Tarzan en de Olifantsmannen
door Edgar Rice Burroughs
(4)
10. Toen de leeuw Gonfala bijna
bereikt had, sprong Kuiro, ontdaan door het feit, dat zijn
geweer geweigerd had, op en vluchtte weg. Onbewust redde hij
daardoor het leven van het meisje. Bij het zien van den man,
die wegvluchtte, volgde het grote beest een natuurlijk
instinct en vervolgde den ongelukkigen geweerdrager. Gonfala
vuurde opnieuw, weer raakte zij het dier, maar het wilde
beest was niet tot stilstand te brengen, sprong en sloeg
zijn poten naar Kuiro uit. Verstijfd van schrik bleef het
meisje aan de grond genageld staan, terwijl het wilde dier
zijn slachtoffer doodde. Toen begaven de krachten van den
gewonden leeuw zich; zieltogend viel het dier dwars over den
man heen. Troll, die het drama had gadegeslagen, fluisterde
tegen zijn kameraad: "Dat noem ik nog eens geluk hebben. Wij
hebben niet alleen het meisje, maar ook nog twee geweren."
"En geen getuigen", voegde Spike er aan toe, terwijl hij de
overigen wenkte hem te volgen de heuvel af naar Gonfala toe.
Het meisje zag hen komen. Zij herkende de twee, die de grote
diamant en de emerald gestolen hadden, maar ze had geen
reden om aan te nemen, dat ze zich in gevaar bevond. En het
was haar eigen onvoorzichtigheid, die haar in de strik
leidde, die de bandieten voor haar hadden gespannen.
11. Vriendelijk lachend naderden Spike
en Troll het meisje. "Wat doen jullie hier?" vroeg ze "Wij
zijn reeds weken lang verdwaald en proberen de weg naar de
kust te vinden," zei Spike. "Wij gaan naar de kust, jullie
kunt de reis wel met ons samen doen," stelde Gonfala voor.
"Dat zou heel prettig zijn!" verklaarde Spike met een
veelbetekenende grijns. Intusschen had Troll zich meester
gemaakt van het geweer en de kogels van den verslagen
geweerdrager, die door den leeuw gedood was. Op hetzelfde
oogenblik bekeek Spike het geweer van Gonfala. "Het is een
mooi wapen, dat U daar hebt," zei hij vleiend. "Laat mij het
eens bekijken." Gedachteloos overhandigde het meisje hem
haar wapen. Daarna liep zij naar den gedoden geweerdrager.
"Stakker", verklaarde zij bewogen, "jullie bedienden kunnen
hem naar het kamp terug brengen." "Wij gaan niet naar het
kamp terug," schreeuwde Spike. "Wat moet ik dan doen?" vroeg
Gonfala, "ik kan hem toch niet alleen dragen." "U gaat ook
niet terug." "Wat bedoel je daarmee?" vroeg het meisje.
"Precies wat ik zeg. U gaat niet meer terug naar Uw kamp, U
gaat met ons mee!"
12. Het hielp niet of Gonfala al
protesteerde. Haar belagers waren nu gewapend en zij was
hulpeloos. "U doet beter rustig met ons mee te gaan," raadde
Spike haar aan, "we hebben U nodig." "Waarvoor?" vroeg het
meisje. Haar stem klonk dapper, maar haar hart beefde van
angst. "Wij hebben de grote diamant," antwoordde Spike, "en
wij hebben U nodig omdat U weet, hoe zijn toverkracht werkt.
Met die kracht kunnen wij zo rijk worden als een koning. We
zullen ook als een koning leven, als de rijksten in het
land. Misschien zal ik met U trouwen en dan wordt U
koningin." Hij grinnikte. "De duivel hale je," bromde Troll.
"Ze is even goed mijn eigendom als het jouwe." Het volle
besef van haar waarde drong nu tot Gonfala door en gaf haar
nieuwe moed. "Ik hoor nog aan geen van jullie beiden, jullie
zijn beiden dwazen," verklaarde zij, "en je zoudt
verstandiger doen met me te laten gaan." "Oh, neen," bromde
Troll. "Mijn vrienden zullen ons volgen," hernam het meisje.
"Tarzan zal me zoeken en jullie daden wreken." Bij 't horen
van de naam Tarzan verbleekten de booswichten. Daarna
grijnsde Spike brutaal: "Wij zijn niet bang. Waar wij
heengaan, kan zelfs Tarzan ons niet vinden."
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.