home

Tarzan van de Apen
door Edgar Rice Burroughs

(11)


31. Tarzan zag, dat zijn boeken en wapens over de grond verspreid lagen: zijn kleine voorraad schatten was door elkaar geworpen. Een golf van woede steeg in hem op. Ah — gelukkig hadden de mensen zijn doos met kostbare inhoud niet gevonden! Wat was dat? Zijn scherp oor had een zwak, maar onbekend geluid opgevangen. Hij liep vlug naar het raam en keek naar de haven. Hij zag, dat er een boot neergelaten werd van het grote schip naast de andere boot, die reeds in het water lag. Een ogenblik later zag hij verschillende mensen van het grote schip af in de boten klimmen. Ze kwamen dus terug, met vele anderen. Hij zag, dat er kisten en koffers werden aangegeven. Terwijl zij de boten van het schip afduwden, nam de aapmens een stuk papier en trok verschillende lijnen van sterke goede vorm. Dit papier stak hij met een scherpe houtsplinter op de deur vast. Daarna nam hij zijn kostbare kist en wapens mee en verdween in het oerwoud. Vijftien zeelieden met ongure gezichten roeide de boten aan land. Ze zagen er bloeddorstig en kwaadaardig uit. De vijf overige bestonden uit twee oudere mannen — klaarblijkelijk geleerden, een knappe jonge man in een wit flanellen broek en zwarte jas, een oude negerin en een mooi meisje van ongeveer achttien jaar. Zwijgend liepen allen naar de hut. De zeelui droegen de koffers en kisten, gevolgd door de vijf mensen. Bij de hut gekomen zagen zij met grote verwondering het briefje. Slechts enkele zeelieden konden lezen. "Hé, professor," riep er een, "lees dit bloempje eens voor." De oude heer keerde zich om, las en fluisterde: "Hoogst merkwaardig!"




32. Een van de mannen pakte de professor bij zijn kraag en bulderde in zijn oor: "Lees hardop, halve gare idioot!" De professor las: "Dit is het huis van Tarzan, de doder van beesten en vele zwarte mensen. Verniel niet de dingen, die van Tarzan zijn. Tarzan waakt. Tarzan van de Apen." De gedachte, die bij ieder opkwam was: "Wie is Tarzan van de Apen?" De zeeman met het ongunstige gezicht uitte een verwensing. De jonge man werd bleek van kwaadheid. "Je hebt onze officieren vermoord en ons beroofd," zei hij, "schiet nu op of ik zal je met mijn blote handen je nek breken." Bedaard draaide hij zijn rug naar de matroos toe en wandelde weg. De hand van de aldus toegesprokene ging langzaam naar zijn revolver. Zijn ogen glinsterden wraakzuchtig.... Twee heldere ogen hadden echter iedere beweging van de mensen vanuit een boom in de nabijheid gadegeslagen. Tarzan zag de verbazing, welke zijn briefje teweeg had gebracht en daarna de twist. De zeeman, die enkele uren tevoren zijn kameraad had geveld, had de weerzin van Tarzan opgewekt. Hij voelde zich aangetrokken tot de keurig uitziende jonge man. Hij verwachtte niet anders dan te zullen zien, dat de jonge man vermoord werd. Met een speer in de hand was zijn machtige arm klaar om te gooien. Toen gebeurden er drie dingen bijna tegelijkertijd. De matroos richtte zijn wapen op de rug van de jonge man, het meisje gilde een waarschuwing en een lange speer schoot als een pijl van bovenaf. Hij ging door de rechterschouder van de man, die met een kreet van pijn en woede neertuimelde.




33. De zeelui stonden verschrikt bijeen en lieten hun revolvers zakken. De gewonde wrong zich van pijn op de grond. De jonge man, die Clayton heette, raapte de gevallen revolver op. Jane, het meisje, liep naar hem toe. "Wie kan dat gedaan hebben?" fluisterde zij. Ondertussen waren haar vader en de andere geleerde samen het oerwoud ingelopen. "Ik denk, dat Tarzan van de Apen over ons waakt!" antwoordde Clayton. "Ga jij nu in de hut, dan zal ik je vader gaan opzoeken." Hij gaf Jane zijn revolver en toen hij zag, dat de deur veilig achter Jane gesloten was, terwijl haar negermeid Esmeralda al eerder de hut ingevlucht was, liep hij eveneens het oerwoud in. Toen Jane en Esmeralda zich veilig wisten in de hut, was de eerste gedachte van de negerin het portaal te barricaderen. Zij keerde zich om en wilde naar iets zoeken, dat zij daarvoor zou kunnen gebruiken. Bij haar eerste blik in het rond gaf zij een gil van angst en rende naar haar meesteres als een verschrikt kind. Jane zag, wat de oorzaak van haar schrik was! Vlak bij hen op de grond lag het verbleekte skelet van een man. Op het bed bleek nog een ander skelet te liggen en een kleintje in de wieg! "In wat voor een vreselijke plaats zijn wij terecht gekomen?" mompelde de ontdane Jane. Esmeralda beefde over al haar leden. Wat zou hun te wachten staan hier in deze griezelige hut? Zij deden haar best de angst te overwinnen. Jane verzocht Esmeralda een bank tegen de muur te schuiven en samen zaten zij daar nu op, de armen rondom elkaar heen geslagen, twee dodelijk verschrikte vrouwen en wachtten op hetgeen komen zou.





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.