home

Tarzan en de Olifantsmannen
door Edgar Rice Burroughs

(23)


67. Achtervolgd door vijf snelle en woeste leeuwen trachtte Tarzan in het bos in veiligheid te komen, toen iets onvoorziens plaats greep. Uit de schaduwen van het bos kwam een andere leeuw te voorschijn om hem in zijn vlucht te stuiten. Tarzan veranderde van koers, doch de leeuw wilde hem achterna. Zij, die in het bos leven moeten vlug denken. En in een flits nam Tarzan zijn besluit. Eén leeuw was altijd minder dan vijf. Met een wilde kreet liep hij recht op het dier af. Het verscheurende dier, dat juist op hem wilde afkomen, bleef staan en aarzelde. Zou het dier stand houden of er van door gaan? Het zou er van afhangen of het een gewone wilde leeuw was of een jagende leeuw, afgericht op aanvallen. Intussen kwamen de vijf achtervolgers steeds nader. In het stralende maanlicht vingen ze een glimp van hun prooi op. Hun vreselijk gebrul weerschalde door de lucht. Nog een kleine afstand scheidde hen van den man. Tarzan was er van overtuigd, dat hij den leeuw voor zich zou kunnen verslaan, maar dan zouden de overige vijf zich hongerig op hem storten.




68. Terwijl de vijf leeuwen al nader en nader kwamen, liep Tarzan recht op het dier af, dat zijn pad kruiste. De koning van de jungle zag, dat zijn tegenstander niet wist, wat te doen,  blijkbaar verbaasd over de tactiek van een wezen, dat aanviel in plaats van te vluchten. Plotseling klonk uit de keel van den aapman de woeste kreet van de mensapen. Dat was de laatste troef, die Tarzan uitspeelde. De leeuw draalde zich om en verdween in het bos. Enkele seconden later klom Tarzan tegen de stam van een boom op, juist toen de vijf woedende leeuwen hem bereikt hadden. Hij brak dode takken af en gooide die naar de beesten toe, terwijl hij hen uitschold. Gewoonlijk kalm en beheerst was hij niettemin een meester in het gebruiken van de jungle-scheldwoorden, die hij van de apen had geleerd, waarbij hij was opgevoed. Maar Tarzan had geen tijd om zich nog langer met de leeuwen bezig te houden. Hij slingerde zich door de bomen naar de ongastvrije stad Athne, waar Gonfala gevangen zat. Hij besloot de stad binnen te gaan aan de Noordkant, die niet zo goed bewaakt werd. Maar ook daar was nog gevaar genoeg, want hij moest de muur naderen in het licht van de volle maan.




69. Hij keek naar de slapende stad Athne, die daar ogenschijnlijk zo vredig in het zilveren maanlicht lag. Binnen de muren waren honderden soldaten, waarvan velen hem graag zouden vangen. Hij moest dus op zijn hoede zijn, want hij zou alleen tegenover hen staan in zijn poging om Gonfala te redden. Hij koos een plek ver van de Noordelijke poort en kroop op zijn knieën naar de stad toe, door de tuinen, die buiten de stadsmuren waren aangelegd. Hij hield vaak op om te luisteren. De aapman wist niet wat vrees was, maar hij had de instinctieve voorzichtigheid van een dier. Toen hij geen enkel teken van leven zag, geloofde hij, dat de weg vrij was. Toen hij op ongeveer honderd voet afstand van de stadsmuur was gekomen, rees hij overeind en rende, zo snel hij kon, verder. Hij klauterde als een kat tegen de muur op, zijn vingers grepen de bovenkant stevig vast. Daarna trok hij zichzelf omhoog en keek aan de andere kant naar beneden. Tegen de muur was een soort van portiersloge gebouwd en daarachter bevond zich een smalle straat. Tarzan sprong eerst op het dak van het portiershuisje en daarna op de grond. Plotseling verscheen er een hoofd door het open raam. De stem van een man vroeg: "Wie ben je? En wat kom je hier doen?"


 


De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.