De Zoon van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(4)
10. Bij de gedachte aan zijn zoon kwam
Tarzan weer tot de werkelijkheid terug. Hij haalde zijn
brede schouders op, toen hij de aap antwoordde: "Nee, Akoet,
het kan niet! Jij kunt hier niet gelukkig zijn, ik mag daar
niet meer gelukkig zijn!" De dierentemmer was naar voren
gestapt. De aap liet brommend zijn tanden zien. "Ga naar hem
toe, Akoet", zei Tarzan van de Apen, "ik zal morgen
terugkomen om je te zien". Gehoorzaam liep het dier naar
zijn trainer terug. Laatstgenoemde vertelde waar ze hem
konden vinden en Tarzan wendde zich tot zijn zoon. "Kom",
zei hij koel, en zonder verder een woord te spreken
verlieten beiden het theater en hadden bijna half Londen
doorkruist, eer een van hen sprak. Het was de jongen, die
het stilzwijgen verbrak. "De aap kende u, vader", zei hij,
"en u sprak in de apentaal. Hoe kende de aap u en u zijn
taal?" En toen in het kort en voor het eerst vertelde Tarzan
van de Apen zijn zoon van zijn vroeger leven — van zijn
geboorte in de jungle, van de dood van zijn ouders en hoe
Kala, de grote apin, voor hem had gezorgd en hem had
opgevoed van kind af tot hij volwassen was. Hij vertelde ook
van de gevaren van de jungle; van de grote beesten, die bij
dag en andere die 's nachts rondslopen; van de perioden van
droogte en van vreselijke regens, van koude, van ontzettende
hitte. Toen sprak hij van de angst en het lijden, van alle
dingen, die zo erg schijnen voor de mensen der beschaving in
de hoop, dat de kennis van al deze dingen het overgeërfde
verlangen naar de jungle in de jongen zouden doden. Juist
deze dingen maakten de herinnering aan de jungle bij men
zelf weer wakker en onbewust vertelde hij met zoveel gevoel,
dat hij de zucht naar avontuur bij zijn zoon aanwakkerde.
11. Terwijl de vader zijn zoon zijn
levensgeschiedenis vertelde, vergat hij één ding — het
voornaamste — dat de jongen aan zijn zijde, die met gretige
ogen luisterde, de zoon was van "Tarzan van de Apen". Nadat
de twee elkaar goede nacht hadden gewenst, vertelde lord
Greystoke aan zijn vrouw, wat er die avond gebeurd was. Lady
Jane, die begreep, dat haar zoon enkele dingen moest weten
van de vreselijke jaren, bad, dat de jongen niet het
verlangen zou hebben geërfd, waarvan ze wist, dat het diep
in het hart van de vader leefde. Tarzan bezocht Akoet, zoals
hij beloofd had, maar weigerde Jack mee te nemen. Deze keer
ontmoette Tarzan de eigenaar van de aap, doch herkende in
dat afgeleefde, menselijke wrak zijn Russische vijand van
vroeger jaren niet. Onder de invloed van de klaagliederen
van Akoet trachtte hij het dier te bevrijden, maar de sluwe
Paulvitch weigerde het dier te verkopen...
Enkele dagen later had de jongen zelf zijn weg gevonden door
de wijken van Londen en ontdekte hij, waar de Rus met Akoet
woonde. Daarna sloop de jongen dikwijls weg en bracht vele
uren met zijn aapvriend door, terwijl Paulvitch stukje voor
beetje zijn geschiedenis en identiteit te weten kwam. In
zijn slecht brein kwam nu een plan op, waardoor hij zich kon
wreken over vermeende verongelijking en tevens zijn voorraad
goud kon vermeerderen. Alleen gelaten met Akoet, bemerkte de
jongen al spoedig, dat hij zich bij het dier verstaanbaar
kon maken. Veel woorden van de apentaal kwamen instinctmatig
bij hem op. Na de ontmoeting van Tarzan had de aap
geweigerd, weer op het toneel op te treden. Hij was niet
langer een bron van inkomsten en tenslotte accepteerde
Paulvitch een enorm bedrag van lord Greystoke, waarbij
overeengekomen werd, dat Akoet naar een schip zou worden
gebracht, dat spoedig naar Afrika zou vertrekken. Lady Jane
was blij, toen haar man haar over dit besluit sprak. Nu zou
haar zoon wel aan andere dingen gaan denken, dacht zij. Maar
Jack had heel iets anders in het hoofd, toen hij het nieuws
hoorde!
12. De reis van de aap terug naar de
jungle en naar zijn vrijheid zou aanvangen op dezelfde dag,
dat de toekomstige lord Greystoke naar school terug zou
keren. Voorzien van voldoende geld, had hij het schijnbaar
erg druk met het inpakken voor het vertrek, waarbij hij
verschillende eigenaardige inkopen deed, zonder dat iemand
dit merkte. Met toestemming van zijn ouders ging hij Akoet
voor het laatst goedendag zeggen en spoedig was hij in een
druk gesprek met de oude Paulvitch. "Laat mij de aap
meenemen tot Dover," zei hij. "Ik kan het doen en toch op
tijd op school zijn. Niemand behoeft er iets van te weten.
Het spaart u een vermoeiende reis uit en ik zal een dag
langer bij mijn junglevriend kunnen zijn, voordat ik hem
voor altijd verlies." Het rolletje bankbiljetten, dat hij de
Rus in de hand duwde, was overbodig, want het plan kwam
prachtig overeen met wat Paulvitch in zijn eigen, duivels
brein had uitgebroed. Die middag namen lord en lady
Greystoke afscheid van hun zoon en brachten hem naar een
eerste klasse coupé van de trein, die hem binnen enkele uren
naar Eton zou brengen. Weinig vermoedden zij toen, dat er
vele jaren voorbij zouden gaan en er vreemde dingen zouden
gebeuren, voordat zij hem zouden terugzien! Toen zij hem
hadden verlaten, zocht de jongen zijn bagage bij elkaar,
verliet de trein en liet zich dadelijk naar het huis van de
Rus rijden. Het was bijna donker, toen hij aankwam.
Paulvitch wachtte op hem — liep zenuwachtig heen en weer. De
aap was met een stevig touw aan het bed vastgebonden. Dit
was voor het eerst, dat de jongen het dier vastgebonden zag.
Vragend keek hij de Rus aan. De man mompelde een
verontschuldiging. De schurk had een ander touw in de hand;
met een lus aan het eind. Het pokdalig gezicht van de man
zag er onheilspellend uit, terwijl hij in zichzelf stond te
mompelen. Zijn gedrag wekte de achterdocht van de jongen op.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.