home

Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs

(12)
 


34. Als de woedende zwarte op hem toekomt, grijpt Tarzan Chemungo, neemt den man op, en tilt hem hoog boven zijn hoofd. "Deze man zal sterven", bromt hij, "tenzij jullie de poort opent en het meisje en mij rustig laten vertrekken." De krijgers overleggen en willen den vreemde te lijf. "Doe wat hij zegt!" commandeert het opperhoofd, want hij is bang, dat de "demon" zijn zoon zal dooden. En zoo vertrekken Helen en Tarzan uit het kannibalendorp en zijn al spoedig in den zwarten jungle-nacht verdwenen. Tegen het aanbreken van den dag worden ze opgewonden welkom geheeten in het kamp van Gregory. Terwijl Helen alles vertelt, wat ze beleefd heeft, verstrakt het gezicht van haar vader. "Atan Thome zal hiervoor boeten!" zegt hij, "Hij moet er voor sterven", beweert Lavac heftig, "en ik zal blij zijn, als ik dat vonnis aan hem mag voltrekken!" "Van de beschrijving die Helen van het land gegeven heeft, weet ik ongeveer waar hij zich bevindt", zegt Tarzan. "We zullen hem spoedig inhalen". Magra fronst haar voorhoofd, haar hart klopt angstig. Hoe zal zij Tarzan van zijn voornemen kunnen afbrengen om Atan Thome te achtervolgen?



35. Gedurende den tocht overdag probeert Magra Tarzan onder vier oogen te spreken. "Zie alsjeblieft van de vervolging van Atan Thome af!" smeekt ze. "Hij is een schurk en zal U dooden!" Minachtend kijkt Tarzan op haar neer. "Is dit weer een andere manier van U om Thome te helpen?" Het meisje laat haar hoofd hangen. "Ik weet, dat ik het recht niet heb, U te vragen mij te vertrouwen. Ja, ik was de spionne van Thome, maar nu niet meer. Sinds ik bij U ben — ik — doe ik alles voor U. Geloof me alsjeblieft, ik waarschuw U in Uw eigen belang. Laat ons terugkeeren." Opnieuw kijkt de aapman haar met een verachtelijken blik aan. "Tarzan helpt zijn vrienden en straft zijn vijanden! Ik zal Atan Thome om uitleg vragen!" En alsof hij zijn woorden meer kracht wil bijzetten, verhaast hij zijn stap en spoort zijn volgelingen tot meer spoed aan. Maar Thome reist sneller dan Tarzan verwacht...
Zelfs Thome is verwonderd, als Lal Taask opeens uitroept: "Kijk! Daar is Tuen-Baka. In den krater ligt Athair, de verboden stad. Ha! Wij zijn den grooten Tarzan te handig afgeweest."



36. Terwijl Thome met verbazing naar den vulkaan staat te kijken, waarbinnen de Verboden Stad ligt, komt de leider der dragers naar hem toe en zegt opgewonden: "De mannen gaan niet verder. Tuen-Baka taboe. Zij bang. Veel slechte dingen daar. Iedereen dood. U ook." Atan Thome schudt het hoofd. Het uitzicht op het doel van zijn tocht, maakt hem geduldiger, menschelijker. En ofschoon het nog vroeg in den middag is, geeft hij orders het kamp op te slaan. "Ik zal met de mannen praten, ze zullen morgen veel dapperder zijn", voegt hij er aan toe. Thome's vroege oponthoud dien dag zou Tarzan goed te stade zijn gekomen, als niet een ongelukkige samenloop van omstandigheden anders beslist had. De aapman zelf heeft zijn vrienden verlaten om op jacht te gaan, want de wind heeft hem den geur van een antilope doen ruiken. Intusschen vervolgen zijn vrienden hun tocht. Het verschijnen van de reizigers stoort Ungo, den koning der apen, in zijn rust. Door het dichte gebladerte kijkt hij met bloeddoorloopen oogen naar de menschen. Nu is het de tijd voor de dum-dum en er is een slachtoffer noodig voor den doodendans!





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.