home

Tarzan en de Olifantsmannen
door Edgar Rice Burroughs

(10)


28. De schim van Troll kwam al dichter en dichter naar het meisje toe. "Wees stil!" fluisterde hij, "ik wil tegen je praten. Je wilt toch zeker de rest van je leven niet doorbrengen met Spike en een bende zwarte wilden, in die vallei, waarheen hij ons wil brengen, is het wel?" Gonfala antwoordde niet en Troll ging voort: "Als hij hierheen komt vermoordt hij me! Dan heeft hij je in zijn macht. Ik ken hem — hij is een echte boef. Ga dus met me mee. We zullen de grote diamant meenemen en deze in Europa, in Parijs verkoopen." Het meisje wist, dat tot nu toe haar veiligheid verzekerd was door de rivaliteit der schurken. Met een van beiden zou ze in gevaar zijn. "Ik ga nergens met je heen. Ga weg ik zal Spike roepen." "Als je een kik durft te geven, knijp ik je keel dicht," gromde Troll. Op hetzelfde oogenblik strekte hij zijn handen uit en omknelde haar hals uit angst, dat ze toch mocht roepen. Het ongelukkige meisje had alleen tijd om een zachte kreet te slaken. Daarna sloten de ruwe vingers zich moordend om haar keel.




29. Wakker geworden door de angstkreet van Gonfala sprong Spike van zijn veldbed. "Troll!" riep hij. Er kwam geen antwoord Spike begreep nu, dat Troll de oorzaak moest zijn van deze kreet. Met enkele stappen was hij bij de hut van Gonfala. Hij vloog naar binnen. Troll trad hem met een nijdige kreet tegemoet. De beide mannen vlogen elkaar aan en rolden over de grond, terwijl ze elkaar raak sloegen. Zo nu en dan onderbrak een kreet van pijn het hevig zuchten en steunen. Gonfala kroop verschrikt zo ver mogelijk in de hut naar achteren. Ze rolden dichter naar haar toe en ze ging uit de weg. Haar nieuwe positie bracht haar dichter bij de uitgang. Het gaf haar de gelegenheid te ontsnappen, waarvan ze snel gebruik maakte. Terwijl ze naar buiten rende, kwamen de krijgers naar de hut gelopen. Maar nu hield het geluid van het gevecht op. Een ogenblik later kwam Spike naar buiten, waggelend op zijn benen. Gonfala beefde van angst. Van de twee mannen vreesde zij Spike het meest. Als Troll dood was, zou ze aan de genade van dezen wreden bandiet zijn overgeleverd.




30. Gonfala huiverde van angst, toen ze Spike uit de hut zag strompelen als overwinnaar in de dodelijke strijd met Troll. Tot nu toe was ze betrekkelijk veilig geweest, omdat ieder van hen haar tegen den ander had beschermd. Nu was ze echter geheel in de macht van den meedogenlozen Spike. Haar enige gedachte was — zo mogelijk te ontvluchten. Wat kon zij nog van Spike verwachten, nu Troll dood was? En, terwijl Spike tusschen de verbaasde wilden stond en zijn bebloed hoofd schudde, sloop zij ongemerkt weg. Er was een kleine kans, dat de wachters bij de poorten naar het midden van het dorp waren gelopen en wie weet, misschien was ze in staat de poorten te openen en het oerwoud in te vluchten. De dieren van de jungle waren te verkiezen boven Spike. Maar de bewakers waren op hun posten. Ze zouden haar niet toestaan te passeren zonder speciale toestemming van hun opperhoofd. Gonfala hield zich schuil tussen een hut en de palissade. Het was echter slechts tijdelijk uitstel. Elk ogenblik verwachtte ze te horen, dat Spike naar haar zocht.


 


De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.