Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs
(8)
22. Eerst is Magra heimelijk verheugd
als ze hoort, dat ze in een gevaarlijke landstreek zijn. Nu
zullen ze misschien langzamer vooruit komen en dus Thome
niet ontmoeten. Maar in tegenstelling met haar verwachting
verlangzaamt hun gids het haastige tempo niet. En Magra
voelt haar onrust weer groeien. Ze houdt van den grooten,
blanken reus, die voor haar uit loopt. Ze weet, dat als hij
het pad van Thome kruist, een strijd op leven en dood
onvermijdelijk zal zijn. En ze weet eveneens, dat Atan Thome
een gewetenlooze schurk is......
Op datzelfde oogenblik bereikt Thome triomfantelijk de
plaats van bestemming met Helen als zijn gevangene. "Zoolang
u mij vasthoudt", zegt ze, "zal mijn vader mij blijven
zoeken."
"Hm", gromt de man, "die spillebeen zal mij nooit vinden."
"Maar Tarzan wel", verklaart Helen. Thome verbleekt.
"Tarzan!" zegt hij, "is Tarzan bij hen?" Helen knikt.
Opgewonden wendt Thome zich tot Lal Taask. "Laat een paar
mannen hen tegemoet gaan en als zij vreemdelingen
tegenkomen, moeten ze die doodschieten."
23. "Ja", zegt Helen triomfantelijk,
"de man, dien u voor mijn broer aanzag, is in werkelijkheid
Tarzan". Thome is nu achteraf nog boozer, dat Magra
verhinderd had, dat hij den man in Longo gedood had. "Het
geeft niet", denkt hij, "ik zal hem wel krijgen". Magra
heeft eveneens begrepen dat de man, dien zij bij vergissing
voor Brian Gregory gehouden heeft, in werkelijkheid Tarzan
is. En ofschoon ze erg op Brian Gregory gesteld is geweest,
verbleekt nu toch zijn beeld bij dat van den koning van de
jungle. Het feit, dat hij haar volkomen negeert, wakkert
haar bewondering voor hem nog meer aan. Als ze weer ergens
hun kamp opslaan, gaat Tarzan op jacht naar vleesch. Een uur
later sluipt Magra uit het kamp weg. Ze hoopt Tarzan op den
terugweg te ontmoeten. Alleen met hem in het bosch zou zij
hem vergiffenis vragen voor haar leugens en hem smeeken niet
meer boos op haar te zijn. Geheel in haar gedachten
verdiept, vergeet Magra Tarzan's waarschuwende woorden over
de gevaren in dit gebied. Een leeuw, die op jacht is, vangt
haar lucht op — het is een groot, statig dier, hongerig naar
vleesch, en hij volgt haar sluipend op den voet.
24. Een nijdig gegrom doet Magra
plotseling omzien en tot haar doodelijke ontsteltenis kijkt
zij recht in de wreede groene oogen van den leeuw. Verstijfd
van schrik blijft het meisje staan. Haar onbeweeglijkheid
intrigeert het beest, dat haar verwonderd aanstaart. Oesha,
de wind, draagt de versche geur van Numa, den leeuw, naar de
gevoelige reukzenuwen van den aapman, een geur vermengd met
de fijne parfum, die Magra gebruikt. Voor Tarzan, die alles
van de jungle kent, voorspelt de vermenging van deze twee
geuren niet veel goeds. Hij heeft alle redenen om Magra te
haten. Ze verdient den dood. Maar in Tarzan is een instinct
sterker dan zijn afkeer voor Magra — een instinct om de
zwakken te beschermen tegen de sterken. In dolle vaart
springt hij van boom tot boom. Weldra is de koning van de
jungle aangekomen boven de plaats van het onheil. Hij
springt naar beneden met het plan op den rug van den leeuw
terecht te komen, maar op hetzelfde oogenblik, dat hij zich
neerlaat, springt de leeuw op Magra af. Tarzan bereikt den
grond, terwijl het groote dier op het hulpelooze meisje
toeschiet!
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.