Tarzan en de Olifantsmannen
door Edgar Rice Burroughs
(19)
55. De wilde olifant rende, woedend
trompetterend, op een van de olifanten uit de troep af, die
bereden werd door een van de officieren. Er klonken bevelen,
de officier trachtte zijn dier te doen keren en te vluchten,
maar dit was een getrainde olifant, die niets wilde weten
van weglopen. En zo werd de dikhuid heen en weer getrokken,
tussen zijn neiging om te vechten en zijn gewoonte om de
bevelen te gehoorzamen. In zijn besluiteloosheid draaide hij
zich half om en in deze positie stormde de aanvaller op hem
af. De officier kwam met een hevige slag op de grond
terecht. Doch hij was onmiddellijk weer op de been en rende
weg. Dat was het ergste, wat hij had kunnen doen, want bijna
elk dier wil iets, dat wegloopt, achtervolgen... Ontsteld
gegil, vermengd met woest getrompetter van het groote dier
vervulde de lucht. Valthor dreef zijn olifant vooruit in een
poging om het aanstormende dier de pas af te snijden.
Stanley Wood volgde hem. In de opwinding realiseerde hij
zich weinig het gevaar van hetgeen hij deed.
56. Valthor reed zijn olifant naar den
vluchteling, in de hoop het pad van den wilden olifant te
kruisen. Doch hij was te laat. Het razende dier haalde den
verschrikten man in, greep hem met zijn slurf beet, gooide
hem in de lucht en toen de man op de grond neerkwam,
vertrapte de olifant hem in het stof. Op dat ogenblik waren
Valthor en Wood bij hem. Wood verwachtte een herhaling van
het tooneel, dat hij zo juist had gezien, met Valthor en
zichzelf als de slachtoffers. Doch in plaats daarvan reed de
Athneniaan zijn olifant rustig naar het wilde dier toe, dat
met zijn staart stond te zwaaien. Al de kwaadheid was
verdwenen na het doden van zijn slachtoffer. En Wood, die
Valthar gevolgd was, sloot het dier nu aan de andere zijde
in. Intusschen zong Valthor op een eentonige wijs een lied,
dat door de Athneniaansche olifantsmannen wordt gebruikt om
de groote dieren te kalmeren. De geoefende olifanten,
bereden door Wood en Valthor, kenden hun taak heel goed en
tussen hen in was de mannetjesolifant spoedig op weg naar de
grote stal. Stanley Wood was opgetogen, maar zijn geestdrift
verdween al spoedig toen hij de pijnlijke consequenties van
zijn heldhaftigheid kreeg te dragen.
57. Het resultaat van zijn dappere rol
bij de gevangenneming van den groten, wilden olifant was,
dat Stanley een persoon van aanzien werd onder zijn
medegevangenen. Doch er was nog een ander resultaat, dat
belangrijker was. Een afdeling soldaten kwam hem halen, om
hem naar het paleis te brengen. "Phoros, de koning, wenst
den man te zien, die Valthor heeft geholpen bij het vangen
van het dier", verklaarde de officier. Valthor liep dicht
naar Wood toe en fluisterde: "Wees voorzichtig, die
schurkachtige Phoros zal niet alleen daarom om je sturen.
Hij heeft er een andere reden voor"... Terwijl Wood voor den
mysterieuzen koning werd geleid, wachtte Tarzan in zijn cel
in de gouden stad zijn doodvonnis. Hij hoorde een zacht
gemompel in de straat en keek door het getraliede venster
naar buiten. Daar stonden enkele mensen bijeen. Zij spraken
ernstig met elkaar, en keken dikwijls naar het paleis.
Voetgangers hielden stil om te luisteren en voegden zich bij
de groep. De stemmen werden luider. Een geladen sfeer hing
in het rond. De koning van de jungle voelde, dat er gevaar
dreigde.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.