home

De Zoon van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs


(16)



46. Gehinderd door de tegenspartelende Meriem kon de grote aap niet met succes vechten op de zwiepende tak, daarom sprong hij op de grond. Vlug volgde de andere aap hem en hier vochten zij, nu en dan staakten zij het gevecht om het meisje te vervolgen en te heroveren, dat elke gelegenheid te baat nam om te vluchten. Maar steeds keken ze weer naar haar en nu eens greep de ene, dan de andere aap haar vast als ze elkaar even loslieten. Vaak kreeg het meisje een klap met de sterke, harige poten en tenslotte viel ze bewusteloos neer, terwijl de apen, nu niet langer door haar ontvluchtingspogingen opgehouden, ongestoord hun strijd konden uitvechten. Boven hen scholden de kleine apen waanzinnig van opwinding. Talloze vogels van schitterende pluimage vlogen rondom de vechtenden heen en weer, uitten kreten van woede en schrik. In de verte brulde een leeuw. De grootste mensaap kreeg langzamerhand de overhand op zijn tegenstander. Ze rolden over de grond, bijtend en slaand. Soms rechtop staande op hun achterpoten, worstelden zij als mensen. Meriem lag in die tussentijd nog steeds bewusteloos op de grond. Tenslotte rolden de apen voor het laatst over de grond. Toen stond de grootste op, alleen, en schudde zich eens; grommend waggelde hij heen en weer tussen het lichaam van het meisje en dat van zijn slachtoffer. Daarna zette hij zijn voet op het lichaam van zijn vijand en uitte zijn vreselijke overwinningskreet. De mooie vogels vlogen bij het horen van dit ijzingwekkende geluid in alle richtingen weg. De grote aap waggelde weer naar het meisje toe. Hij boog zich voorover en snuffelde aan haar gezicht. Ze leefde. Hij stond stil, en terwijl hij het meisje optilde en over zijn schouder legde, verdween hij in de jungle.
Korak, die van de jacht terugkeerde, hoorde het gejammer van de opgewonden apen, die door de bomen het meisje volgden.





47. Korak begreep, dat er iets ernstigs was. Hij riep naar Meriem, maar zij antwoordde niet. In de verte werd het gejammer van de apen zwakker. Korak slingerde zich vlug in hun richting en haalde al spoedig de achterhoede in. Bij het zien van Korak begonnen zij opnieuw te schreeuwen en wezen naar beneden. Even later zag hij wat hun woede vervulde. Zijn hart stond stil, toen hij het slappe lichaam van het meisje over de schouders van de aap zag hangen. Hij twijfelde er niet aan, dat ze dood was! Een kreet ontsnapte aan zijn lippen, daarna een reeks van vreselijke geluiden. Hij schoot als een schietlood naar beneden vlak voor de vluchtende aap. De aap draaide zich bij het eerste geluid van deze nieuwe bedreiging om en toen Korak zijn lelijke snuit zag, vlamde zijn woede opnieuw op. Want het monster, dat voor hem stond, was niemand anders dan de aapkoning, die maanden geleden de doder had verdreven uit de troep der grote mensapen, met wie hij vriendschap had willen sluiten. En op hetzelfde ogenblik herkende de koning Korak. Nadat hij zijn prooi op de grond gelegd had, liep hij met zijn kop vooruit naar de onbehaarde jonge aap toe, die hem vroeg, welk recht hij op zijn slachtoffer had. En zij vochten het uit. Korak vergat zelfs zijn mes. Hij was zo razend, dat hij alleen maar voldoening voelde bij het bijten in het vlees van zijn tegenstander. En opeens opende Meriem haar ogen. "Korak", riep zei, "Korak".





48. Met fonkelende ogen rees het meisje op, toen ze Korak herkende. Vlak bij haar lag de speer van de doder — vergeten. Meriem zag hem en nam hem op. Zij voelde geen vrees bij het zien van deze primitieve vechtpartij. Zij was verbaasd, maar koel en onbevreesd. Want vocht Korak niet met de Mangani, die haar gestolen had? Diep in het wilde hart van de aap plantte zij de scherpe speer. Korak had deze hulp niet nodig, maar glimlachte over haar dapperheid. Het scheen, dat hij Meriem met andere ogen zag. Was ze in die paar uur van zijn afwezigheid opeens zo veranderd? Hoe slank en fijn gebouwd was ze! Hoe lang het geleden was sinds hij haar in haar vaders dorp had gevonden, een klein Arabisch meisje, wist hij niet. Tijd speelt geen rol in de jungle en hij hield geen boek van de voorbije dagen. Zijn starende blik ging van Meriem naar de dode aap. Plotseling werd hem iets duidelijk. De ogen van Korak werden wijd, daarna vernauwden ze zich weer tot kleine spleten, toen ze op het geweldige lichaam van de dode aap aan zijn voeten neerkeken. En even later kleurde hij zelf toen hij naar Meriem keek. Want, hij keek naar haar met nieuwe ogen, de ogen van een man, die naar zijn geliefde kijkt. Hij kwam dicht naar haar toe, 'n glans van liefde op zijn gelaat; maar zij begreep het niet, zij wist niet, hoe dicht zij beiden bij het volwassen zijn stonden "Meriem", fluisterde hij en zijn stem stokte. "Meriem!" Plotseling trok hij haar naar zich toe. Ze keek lachend naar hem op, hij boog zich over haar heen en kuste haar. Zelfs nu begreep zij 't nog niet. Zij kon zich niet herinneren ooit te voren gekust te zijn. Het was heerlijk. Ze dacht, dat het de manier was waarop Korak wilde uiten hoe blij hij was. Korak wilde iets zeggen, wenste haar te zeggen, hoeveel hij van haar hield, maar de emotie overweldigde hem.



vorige volgende



De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.