hij
zijn weg, maar zag niets van de vermiste jongen of van een
der apen van Akoet. Tenslotte hield hij stil en riep luid,
op welke kreet hij en Tarzan de grote apen steeds geroepen
hadden. Doch hij kreeg geen antwoord. De zwarte zocht nog
een halve mijl, nu en dan roepend. Tenslotte drong de
waarheid tot hem door en toen, als een opgejaagd dier,
keerde hij om en rende naar het kamp. Dadelijk zag hij, dat
zijn vrees bewaarheid was. Het kamp verlaten — even stil was
het er in de duisternis als in een graf. Lady Greystoke en
de Mosulavrouw waren verdwenen. Evenzo was er van de
stuurman en de overige leden van de "Kinsaid" geen spoor
meer te ontdekken.
77. De onbekende geur, die de scherpe
neus van Tarzan had waargenomen kwam van de troep van Kai
Shang, toen ze voorzichtig langs de kust slopen naar het
kamp van de aapman. Ze hadden op korte afstand stil gehouden
om op het afgesproken signaal van den stuurman van de
"Kinsaid" te wachten. Er lagen nu vele mijlen tussen hen en
Tarzan en voordat de lenige aapman de afstand had kunnen
afleggen, bevond Jane zich als gevangene aan boord van het
parelschip. Midden op zijn weg hield Tarzan halt, een
instinctief gevoel zei hem, dat er iets niet in orde was en
hij keerde naar het kamp terug. Terwijl Mugambi daar stond,
niet wetende wat te doen en probeerde klaarheid te brengen
in de situatie waarin hij zich bevond, slingerde Tarzan van
de Apen zich door de bomen en liet zich op de open plek op
de grond zakken. Zijn scherpe ogen hadden reeds gezien, dat
er iets ergs was gebeurd, nog voordat Mugambi hem het
verhaal had gedaan. Toen de zwarte met veel bewegingen van
woede hem de feiten had verteld, fronste hij zijn voorhoofd,
diep in gedachten. Wat dacht de stuurman te bereiken met het
meenemen van Jane Clayton uit een kamp op een klein eiland,
waar hij niet aan de wraak van Tarzan kon ontkomen? De
aapman kon niet geloven, dat de man zo idioot zou zijn.
Daarna drong er een deel van de waarheid tot hem door. De
stuurman, overlegde hij, zou zo iets nooit hebben gedaan als
hij er niet zeker van was dat hij met zijn gevangenen het
Jungle-eiland zou kunnen verlaten. Maar waarom had hij dan
de Mosulavrouw ook meegenomen? Er moest dus iets anders
zijn. "Er is maar één ding te doen", zei hij grimmig. "Kom
Mugambi, volg me!" En Tarzan, met een blik van haat in de
ogen en dorstend naar wraak, sprong het oerwoud in.
78. Terwijl Tarzan naar het spoor
zocht, kwam er een grote man uit het Noorden der jungle naar
het kamp toe. Hij kwam recht op den blanken man en Mugambi
af. Geen van beiden had kunnen dromen, dat er nog een ander
menselijk wezen, buiten henzelf op het Jungle-eiland was.
"Wie ben je?" vroeg de aapman. "Wat weet je van de
ontvoering van mijn vrouw en de Mosulavrouw?" "Alles",
antwoordde de man. "Je vrouwen zijn gestolen en als u hen
wenst weer te zien, ga dan vlug met me mee. Anders is het
parelschip al op zee als wij de plek bereiken, waar het voor
anker heeft gelegen". "Waarom ben je hier gekomen?" vroeg
Tarzan "Ik hoorde dien duivel, Kai Shang en een van uw
mensen een plan maken; Kai Shang heeft me uit het kamp
verjaagd en wilde me doden. Nu, ik wil het hem even graag.
Vlug, er is geen minuut te verliezen". Door de wending, die
de zaken nu namen, opeens weer tot daden overgaande, volgden
Tarzan en Mugambi den parelvisser, en ze renden Noordwaarts
door de jungle. Zouden zij nog op tijd komen? Slechts enkele
minuten later kregen zij antwoord op hun vraag. Toen de drie
tenslotte het dichte gebladerte op zij schoven en naar de
haven keken en naar de Oceaan, die daar voor hen lag, zagen
ze, dat het inderdaad te laat was. Het lot was tegen hen
geweest, want het parelschip had de zeilen reeds gehesen en
voer de haven uit, de open zee tegemoet. Wat nu te doen? De
brede borst van Tarzan ging zwoegend op en neer. De laatste
hoop was verdwenen. Als Tarzan van de Apen ooit in zijn
leven reden had gehad om te wanhopen, dan was het nu, toen
hij het schip zag vertrekken, dat zijn vrouw naar een
vreselijk lot zou voeren en, dat vol gratie zeewaarts
koerste.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.