home

Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs

(9)
 


25. Het wilde dier wordt onmiddellijk door Tarzan gevolgd. Numa de leeuw is vlug, maar niet zoo vlug als de machtige koning van de jungle. Als een pijl uit den boog toesnellend, springt Tarzan plotseling op den rug van het dier en laat zijn mes in de zachte zijde neerkomen. Nog eens en nog eens steekt hij, totdat het dier dood neervalt, vlak voor de voeten van Magra. Tarzan zet zijn voet op het doode lichaam en uit den vreeselijken kreet van de mensch-apen. Het meisje kijkt hem bevend aan. Wat is hij geweldig! Zij wil haar bewondering voor hem uitspreken, maar inplaats daarvan zegt ze: "Ik ben blij, dat U mij het redden nog waard vond!" Tarzan negeert haar woorden. "Ik zal U naar het kamp terugbrengen", zegt hij. Magra loopt achter hem aan en ziet hoe gemakkelijk hij zich door het bosch beweegt. "Ik voel me zoo veilig als ik bij U ben", zegt ze. "Op deze expeditie is niemand van ons veilig", antwoordt Tarzan grimmig, "de jungle kan ons morgen of misschien vandaag al overwinnen!"



26. Er ligt dien nacht een gevoel van huivering over het kamp. Er wordt geen vuur gestookt, uit vrees voor een overval van de kannibalen, die, naar Tarzan weet, in de omgeving zijn. En nu in het duister zijn ze in gevaar voor de aanvallen van hongerige wilde dieren.
In het kamp van Atan Thome echter brandt het vuur wel en gewapende Askari's houden de wacht. De ontvoerde Helen Gregory ligt zenuwachtig op haar veldbed, terwijl haar gedachten vervuld zijn van ellende. Thome is dien dag erg familiaar tegen haar geweest. In het hoofd van het meisje komt het plan op om te ontvluchten. Op dat oogenblik laat een leeuw in de duisternis van den jungle-nacht zijn gebrul hooren. Helen huivert.
Als ze probeert te vluchten, zal ze den dood in het bosch ontmoeten. Maar als ze blijft — haar gedachten worden onderbroken door een sluipend geluid. Ze springt van haar veldbed op, want voor haar beteekent ieder geluid een bedreiging. Voorzichtig gluurt Helen door de opening van het tentzeil en ziet, hoe de laaghartige Atan Thome naar haar tent toe loopt.



27. Onmiddellijk draait Helen zich om en kruipt onder den achterwand door. Stil blijft ze even staan en wacht tot een der bewakers zich omdraait, waarna ze het bosch insluipt. Thome is verwonderd en boos, als hij ziet, dat Helen verdwenen is. Hij vermoedt, dat ze een bezoek van hem verwachtte en dat ze zich nu ergens in het kamp verborgen heeft, maar het komt niet bij hem op, dat ze de gevaren van den jungle-nacht zou durven trotseeren. Helen loopt door de duisternis. De maan klimt hoog aan den hemel en ze verhaast haar schreden. Als door een wonder ontkomt ze aan de wilde dieren en bij het aanbreken van den dag bevindt ze zich op een groote open vlakte. Haar spieren zijn vermoeid, maar ze strompelt voort. Vlak bij haar zijn drie kannibalen op jacht, van wie één haar plotseling ziet. "Een blanke vrouw", roept Chemungo uit, "laten we haar gevangen nemen". Geluidloos kruipen de krijgers door het lange gras, totdat ze dicht genoeg bij zijn, waarna ze op de arme Helen toe springen!





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.